© iStock

CO is een sluipmoordenaar

Plusmagazine.be Onlineredactie

Koolmonoxide is een geurloos en kleurloos gas dat elk jaar in ons land honderden slachtoffers maakt. De afgelopen weken haalden helaas weer een aantal slachtoffers het nieuws. Voor sommigen blijft het bij een nare ervaring, anderen hebben minder geluk en bekopen het met de dood.

De meeste vergiftigingen spelen zich af in badkamers omdat de mensen zich daar doorgaans alleen bevinden, met de deur dicht. Maar eigenlijk kan een CO-vergiftiging zich overal voordoen, zolang er maar sprake is van een verbrandingsproces in combinatie met te weinig toevoer van zuurstofrijke en te weinig afvoer van zuurstofarme lucht.

Koolstofmonoxide (CO) is een kleurloos, geurloos en smaakloos gas, dat zich gemakkelijk mengt met lucht. In een mengsel met lucht blijft CO lang aanwezig, en breekt niet spontaan af.

Bronnen van CO

Huishoudelijke bronnen: bij de normale verbranding van koolstofhoudende brandstoffen zoals hout, kolen, aardgas, butaangas, propaangas of stookolie, ontstaat koolstofdioxide (CO2). Wanneer de verbranding door gebrek aan zuurstof onvolledig is, ontstaat koolstofmonoxide (CO). De belangrijkste CO-bronnen in een woning zijn verwarmingsapparaten, warmwatertoestellen, oven of fornuis. Omdat de verbranding nooit 100 % volledig is, zullen de verbrandingsgassen van deze toestellen steeds een kleine hoeveelheid CO bevatten. De hoeveelheid CO die vrij komt, wordt beïnvloed door de toevoer van verse lucht (ventilatie) en de afvoer van de verbrandingsgassen (schoorsteen). Voor een efficiënte verbranding moet het toestel correct geïnstalleerd worden en de branders moeten juist afgesteld zijn. Ook fout gebruik en onvoldoende onderhoud kunnen leiden tot de vorming van CO. De kleur van de vlam kan een aanwijzing geven: blauw is goed, geel duidt op slechte verbranding.

Wanneer een toestel op koolstofhoudende brandstof niet is aangesloten op een schoorsteen, komen de verbrandingsgassen die CO bevatten vrij in de woning. Dit gebeurt bij voorbeeld bij het gebruik van verplaatsbare petroleumkachels, haarden op bio-ethanol of door het in huis halen van een brandende barbecue.

Het verkeer: Motorvoertuigen (wagens, vrachtwagens, moto’s, diesellocomotieven, boten en vliegtuigen) vormen een belangrijke bron van CO. Intoxicaties kunnen zich bijvoorbeeld voordoen in ondergrondse parkings waaruit iedereen tegelijk vertrekt na het einde van een massamanifestatie of in slecht geventileerde tunnels waarin files ontstaan.

Brand: Bij elke brand komen er eveneens belangrijke hoeveelheden CO vrij. Vooral smeulende branden produceren veel CO.

Tabak: Tabakgebruik is eveneens een niet te onderschatten bron van CO. Een roker die dagelijks een pakje sigaretten rookt kan een carboxyhemoglobine-gehalte (HbCO, zie verder) hebben van 5 tot 6 %. Het roken van een waterpijp of shisha kan een ernstige intoxicatie met koolstofmonoxide veroorzaken. Eén sessie waterpijp van enkele uren zou in termen van CO overeenkomen met het roken van een 50-tal sigaretten.

Industriële bronnen: Belangrijke productie van CO vindt plaats in petroleumraffinaderijen, bij de fabricatie van papier, in de metaalindustrie (ijzer en andere metalen) en in fabrieken die methanol, azijn, mierenzuur en metaalcarbonylen produceren, in verbrandingsovens.

Houtpellets: Houtpellets die opgeslagen worden in een gesloten ruimte kunnen, zonder verbranding, aanleiding geven tot de productie van CO. Dit gebeurt door de oxidatie van vetzuren die in het hout aanwezig zijn.

Hoe ka je een CO-intoxicatie herkennen?

Een CO-intoxicatie geeft weinig uitgesproken symptomen. Het zijn vooral de omstandigheden die een blootstelling aan CO doen vermoeden:

  • Als een gezinslid onwel wordt in een badkamer uitgerust met een heetwatertoestel op gas
  • Als er meerdere personen in huis klagen over hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en braken en deze symptomen telkens optreden in dezelfde ruimte en weer verdwijnen zodra men die ruimte verlaat.

Acute intoxicatie

Bij blootstelling aan heel hoge concentraties CO kan onmiddellijke ademhalingsstilstand optreden. Bij een minder ernstige blootstelling vertoont het slachtoffer eerst tekenen van malaise met misselijkheid, duizeligheid en hoofdpijn. In dit stadium zou men kunnen denken aan een voedselintoxicatie of een opkomende griep. Het slachtoffer voelt zich zwak en is snel kortademig bij matige inspanningen. Het kan zijn dat het slachtoffer verward overkomt. Hij kan het bewustzijn verliezen en indien er geen hulp komt, zal het slachtoffer in coma vallen.

Chronische intoxicatie

De chronische CO-vergiftiging is vaak moeilijk te diagnosticeren, vooral door het lange tijdsverloop. Toch is het mogelijk om, zeker in het begin, een diagnose te stellen door het verband te leggen tussen de chronologie van de symptomen en een gegeven plaats.

Dit type intoxicatie wordt gekenmerkt door hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken en een aanhoudende vermoeidheid. Na enige tijd ziet men een verweving met de symptomen van de psychische gevolgen van een chronische vermoeidheid, waardoor de kans bestaat dat men een CO-intoxicatie niet meer als dusdanig gaat herkennen.

Restletsels

Een CO-intoxicatie kan neurologische problemen veroorzaken, zelfs enige tijd na het ongeval. Dit noemt men een “sequellair post-interval syndroom”. Het slachtoffer is irriteerbaar, heeft geheugenstoornissen en maakt abnormale bewegingen. Deze problemen zijn vaak, maar niet altijd, omkeerbaar.

Concentratie in het bloed

Bij een intoxicatie wordt de concentratie in het bloed gemeten van CO gebonden aan hemoglobine (Carboxyhemoglobine of HbCO). Het is normaal om een kleine hoeveelheid CO in het bloed te hebben, aangezien bij de afbraak van hemoglobine een beetje CO geproduceerd wordt. Bovendien hebben rokers en in het bijzonder pijp- en sigarenrokers hogere waarden van carboxyhemoglobine.

  • Niet roker: HbCO 1-4%
  • Matig roker: HbCO 5-6%
  • Verstokt roker: HbCO 7-9%

Een carboxyhemoglobinegehalte dat hoger ligt wijst op een intoxicatie.

Zuurstof tanken

Om de CO weer uit onze lichaamscellen te halen, wordt zuurstof toegediend. Dat kan met een zuurstofmasker ter plaatse, maar soms moet de zuurstof in een hyperbare kamer onder druk worden toegediend. Dan verdwijnt de CO sneller uit het lichaam. Of een hyperbare behandeling noodzakelijk is, kan niet alleen afgeleid worden uit het percentage CO in het bloed. Dat is immers maar een momentopname, beïnvloed door de zuurstof die al meteen toegediend werd. Bovendien zegt zo’n cijfer niets over de opname van de CO door de cellen, en die kan bij een langdurige blootstelling aanzienlijk zijn. Verder moet rekening gehouden worden met de algemene gezondheidstoestand van het slachtoffer. Met andere woorden: er spelen een heleboel factoren mee bij de beslissing om iemand al dan niet naar een hyperbaar centrum over te brengen.

Een CO-melder

  • Plaats een CO-melder aan het plafond in elke ruimte met een verbrandingstoestel.
  • Plaats ook een CO-melder in elke slaapkamer zonder verbrandingstoestel, liefst op lighoogte.
  • Plaats een CO-meter in de woonruimte op 1,50 meter hoogte.
  • Test de meters regelmatig en stippel een evacuatieplan uit dat het hele gezin kent.Plaats een CO-melder nooit in de badkamer. Door de aanwezige waterdamp werkt deze niet. Voorzie in deze ruimte voldoende ventilatie, bv. door een rooster onderaan in de deur.

Bron: Antigifcentrum

Partner Content