Belgen met astma zijn te dapper

79% van Belgen die het afgelopen jaar een acute astmacrisis hadden, vinden dat hun ziekte ‘onder controle’ is. Wie regelmatige opstoten heeft, moet dit sneller bespreken met een arts.

Er is nog werk aan de winkel. Dat blijkt uit REALISE – een onderzoek bij Europeanen met astma waaraan ook 303 Belgen deelnamen. Heel wat mensen met astma kampen met regelmatige opstoten. ‘Het hoort er bij,’ klinkt het langs de kant van de patiënt die veel te snel genoegen neemt met een controle die niet optimaal is.

Uit de resultaten blijkt dat de focus rond astma scherper kan en moet. Wie regelmatige opstoten heeft, moet dit sneller bespreken met een arts. Artsen zouden in bepaalde gevallen ook iets meer oog moeten hebben voor
verlies aan levenskwaliteit. Dit is uiteraard niet altijd evident, omdat mensen met astma daar vaak niet spontaan over praten. ‘Ik klaag er niet graag over, want ik wil niet gezien worden als iemand die ziek is,’ klinkt het bij de Belg met astma. Die moedige houding staat vaak een betere behandeling en een betere levenskwaliteit in de weg.

Het REALISE onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met Europese patiëntenverenigingen met de steun van Mundiphatma. Het is de grootste Europese studie over opstoten en het effect ervan op de levenskwaliteit.

Enkele opmerkelijke cijfers uit het onderzoek:
? 81% van de bevraagden zegt dat ze niet als ‘zieke’ gelabeld willen worden;
? 52% negeert zelfs zijn astma om zich zoals mensen zonder astma te voelen en er dus bij te horen. 36% voelt zich zelfs beschaamd om een puffer te gebruiken;
? 86% van de respondenten zegt ook zelf controle te kunnen hebben over zijn aandoening en ook 20% gebruikt het internet en sociale media om informatie te vinden over hoe deze aandoening onder controle te houden.
“Een slechte astmacontrole los je niet op via Facebook of door het zoeken op websites en fora waar je nooit zeker bent van de betrouwbaarheid van de informatie. Vraag dus zeker raad aan uw arts en zorgverstrekker wanneer de symptomen opkomen of erger worden,” reageert prof. Lieven Dupont, pneumoloog in het UZ Leuven.
Christine Baelus van de patiëntenorganisatie Astma & Allergiekoepel vzw: “Veel astmapatiënten nemen hun medicatie niet regelmatig. Een regelmatige controle bij de arts en een goede communicatie tussen arts en patiënt over het belang van therapietrouw is een stap in de goede richting.”

“Astma is een ziekte die varieert in de tijd. Op een gegeven moment kan het heel goed gaan en plots, op enkele dagen tijd kan het enorm verslechteren. Daarom is het belangrijk een regelmatige opvolging door de arts of pneumoloog te laten plaatsvinden, zeker bij de matige tot ernstige gevallen van astma.
Tijdens het bezoek aan de arts moet een klinisch onderzoek worden gedaan, een lichamelijk onderzoek en een meting van de respiratoire functie. De arts moet de patiënt vragen kunnen stellen om de ernst van de astma te kunnen vaststellen”, verklaart prof. Michel, pneumoloog in het CHU Brugmann.