Professor Bart De Strooper © ©VIB-Ine Dehandschutter

Alzheimerprofessor Bart De Strooper optimistischer dan ooit: “Maar we moeten meer risico’s durven nemen”

Van Pfizer die de stekker uit het onderzoek trok, tot de Brexit die stokken in de wielen dreigt te steken. De zoektocht naar Alzheimermedicatie leek wel in het slop. Niets is minder waar, benadrukt Brain Prize winnaar prof. Bart De Strooper (VIB- KU Leuven). “Het onderzoek bevindt zich net in een stroomversnelling. Maar we moeten nu durven meer risico’s nemen om een doorbraak te forceren.”

Een jaar geleden gooide farmabedrijf Pfizer de handdoek in de ring wat betreft het Alzheimeronderzoek. Het zorgde voor een shockgolf bij de publieke opinie. Want de onderliggende boodschap leek wel dat de ziekte werd opgegeven. Hoe staan we er vandaag voor?

Prof. Bart De Strooper: “Als ik het onderzoeksveld naar Alzheimer overschouw, zie ik een enorme vooruitgang. We weten ontzettend veel meer over deze complexe hersenaandoening in vergelijking tot 25 jaar terug, toen ik hiermee begon. Zo is nu algemeen aanvaard dat het wel degelijk om een ziekte gaat, en geen ‘ouderdomsverschijnsel’ zoals lang werd aangenomen. Ook het taboe op de ziekte en de patiënten die ermee kampen is gelukkig grotendeels gekapseisd. Op vlak van diagnose en processen die zich afspelen, hebben we meer inzicht gekregen, maar wat nog ontbreekt is de praktische vertaling hiervan naar effectieve medicatie of behandelingen. Daar komt de industrie in het spel.”

De industrie haakt te snel af

“We hebben de afgelopen jaren heel wat pogingen gezien van de farma-industrie om middelen uit te testen. Zo’n klinische onderzoeken kosten handenvol geld omdat het ook gaat om langetermijnstudies waar jaren overheen gaan voor er resultaten zichtbaar worden. Ik begrijp hun bezorgdheid voor dat financiële plaatje, maar tegelijk vind ik dat de farma-industrie hier zwaar tekortschiet. Ze nemen onvoldoende risico’s. Van zodra er iets misloopt zoals teveel nevenwerkingen, worden studies vroegtijdig stopgezet. Daar missen we enorme kansen om te leren uit die klinische trials. Want net als het wat spaak loopt, zou je moeten opnieuw proberen en verder verfijnen. Maar doordat elke nieuwe poging het kostenplaatje doet oplopen zonder garantie op succes, haakt de industrie snel af.

Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat er een efficiënte behandeling op komst is: onder de vorm van een pil, een gentherapie, een antilichaam of nog iets anders.

Kenmerkend is wat er gebeurde met het nochtans beloftevolle onderzoek naar de zogeheten Bace-inhibitoren. Na twee jaar bleek dat de proefpersonen die de medicatie namen, er lichtjes op achteruit waren gegaan, waarna de meeste bedrijven hun onderzoek hebben afgeblazen. Mogelijk gaat het echter om een tijdelijke terugval, waarna de patiënt stabiel of beter zou kunnen worden. Dat is bijvoorbeeld ook vaak het geval met heel wat kankertherapieën, waarbij je er eerst slechter aan toe bent, en later verbetert. Alleen blijft die vraag voor de Bace-inhibitoren onbeantwoord omdat er geen lange termijnonderzoek volgt.

De situatie van Alzheimeronderzoek ligt anders dan bij kanker, hart- en vaatziekten of diabetes, die dertig maal meer investeringen naar zich weten toe te trekken. Dat komt doordat er daar al succesvolle medicatie voor bestaat, waardoor het geloof overheerst dat men meer moleculen kan vinden. Dat neemt niet weg dat de grote farma-bedrijven zoals Pfizer toch ook een maatschappelijk verantwoordelijkheid dragen.”

Plus Magazine: Is hier ook een rol weggelegd voor de publieke opinie, om het onderzoek een boost te geven?

Prof. De Strooper: “Absoluut. Alzheimer treft miljoenen mensen en hun omgeving. Vandaar dat het zo belangrijk is dat de maatschappij veel meer druk uitoefent op de overheid en de farma-industrie om door te gaan en meer risico’s te nemen. Niet alleen financieel, maar ook qua neveneffecten. Vandaag haken firma’s dan af, uit vrees voor klachten en schadevergoedingen. Begrijpelijk maar ook bij ziekten zoals aids en kanker is de doorbraak er ooit zo gekomen. Aanvankelijk gaven die vroege middelen ook een pak ongewenste bijwerkingen. Precies doordat patiënten en hun families bleven aandringen liepen de onderzoeken toch verder.

Het grote probleem bij Alzheimer is dat het hier moeilijker ligt om hiervoor toestemming te vragen aan de patiënten. Precies door hun hersenziekte lukt dat vaak niet, of zijn mensen niet altijd goed in staat om nevenwerkingen te rapporteren. Toch ben ik ervan overtuigd dat heel veel mensen wel degelijk bereid zijn om meer risico’s te aanvaarden in die zoektocht naar medicatie.

Ik denk dat we dringend een ruim debat moeten voeren over al die aspecten, zowel ethisch, medisch als financieel. Samen met de overheid, de bedrijven, de wetenschappers en artsen, maar ook de patiëntenorganisaties !

Blijft u ondanks al die tegenslagen optimistisch over een doorbraak?

Prof. De Strooper: “Ik ben nog nooit zo optimistisch geweest als vandaag. Voor het eerst in jaren heb ik het gevoel dat investeringen in het academisch Alzheimeronderzoek groeien richting het niveau van ziekten zoals Aids. Stichting Alzheimer Onderzoek (SAO) slaagt er steeds beter in om aan fundraising te doen wat voor ons onderzoekers veel betekent, al zijn we nog een kleine speler in vergelijking met Kom op tegen Kanker. Bovendien wordt er door verschillende onderzoeksgroepen via uiteenlopende invalshoeken gezocht naar middelen om de ziekte in te dijken of aan te pakken.

Kanker versus Alzheimer: de harde cijfers

Aantal klinische kankeronderzoeken sinds 2000: 6550

Aantal onderzoeken naar Alzheimer sinds 2000: 234

Wat weten we vandaag al over de oorzaken van dementie?

Prof. De Strooper: “Die zijn vrij goed in kaart gebracht. Het symptoom dementie kan het gevolg zijn van Alzheimer, maar ook cardio-vasculaire problemen kunnen een rol spelen, naast aandoeningen zoals Parkinson en een vijf à tien wat minder voorkomende ziekten.

Bij Alzheimer zelf zijn er twee belangrijke biochemische merkers: de plaques van amyloïden (een eiwit in de hersenen) en de neuronale kluwens. Nieuw is dat we nu een stap verder gaan en ook meer inzicht krijgen in de voorafgaande factoren, die ervoor zorgen dat dit eiwit begint te veranderen en zich begint op te hopen. Zo is nu duidelijk dat die plaquevorming al in een heel vroeg stadium start. De plaquevorming heeft te maken met de genen, maar mogelijk liggen ook infecties mee aan de basis. Ook veranderingen in het genetisch materiaal die door de veroudering opstapelen en vasculaire problemen kunnen dat mee in de hand werken. Al die pistes worden vandaag onderzocht en getest.

We begrijpen nu beter dat Alzheimer een complexe ziekte is met tal van oorzaken die op elkaar inwerken. Vroeger is lange tijd gedacht dat de amyloïd plaquevorming de hersenen doodde en dementie veroorzaakte maar dat bleek te simpel.

Door de vooruitgang in de genetica weten we vandaag ook dat de hersenen zelf reageren op die plaquevorming. Die reactie van de hersencellen varieert van mens tot mens. Wie er hevig op reageert, ontwikkelt Alzheimer. Wie dat weinig doet, blijft gespaard, ook al hebben ze een gelijkaardige ophoping van amyloïd. Zo’n inzichten stimuleren nieuwe ideeën voor behandelingen.

Welke veelbelovende onderzoekspistes worden zoal bewandeld?

Prof. De Strooper: “Ik ben erg enthousiast over het totaal nieuwe onderzoek naar de ontstekingscellen in de hersenen. Dat is een heel speciaal soort cel, totaal verschillend van de andere lichaamscellen, en ze reageert ook op veranderingen. Die cellen kunnen we bovendien activeren of onderdrukken. Heel veel onderzoeksgroepen gaan nu na of we via deze route Alzheimer zouden kunnen bestrijden. De komende jaren volgen er zeker klinische trials naar dit type medicatie.

Een andere grote kanshebber is de aanpak via antilichamen. We moeten nog voorzichtig zijn want we hebben al wat ontgoochelingen moeten slikken, maar de resultaten van de fase 2 studies waren erg spectaculair.

Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat er een efficiënte behandeling op komst is: onder de vorm van een pil, een gentherapie, een antilichaam of nog iets anders. Er zal niet één middel komen, dat voor iedereen werkt. We evolueren ook hier naar verschillende subtypes van Alzheimer. Zeker bij de oudere patiënten zien we veelal mengvormen van Alzheimer en andere soorten dementie. Behandelen wordt daar maatwerk.”

Belangrijk voor een succesvolle behandeling is ook een vroege opsporing. Zit er ook daar schot in de zaak?

Prof. De Strooper: “Zowel de cognitieve testen, als de beeldvorming staan al een heel stuk verder. Daardoor kunnen we Alzheimer al vaststellen op een moment dat patiënten nog maar heel milde klachten hebben, maar waarbij de hersenen toch al op een andere manier werken. Een belangrijke stap vooruit zijn de bloedtesten die momenteel worden uitgerold voor vroegdetectie. Die zullen een hersenvocht-onderzoek vervangen. Op termijn zouden we rond de leeftijd van 40 jaar moeten kunnen vaststellen of iemand kans loopt op Alzheimer.

Zo’n vroege diagnosen maken het mogelijk om ook onderzoeken naar behandelingen te verschuiven naar patiënten in deze prille fasen. Ik ben ervan overtuigd dat heel wat van de medicatie die onvoldoende aansloeg bij patiënten in een later stadium, mogelijk wel succesvol is als die vroeger wordt toegediend. Een groot obstakel hier is dat Alzheimerbehandelingen minstens twee jaar moeten genomen worden om een meetbaar resultaat te bekomen.

Is Alzheimer in je genen geschreven of kan je ook zelf iets ondernemen om de ziekte af te houden?

Prof. De Strooper: “De genetica is erg bepalend. Uit tweelingenstudies is dat duidelijk aangetoond. Het risico op Alzheimer wordt voor 56 à 72 % bepaald door je genetische opmaak. Dat moeten we onder ogen zien, maar dat betekent niet dat je helemaal niets zou kunnen ondernemen. Net als bij kanker en andere ziekten, kan je je risico wel beïnvloeden.

Zoals mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten preventief cholesterolremmers nemen, zullen we ook bij Alzheimer naar zo’n preventieve aanpak moeten evolueren om het risico in te dijken.

Daarnaast heeft ook de levensstijl invloed op het doorbreken van de ziekte. We zien de jongste jaren een opvallende trend. Mensen krijgen vandaag Alzheimer op een veel hogere leeftijd dan 20 jaar geleden. Ik vermoed dat dit te danken is aan een verbeterde cardiovasculaire gezondheid. De hersenen zijn de grootste zuurstofverbruikers in het lichaam. Door die te voorzien van een goede doorbloeding, zijn ze beter beschermd. Alles wat goed is voor het hart, is dat ook voor je hoofd.

Met andere woorden voldoende bewegen, het onderhouden van sociale interacties, en eenzaamheid aanpakken.

Van roken weten we 100 % zeker dat het absoluut negatief is voor het hart, de bloedvaten en dus ook de hersenen. Met alcohol ligt het wat lastiger. Teveel is natuurlijk nefast. Dat veroorzaakt andere vormen van dementie. Over mild gebruik is het beeld nog niet eenduidig.”

Ook chronisch slaaptekort zou Alzheimer in de hand werken?

Prof. De Strooper: “Ook hier moeten we nog de nodige reserves in acht nemen. Wetenschappers hebben ontdekt dat er tijdens de slaap een belangrijke schoonmaakoperatie plaatsvindt in de hersenen waarbij onder meer amyloïd eiwit wordt opgeruimd. Dat gebeurt door een vloeistofstroom die doorheen de slapende hersenen gaat. Dat leidde tot de hypothese dat de hersenen van slechte slapers minder goed schoongemaakt worden, wat het risico op Alzheimer zou verhogen. Maar die link is nergens bevestigd door studies. Wellicht is er meer in het spel dan het aantal uren dat je elke nacht onder zeil gaat.

Is medicatiegebruik een risico voor Alzheimer?

Prof. De Strooper: “Heel veel courante medicatie heeft invloed op de werking van onze hersenen. Wanneer er vermoedens rijzen van dementie is het daarom ook erg belangrijk om dat medicatiegebruik eens onder de loep te nemen door een gespecialiseerde arts. Bepaalde geneesmiddelen kunnen onbedoeld symptomen van dementie geven. Ook sommige voedingstekorten kunnen zo’n mentale achteruitgang in gang zetten. Bovendien reageren hoogbejaarden vaak anders op medicatie dan jongeren. Door doseringen aan te passen of medicatie te vervangen kan dat vaak verholpen worden. ”

De Belgische toponderzoeker professor Bart De Strooper won vorig jaar de prestigieuze Brain Prize voor zijn onderzoek naar de ziekte van Alzheimer. De Strooper, die ook aan het hoofd staan van Dementia Research Institute in Londen, geeft op 12 februari een zeer boeiende publiekslezing over deze ziekte. Toegang is gratis, inschrijven is wel verplicht. Alle info via cbd.vib.be/nl/lezing.

Partner Content