Artrose, wat nu?

Een trap oplopen of een blik openmaken zijn alledaagse handelingen, die echter heel pijnlijk kunnen zijn voor wie aan artrose lijdt. Gewrichtspijn belemmert de bewegingen en toch moeten we ermee verder. Maar hoe?

Inhoud:

Schurend beenderweefsel
Een traag verloop
Verscheidene oorzaken
Drie symptomen
De diagnose: klinisch en radiologisch
Medicatie tegen pijn en ontsteking
Cortisone-injecties
Injecties met hyaluronisch zuur
Chirurgie: het laatste redmiddel
Voedingssupplementen
Blijven sporten
Mogelijke alternatieven

In België lijden niet minder dan 15 % van de vrouwen en 9 % van de mannen aan artrose en met de leeftijd stijgen deze cijfers aanzienlijk: boven de 65 heeft één vrouw op twee (46%) en één man op vier (27%) er last van. Is genezing mogelijk? En welke oplossingen bestaan er om de pijn te verzachten? We zochten naar antwoorden bij de reumatoloog dr. Gilles Blondiaux.

Schurend beenderweefsel

Artrose is een chronische, degeneratieve aandoening die het kraakbeen aantast en die een zeer variabele evolutie kent. Kraakbeen is een gladde, stevige en elastische materie, opgebouwd uit cellen die chondrocyten worden genoemd. Het bedekt de uiteinden van de beenderen, in de gewrichten, en heeft een schokdempend effect. In de loop van de tijd krijgt het kraakbeen nogal wat te verduren, maar in normale omstandigheden is dit geen probleem. In het geval van artrose echter wordt het kraakbeen aangetast, gaat het barsten vertonen en beetje bij beetje wegslijten, zodat het onderliggende been wordt blootgelegd. Zodra het beenderweefsel dat bloot komt te liggen, schuurt tegen ander beenderweefsel of tegen ander kraakbeen, zal de patiënt stilaan pijn voelen.

“Daarbij komt ook nog een reactie van het organisme: er treden herstellende fenomenen op. Zo kan bijvoorbeeld nieuw beenderweefsel worden gevormd (osteofyten of papegaaienbekken genoemd), het kraakbeenweefsel kan beginnen te verdikken of er kunnen kleine holtes ontstaan (geodes), wat tot ontsteking van het slijmvlies in de gewrichten en een teveel aan gewrichtssmeer (in het doktersjargon: synoviaal vocht) kan leiden. Bij een opstoot van artrose kan deze vochtophoping de oorzaak zijn van pijn”, legt dr. Blondiaux uit.

De hand is het meest aan artrose onderhevig, daarna volgen wervelkolom (nek – lage rug), knieën en bekken.


Een traag verloop

Artrose houdt verband met de leeftijd. “De eerste anatomische letsels, enkel merkbaar onder de microscoop, kunnen rond dertig, veertig jaar ontstaan zonder dat de patiënt er iets van merkt. Echte klachten komen er pas wanneer het kraakbeen begint af te slijten. Dit gebeurt vooral rond vijftig, zestig jaar. Er is dus zeer zeker een verband met de leeftijd, maar enkel omdat de schade groter wordt met de tijd: artrose is geen gewone slijtage van het kraakbeen, maar een ziekte waarbij de symptomen erger worden met de leeftijd.”

Terug naar begin

Verscheidene oorzaken

De precieze oorzaak van artrose is niet gekend. “Wellicht zijn er verschillende, en ook een genetische aanleg speelt mee”, stelt dr. Blondiaux vast. Maar er zijn ook andere risicofactoren:

  • het gewicht: logisch dat overgewicht de gewrichten – vooral de knieën en de wervelkolom – belast.
  • het geslacht: meer vrouwen dan mannen lijden aan artrose. “Wellicht is er een hormonale factor. Het fenomeen van artrose van hand en knieën komt frequenter voor tijdens de peri- en de postmenopauze.”
  • tabak: de sigaret is geen vriend van het kraakbeen. Verschillende studies tonen aan dat de slijtage veel ernstiger is bij rokers dan bij niet-rokers.
  • de levensstijl: sommige beroepen of zware fysische activiteiten werken artrose in de hand omdat de gewrichten het zwaar te verduren krijgen: profvoetballers, dansers, arbeiders die met zware machines werken, mijnwerkers, smeden, kleermakers, pianisten, diamantslijpers...

Terug naar begin

Drie symptomen

Pijn

“Deze pijn is mechanisch, wat wil zeggen dat ze geen continu verloop kent en vaak verband houdt met een bepaalde krachtinspanning of met het herhaald uitvoeren van bepaalde bewegingen. De pijn verergert dus bij beweging en vermindert, of houdt op, bij rust.” ’s Nachts ervaart de patiënt gewoonlijk geen pijn. “Samenvattend kunnen we zeggen dat de pijn zich vooral manifesteert bij het zich in gang zetten en bij vermoeidheid (na bepaalde inspanningen).”

Een uitzondering hierop zijn de opstoten van ontstekingen die nachtelijke pijn veroorzaken. Vaak is dit te wijten aan snelle afbraak van het kraakbeen.

Stijfheid

Loopt op gelijke voet met de evolutie van de artrose. “De pijn en de articulaire destructie brengen stijfheid teweeg en zorgen voor een functionele handicap. Deze stijfheid kan tijdelijk of blijvend zijn. Als de artrose de onderste ledematen treft, kan die stijfheid ervoor verantwoordelijk zijn dat een persoon gaat manken of dat er een gefixeerde stijfheid (flessum) optreedt, wat inhoudt dat hij een bepaald gewricht niet meer kan strekken. In de meeste gevallen is deze stijfheid te wijten aan het te dun geworden kraakbeen en de secundaire vorming van papegaaienbekken.”

Hydrartrose

Dit is de overmatige productie van vocht in het gewricht. “Het is een vochtophoping gepaard gaande met een lichte ontsteking, veroorzaakt door het slijmvlies in de gewrichtsholte. Meestal komt dit voor in de knieën of in de vingers.” De patiënt ondervindt last en pijn.


De diagnose: klinisch en radiologisch

Eerst en vooral wordt de patiënt door de dokter onderzocht. Sommige symptomen als pijn en stijfheid zijn duidelijk waarneembaar. Bij dit klinische onderzoek kunnen ook vervormingen als osteofyten worden gepalpeerd en opgezwollen gewrichten worden opgespoord.

Daarna zal een radiografie de graad van de artrose bepalen.

  • Eerst gaat men na in welke mate het kraakbeen minder dik geworden is: het kraakbeen zelf is niet zichtbaar op een radiografie, maar de ruimte tussen de twee beenderen wel.
  • De uiteinden van de beenderen kunnen er witter uitzien dan de rest van het been, want het been onder het kraakbeen kan verdikken als reactie op de verhoogde druk op het gewricht.
  • De osteofyten zijn zichtbaar en ook de geodes, de kleine holtes die verschijnen onder de oppervlakte van het been dat niet meer door kraakbeen is beschermd.

Er zijn ook nog andere complementaire diagnostische methodes, zoals artroscopie, MRI, beenderscintigrafie en analyse van het gewrichtsvocht (als het mogelijk is om een staal te nemen, een ideaal middel om artritis uit te sluiten).

Terug naar begin

Medicatie tegen pijn en ontsteking

Artrose kan niet worden genezen omdat tot nu toe geen enkele behandeling in staat is om het kraakbeen in de oorspronkelijke vorm te herstellen. Alle therapieën hebben dus enkel tot doel de pijn te verlichten, eventuele ontstekingen af te remmen en de patiënt weer een zekere mate van mobiliteit te gunnen.

Pijnstillers op basis van paracetamol zijn de belangrijkste en meest gebruikte geneesmiddelen tegen artrose. Ontstekingsremmers als ibuprofen, aspirine en andere kunnen ook nuttig zijn, zeker wanneer er een ontsteking ontstaan is. “Maar een te langdurig gebruik kan schadelijke nevenwerkingen hebben: een maagzweer, een acute of chronische nierinsufficiëntie. Het gebruik ervan moet beperkt blijven tot enkele dagen!”

Indien deze medicatie niet volstaat, kan de arts nog een pijnstiller op basis van opium toevoegen ( zwakke opiaten als tramadol). “Indien de pijn vooral mechanisch is, dan is een paracetamol of een zwak opiaat aanbevolen. Zware opiaten worden maar heel zelden voorgeschreven. De meeste patiënten worden behandeld met paracetamol. Dat is namelijk de minst toxische pijnstiller. Tenminste, als de maximale en over de dag gespreide dosering van 4g/dag niet wordt overschreden. Hoge dosissen paracetamol zijn immers schadelijk voor de lever, zeker wanneer iemand lijdt aan overgewicht. Een lever die vervet is, zal het geneesmiddel minder snel afbreken.”

Cortisone-injecties

Injecties met cortisone kunnen nuttig zijn bij een hevige ontsteking. “Wanneer artrose de oorzaak is van zwelling van het gewricht (aanwezigheid van vocht), zal dit vocht het been dat onder het kraakbeen ligt irriteren en pijn veroorzaken. Het gewricht kan dan worden ontlast door een punctie te verrichten om het vocht af te voeren. Tegelijk kan de arts ook cortisone in het gewricht injecteren. Cortisone is immers heel efficiënt tegen ontstekingen. Bovendien is het een middel dat lokaal wordt toegediend, meestal weinig bijwerkingen heeft en ook heel snel (tussen 24 en 48 uur) effect heeft. Een enkele injectie kan de patiënt bovendien gedurende enkele weken tot een jaar, soms zelfs nog langer, van pijn vrijwaren.”

Terug naar begin

Injecties met hyaluronisch zuur

Hyaluronisch zuur is een van de componenten van het gewrichtsvocht. Eigenlijk werkt het een beetje als een glijmiddel, omdat het de elasticiteit en viscositeit bevordert. Daarbovenop kan het ook nog eens een pijnstillende en ontstekingsremmende rol spelen. Bij artrose bevat het gewrichtsvocht namelijk te weinig hyaluronisch zuur. Een injectie van dit product (natuurlijk of synthetisch) helpt de pijn te verlichten en verbetert de beweeglijkheid. De injectie van dit zuur wordt viscosupplement genoemd.

“Zonder dat er een duidelijk aanwijsbaar wetenschappelijk bewijs kan gegeven worden, zijn drie tot vijf injecties aan te raden, een per week, en dit een of twee keer per jaar te herhalen. Dit product is wel tamelijk duur. Goed om te weten is dat deze behandeling slechts zin heeft als er nog kraakbeen aanwezig is. Voor matige gevallen van artrose dus.”

Terug naar begin

Chirurgie: het laatste redmiddel

Als zowat alle andere middelen uitgeput zijn, kan voor de artrose van knie en heup een chirurgische ingreep worden overwogen: een prothese kan dan het aangetaste gewricht vervangen.

“Toch is zo’n ingreep niet voor alle patiënten geschikt. Twee elementen spelen mee: enerzijds de pijn en anderzijds het verlies aan beweeglijkheid. Neem het voorbeeld van iemand die aan coxartrose (artrose van de heup) lijdt en daardoor niet meer kan lopen. Indien het gewricht erg beschadigd is, dan kan het worden vervangen door een prothese. De leeftijd mag geen reden zijn om zo’n ingreep uit te sluiten. Ook mensen van 80 of 90 kunnen zich laten opereren. Alles hangt af van de algemene gezondheid van de patiënt.”

Na de operatie zal de patiënt zeker revalidatie nodig hebben, hij zal met twee krukken moeten lopen, daarna met één, om uiteindelijk weer normaal uit de voeten te kunnen. Het plezier om weer naar buiten te kunnen gaan, in het bos te wandelen, of gewoonweg van de ene kamer naar de andere te kunnen stappen zonder pijn, is een ongelooflijke vooruitgang na jaren van verminderde beweeglijkheid.


Voedingssupplementen

Glucosamine en chondrotoïtine zijn natuurlijke bestanddelen van het kraakbeen. Vandaar dus de idee om die stoffen extra in te nemen en zo het kraakbeen te versterken. Sinds enkele jaren wordt daar veel reclame voor gemaakt. Geen wonder dat gelulen van glucosamine en chondrotoïtine heel wat artrosepatiënten lieten dromen van een makkelijke manier om artrose te voorkomen en/of genezen.

In België worden het merendeel van deze gelulen niet gezien als een geneesmiddel maar als een voedingssupplement, omdat hun werkzaamheid nog wetenschappelijk bewezen moet worden. In ieder geval zijn er studies die aantonen dat een bepaalde vorm van glucosamine (glucosaminesulfaat namelijk) een positief effect zou hebben op de pijnervaring en misschien ook wel op de bescherming van het kraakbeen.

“Sommige patiënten zeggen dat ze verlichting ondervinden wanneer ze deze supplementen nemen. Voor het ogenblik hebben we weinig wetenschappelijke bewijzen dat dergelijke middelen inderdaad werken. Maar er zijn studies die onderzoeken of en hoe ze kunnen worden ingezet tegen artrose. Bij dieren, met name bij paarden, is hun nut wel al vastgesteld.” Deze producten zijn zowat overal verkrijgbaar maar de kwaliteit is niet altijd gegarandeerd. Koop ze dus liever in een apotheek dan via het internet!

Terug naar begin

Blijven sporten

Pijn aan knieën of heupen is voor nogal wat mensen een reden om te stoppen met sporten. Onterecht, want fysische activiteit is goed. Maar niet om het even wat. Iemand die lijdt aan artrose vermijdt het best elke traumatiserende sport of contactsport: tennis, gevechtssporten, voetbal, jogging... Wandelen, zwemmen en fietsen daarentegen zijn sterk aanbevolen.

“In beweging blijven zorgt ervoor dat de gewrichten beter worden doorbloed, wat het kraakbeen voedt en helpt om afvalstoffen af te voeren. Wanneer u beweegt, stimuleert u dit proces en dat is goed voor het beschadigde kraakbeen.”

Toch is het best om niet te voortvarend te zijn. Blijven bewegen is belangrijk, maar overdrijven en forceren met pijn als gevolg is natuurlijk niet de bedoeling. “De patiënt moet zelf zoeken waar zijn grens ligt. Hij moet ondervinden hoeveel hij kan bewegen zonder te veel pijn te ervaren om zo de beweeglijkheid van zijn gewrichten te bewaren en zijn zelfredzaamheid te behouden.”

Terug naar begin

Mogelijke alternatieven

  • kinesitherapie: “Kan zeer nuttig zijn”, zegt dr. Blondiaux. “Een goede behandeling is echter niet mogelijk zonder een goed voorschrift: de kinesist moet dus georiënteerd worden in zijn behandeling. Er kan een fysiotherapeutische behandeling (warmte, koude, ultrasoon, elektrische stroom) gebruikt worden, maar er kan ook op de spieren worden gewerkt. Hierbij wordt de patiënt geholpen om zijn spierstelsel te versterken om zo zijn gewrichten te ondersteunen. Ook kunnen de spieren die onvoldoende gebruikt worden, uitgerekt worden. En de patiënt kan krukken en looprekken leren gebruiken.”
  • acupunctuur: Er zijn weinig studies daaromtrent gedaan, maar er kan worden gesteld dat acupunctuur bij sommige patiënten de pijn verlicht.
  • osteopathie: “Kan zeker helpen, maar blijf voorzichtig!”, raadt dr. Blondiaux aan. “Win het advies in van een arts die u zal oriënteren naar de meest adequate discipline, om te vermijden dat u zich op onverkend terrein begeeft. Zeker wanneer het een manipulatie betreft, is het aan te raden goed met uw arts te overleggen. Geen rugmanipulaties bijvoorbeeld wanneer u lijdt aan een discushernia of aan heupjicht.”

Terug naar begin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content