Diabetes: veel meer dan een suikerprobleem

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

Enerzijds neemt het aantal diabetespatiënten de laatste jaren schrikbarend toe, anderzijds is de behandeling zodanig geëvolueerd dat het perfect mogelijk is een normaal leven te leiden. Moeten we dan bang zijn of blij ?

Dat het aantal diabetespatiënten ontzettend toeneemt, betekent niet alleen een zware last voor de patiënten zelf, op termijn dreigt deze situatie ook bijzonder veel te kosten voor onze gezondheidszorg. Maar hoe valt deze toename te verklaren, vroegen we aan dokter Frank Nobels, diabetoloog in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst. “In onze voeding zitten verschillende stoffen, waaronder vezels, vetten, koolhydraten en eiwitten. Tijdens het verteringsproces worden de koolhydraten omgezet in glucose. Bedoeling is dat die glucose aan de cellen van ons lichaam onmiddellijk beschikbare energie levert. Om in de cellen binnen te geraken, is insuline nodig. Je zou kunnen zeggen dat insuline de sleutel is om het celdeurtje te openen voor glucose. Dus zonder insuline raakt de glucose niet in de cellen.

Het teveel aan glucose dat niet nodig is als energiebron, wordt voor een deel als reserve opgeslagen in de lever, de rest wordt omgezet in vet en opgeslagen ter hoogte van de vetdepots in het lichaam. Wanneer we ouder worden, wordt meer vet opgeslagen ter hoogte van de buikstreek.

De vetten vormen een energiereserve die we verbruiken bij inspanning en die ons helpt overleven in periodes dat we minder voedsel naar binnen krijgen. Eiwitten daarentegen zorgen voornamelijk voor bouwstoffen om weefsels te doen groeien of te herstellen.

Het probleem is dat wij genetisch geprogrammeerd zijn om periodes van hongersnood te kunnen overleven. Heel onze verbranding is daarop gericht en we hebben het dan ook lang nodig gehad om als soort te kunnen blijven bestaan. Maar de voorbije 50 jaar is de situatie grondig gewijzigd. We lijden hier geen honger meer. In feite zouden we nu een genetisch apparaat moeten hebben dat ons beschermt tegen een overdaad aan voedsel en een gebrek aan beweging. Helaas hebben we dat niet. Wie zijn voedings- en bewegingsgewoonten niet aanpast, komt dus vroeg of laat in de problemen.”

Type 1 of type 2

Bij diabetes is er te veel suiker (glucose) aanwezig in het bloed. Normaal wordt glucose door de cellen van ons lichaam opgenomen als energiebron. Daarvoor is er echter insuline nodig. Die insuline wordt aangemaakt door de bètacellen in de alvleesklier (pancreas).

Bij type 1-diabetes, dat voornamelijk ontstaat op jonge leeftijd, worden de bètacellen vernietigd omdat het lichaam ze ten onrechte als lichaamsvreemd aanziet en er een afweerreactie tegen ontwikkelt. Het gevolg is dat er geen insuline meer geproduceerd wordt en deze mensen insuline moeten inspuiten. Type 1-diabetes ontstaat meestal vrij plots en vormt zo’n 10% van alle diabetesgevallen.

Bij type 2-diabetes wordt er nog wel insuline geproduceerd maar onvoldoende én het lichaam is er minder gevoelig voor geworden (door wetenschappers insulineresistentie genoemd). 80 tot 85% van de mensen met type 2-diabetes kampt met overgewicht. Voornamelijk abdominale vetopstapeling werkt deze vorm van diabetes in de hand. De ontwikkeling verloopt meestal geleidelijk en blijft vaak jarenlang onopgemerkt. Op het ogenblik van de diagnose vertoont zowat 20% van de patiënten reeds verwikkelingen aan de ogen, de nieren of de zenuwen.

PAGEBREAK

Een explosie van type 2-diabetes

“Overal waar mensen leven zoals wij, neemt type 2-diabetes enorm toe. We eten goed en bewegen almaar minder. Vooral die fundamentele afname van lichaamsbeweging over de voorbije 50 jaar is doorslaggevend. Vroeger moest je bewegen van zodra je opstond tot je ging slapen: om koffie te malen, om de stoof aan te steken, om te voet boodschappen te doen. Er was geen televisie om onderuitgezakt voor te zitten (liefst met iets om te knabbelen binnen handbereik), je moest veel vaker de trap nemen in plaats van de lift, er waren geen rollende tapijten in stations en luchthavens,... Nu moeten wij beweging kunstmatig in ons leven inbouwen door te gaan joggen of op een andere manier aan sport te doen, maar dat is niet evident.

Het gebrek aan beweging en de deels daaruit voortvloeiende toename van het lichaamsgewicht, zeker wanneer het vet zich ter hoogte van de buik vastzet, leidt tot het ontstaan van een insulineresistentie. De cellen zijn niet meer gevoelig voor insuline, de sleutel krijgt het deurtje moeilijk open. De pancreas die de insuline aanmaakt, gaat als reactie hierop veel harder werken waardoor hij sneller verslijt. En de cellen die verstoken blijven van brandstof schakelen over op een andere energiebron: ze gaan vetten en eiwitten verbranden. Op korte termijn voelt de persoon die deze evolutie doormaakt zich moe en gaat hij vermageren. Na enige tijd ontstaat diabetes type-2.”

PAGEBREAK

Meer dan een suikerprobleem

“Doordat we beter begrijpen hoe diabetes in elkaar zit, spreken we tegenwoordig niet graag meer over suikerziekte”, gaat dokter Nobels verder. “Ten eerste wordt de term suikers te vaak alleen geassocieerd met zoete voedingsmiddelen, terwijl het om alle koolhydraten gaat. Tentweede moet, om de schade aan de bloedvaten te beperken, niet alleen het suikergehalte in het bloed dalen, er moet ook gestreefd worden naar een normaal lichaamsgewicht, normale bloeddrukwaarden en normale cholesterolwaarden.

  • De glucosewaarden zijn normaal wanneer ze nuchter tussen de 70 en de 100 mg/dl liggen. Bij diabetespatiënten zijn we gelukkig wanneer het glucosegehalte voor de maaltijden meestal onder de 140 mg/dl blijft en uiterst tevreden bij waarden lager dan 125 mg/dl.
  • Omdat de glucosewaarden voortdurend schommelen, meten we in het bloed de concentratie geglycosyleerd hemoglobine (HbA1c). Hemoglobine is een eiwit in het bloed dat wanneer het frequent in contact komt met hoge suikerconcentraties als het ware versuikert (glycosyleert). Die geglycolyseerde fractie geeft aan hoe vaak de bloedsuikerspiegel de afgelopen twee tot drie maanden te hoog heeft gestaan. Bij mensen zonder diabetes ligt deze waarde onder de 6%. Bij een uitstekende bloedsuikerreglutaie bij diabetici staat die waarde onder de 7%.
  • Als maat voor de opstapeling van abdominaal vet wordt de tailleomtrek gemeten. Bij mannen bedraagt het maximum 94 cm, bij vrouwen 80 cm.
  • Wat de bloedvetten betreft letten we vooral op de LDL-cholesterol, ook wel de slechte cholesterol genoemd omdat die de bloedvaten doet dichtslibben. Die willen we liefst lager dan 100 mg/dl.
  • De bloeddruk proberen we ook scherp in te stellen met streefwaarden lager dan 135 mm Hg voor de bovendruk (systolische druk) en lager dan 85 mm Hg voor de onderdruk (diastolische bloeddruk).
  • Wat het lichaamsgewicht betreft zijn we een stuk realistischer geworden. Twintig jaar geleden trachtten we de mensen nog op hun ideale gewicht te brengen, wat doorgaans niet haalbaar is. Nu zeggen we: tracht 10% van uw gewicht te verliezen. Dus als je 90 kilo weegt, probeer dan 9 kilo te vermageren.”

PAGEBREAK

Op drie paarden wedden

“Ik leg steeds uit dat we tegenwoordig bij de behandeling van type 2-diabetes op drie paarden wedden. Ten eerste moet het glucosegehalte onder controle worden gehouden, ten tweede moeten de risicofactoren voor hart -en vaatziekten beperkt worden en ten derde moet minstens één keer per jaar nagekeken worden of er geen verwikkelingen in aantocht zijn.

De eigenlijke diabetesbehandeling steunt eerst en vooral op het aanpassen van de leefgewoonten: gezonder eten en meer lichaamsbeweging nemen. Als dat niet volstaat, wordt bij type 2-diabetes medicatie gegeven. We kunnen tegenwoordig de suiker makkelijker onder controle brengen dan vroeger omdat we daar betere medicatie voor hebben. En ook op het vlak van de insulines is er een belangrijke vooruitgang geboekt. Want de meeste mensen met type 2 komen na enkele jaren toch op insuline terecht omdat de pancreas steeds minder insuline gaat produceren. Maar daar hebben we nu veel eenvoudiger systemen voor ter beschikking dan vroeger, waarbij de patiënten minder vaak insuline moeten inspuiten. De meeste patiënten kunnen heel lange tijd voort met één spuitje per dag. Meestal nemen ze pilletjes overdag en spuiten ze ’s avonds insuline.

Wat de vermindering van het risico op hart- en vatziekten betreft, is stoppen met roken vanzelfsprekend een eerste vereiste. Verder moet, indien nodig, medicatie de slechte cholesterol verlagen en de bloeddruk binnen de normale grenzen houden. Een mini-aspirientje doet de bloedplaatjes minder klonteren.

We zien de behandeling dus duidelijk breder dan vroeger. We geven nu bijna iedereen met type 2-diabetes een statine om de slechte cholesterol te doen zakken en dat kan een enorm verschil betekenen. Er zijn zelfs studies uitgevoerd waarbij men diabetespatiënten die geen hoge cholesterolwaarde hadden toch een statine gaf en deze groep vergeleek met patiënten die een neppil (placebo) kregen. Daarbij stelde men vast dat het aantal hartinfarcten in de behandelde groep met 30 tot 35% daalde. Door strenger de bloeddruk onder controle te brengen, door strenger toe te zien op de cholesterol en door toevoeging van een mini-aspirientje aan de behandeling hebben we een enorme vooruitgang geboekt.

De behandeling is wel een stuk complexer geworden, maar het goede nieuws is dat, als je deze behandeling goed opvolgt, je levensverwachting en algemene gezondheid als diabetespatiënt nagenoeg even goed zijn als die van iemand die de ziekte niet heeft.”

Verwikkelingen in de kiem smoren

“De meeste verwikkelingen van diabetes kun je zeer lang op voorhand zien aankomen. Bijvoorbeeld door albumine op te sporen in een nuchter urinestaaltje. Als de nieren albumine beginnen te lekken, betekent dit dat de kleine bloedvaatjes in de nieren verstopt beginnen te raken waardoor de druk in de filter toeneemt en deze een beetje lekt. Dat gebeurt lang voordat er echte nierverwikkelingen optreden. Maar dan weten we dat deze persoon gevoelig is voor complicaties, dus gaan we alle streefwaarden zo goed mogelijk trachten te respecteren om de verwikkelingen maximaal af te remmen. Bovendien zijn er specifieke geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk, de ACE-inhibitoren of de sartanen die de druk in de nierfilter verminderen waardoor nierverwikkelingen kunnen voorkomen worden.

Hetzelfde geldt voor het voorkomen van verwikkelingen ter hoogte van de kleine bloedvaatjes in de ogen, of problemen aan de voeten. Meestal kun je ze lang op voorhand zien aankomen.

Het moeilijkste om te voorzien is of iemand een hartinfarct gaat doen of er een groot bloedvat gaat dichtslibben omdat dit plots gebeurt. Vandaar het belang van het tweede paard waarop we wedden: hart- en vaatziekten willen we sowieso voor zijn.

Mensen met type 2-diabetes nemen nu een hele reeks geneesmiddelen, terwijl ze 20 jaar geleden misschien alleen een pilletje namen voor hun suiker. Maar als je de cijfers bekijkt, dan merk je dat deze aanpak loont. Dat sommige mensen nog defaitistisch reageren – “Als ik dan toch ziek ben, dan leef ik er maar op los voor de tijd die me nog rest is verkeerd! Door diabetes ter harte te nemen, kun je echt het verschil maken en nog lang en gelukkig leven.”

Vroegtijdig opsporen

De kans dat men verwikkelingen kan voorkomen, is natuurlijk groter wanneer men de diabetes en de andere risicofactoren voor hart- en vaatlijden zo vroeg mogelijk opspoort en behandelt. “Maar dat kan gerust door de huisarts gebeuren. Volgende risicogroepen verdienen bijzondere aandacht:

  • vrouwen met een voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes
  • personen met type 2-diabetes bij broers, zussen of ouders of met andere risicofactoren voor hart- en vaatlijden (controle vanaf 45 jaar)
  • iedereen vanaf 65 jaar, ongeacht er bijkomende risicofactoren bestaan.

Om zoiets naar behoren te organiseren, moet er wel op een verstandige manier een grootschalige campagne opgezet worden. Nu worden weliswaar her en der kleinschalige initiatieven genomen zoals het bepalen van het glucosegehalte door middel van een vingerprik op beurzen. Dat is ongetwijfeld goed bedoeld maar niet foutloos. Ten eerste heeft de vingerprik een foutmarge van 15 %. Voor de opvolging van de behandeling bij mensen met een gediagnosticeerde diabetes is dat niet erg, maar wel als je wilt weten of iemand diabetes heeft of niet.

Bovendien zijn deze mensen niet nuchter en wordt er alleen maar suiker gemeten zonder aandacht voor andere mogelijke risicofactoren. Je loopt dus het gevaar iemand gerust te stellen die misschien een torenhoog risico loopt omdat de andere risicofactoren niet worden gemeten en die dus wél afwijkend kunnen zijn!

PAGEBREAK

Tekens aan de wand

  • Moeheid, sufheid, gebrek aan energie
  • Troebel zicht
  • Droge mond en dorst
  • Vaak moeten plassen
  • Regelmatige schimmelinfecties
  • Slecht genezende wondjes
  • Een droge, gevoelige huid
  • Jeuk
  • Gewichtsverlies

Mogelijke verwikkelingen

Om verwikkelingen op lange termijn te voorkomen, is het bij diabetes belangrijk de glycemiewaarden zo goed mogelijk onder controle te houden.

  • Veel verwikkelingen hebben te maken met beschadiging van de bloedvatwanden. Aantasting van de kleine bloedvaten kan afwijkingen geven aan de ogen, de nieren en de zenuwen. Wanneer de grote bloedvaten worden aangetast, kan men problemen krijgen ter hoogte van het hart (infarct), de hersenen (beroerte) en de benen en voeten.
  • Afwijkingen aan de zenuwen kunnen bij alle diabeten voorkomen. Meestal worden daarbij de gevoelszenuwen aangetast wat aanleiding geeft tot spontaan optredende pijn, tintelingen,...


Meer info:Vlaamse Diabetes Vereniging, Ottergemsesteenweg 456, 9000 Gent, 09 220 05 20 (8.30 uur tot 17 uur), vdv@diabetes-vdv.be, www.diabetes-vdv.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content