© Getty Images

De voordelen van een gepersonaliseerde opsporing van borstkanker

Vandaag krijgen alle vrouwen vanaf 50 de kans om tweejaarlijks deel te nemen aan de borstkankeropsporing. Maar binnenkort kan dat voor de ene vrouw een vierjaarlijks gebeuren worden, terwijl haar vriendin meermaals per jaar opgevolgd wordt. Niet iedereen loopt immers eenzelfde risico. Door die verschillen in kaart te brengen kunnen we evolueren naar een meer gepersonaliseerde screening.

Laat naar je borsten kijken! Met die bekende slogan slaagde de borstkankeropsporing er de afgelopen jaren in om een groot deel van de vrouwen te overtuigen voor de gratis mammografie. Dankzij dat bevolkingsonderzoek worden er heel wat tumoren vroegtijdig ontdekt en met succes behandeld. Maar perfect is die aanpak natuurlijk niet. Ondanks de opsporing worden nog steeds kankers gemist of pas laattijdig opgemerkt. Intussen is ook duidelijk geworden dat sommige vrouwen maar een heel lage kans hebben om tumoren te ontwikkelen terwijl die bij leeftijdsgenoten net torenhoog is. Dan lijkt het niet meer dan logisch dat beiden op een andere manier gescreend worden.

Verfijnen

“Precies om die reden is nu een internationale studie, MyPeBS, opgezet om die richtlijnen voor screening verder te verfijnen. De studie zal twee strategieën met elkaar vergelijken: de standaardscreening waarbij elke vrouw tweejaarlijks onderzocht wordt en een gepersonaliseerde aanpak gebaseerd op het individuele risico”, legt dr. Veronique Le Ray uit, woordvoerster en medisch directeur van Stichting tegen Kanker die dit onderzoek financieel ondersteunt.

In totaal zullen zo’n 85 000 vrouwen hier de komende 4 jaar aan deelnemen, onder wie 10 000 in ons land. Het Belgische luik van het onderzoek vindt plaats in 10 centra verspreid over het land en wordt gecoördineerd door het Jules Bordet Instituut. Véronique Le Ray: “Vrouwen tussen 40 en 70 jaar die geen voorgeschiedenis van kanker hebben of momenteel geen verdergaand onderzoek hebben lopen na een verdachte mammografie, kunnen hieraan deelnemen. De leeftijdsgroep is dus ruimer dan bij het bevolkingsonderzoek, dat pas start vanaf 50 jaar.”

Risicogroepen

Op dit moment wordt er bij de screening wel al een onderscheid gemaakt tussen vrouwen die een gemiddeld risico lopen door hun leeftijd en vrouwen die een zeer verhoogd risico lopen doordat ze drager zijn van een bepaald erfelijk gen. Vaak komt dit laatste pas aan het licht doordat ze een moeder of zus hebben die door de ziekte getroffen zijn. Deze groep wordt vandaag al van nabij opgevolgd.

Wat de internationale studie zo interessant maakt is de innovatieve aanpak. Zo zal voor het eerst het individuele risico van elke vrouw worden ingeschat op basis van gegevens zoals de medische voorgeschiedenis, levensstijl, het mogelijk genetisch risico (via DNA-analyse), maar ook de borstdensiteit. Dat laatste aspect verwijst naar de dichtheid van het borstweefsel. Op jongere leeftijd is dit sterker aanwezig en het maakt de interpretatie van een mammografie lastiger. “Daarom is het knap dat hier voor het eerst rekening mee wordt gehouden bij de screening”, merkt Le Ray op.

Vrouwen die deelnemen, worden willekeurig ingedeeld in de groep die de standaardscreening volgt of in de gepersonaliseerde groep. In die laatste categorie krijgen de vrouwen een screeningsprotocol afgestemd op hun risicoprofiel. In de praktijk verandert dit wel een en ander. Zo zullen vrouwen bij wie het risico als zeer laag wordt ingeschat slechts 1 keer om de 4 jaar een mammografie krijgen. Zij worden daardoor minder blootgesteld aan onnodige straling. Wie een gemiddeld risico loopt is er een mammografie gepland om de 2 jaar en een aanvullende echografie als er sprake is van dicht borstweefsel. De hogere risicogroepen worden intensiever opgevolgd en daar worden ook meer diepgaande opsporingsmethoden toegepast zoals een MRI. “Bedoeling is om via deze aanpak uiteindelijk meer levens te redden.”

Meer info over de studie en deelname hieraan via www.mypebs.eu.

Partner Content