© Getty Images/Westend61

5 veelgestelde vragen over zoetstoffen

Zoetstoffen... Daarover doen heel wat verhalen de ronde. Zo wordt er wel eens gezegd dat je van light dranken alleen maar dikker wordt en dat zoetstoffen kanker veroorzaken. Klopt dat wel? Vijf veelgestelde vragen met hun antwoorden.

1. Welke zoetstof is het beste?

De ene zoetstof is niet beter of slechter dan de andere en ze zijn ook allemaal veilig in gebruik. Het hangt daarom sterk af van je persoonlijke voorkeur voor welke zoetstof je kiest. De een vindt stevia prettiger dan bijvoorbeeld sucralose. De ander gebruikt liever van aspartaam of sacharine. Voor het bakken met zoetstoffen geldt hetzelfde: de een houdt van een compacte cake en gebruikt daarom sucralose, de ander heeft het cake juist liever wat luchtiger en gebruikt tagatose.

2. Zijn zoetstoffen veilig?

Over zoetstoffen doen veel verhalen de ronde. Zo wordt wel eens gezegd dat zoetstoffen kankerverwekkend zijn. Zoetstoffen mogen echter alleen in voedingsmiddelen worden gebruikt als duidelijk is dat ze veilig (en dus niet kankerverwekkend) zijn. Zelfs het Wereld Kanker Onderzoek Fonds zegt dat zoetstoffen veilig zijn.

Er wordt vooraf dan ook uitgebreid onderzoek naar de veiligheid van zoetstoffen gedaan. Naar aanleiding van de onderzoeksuitkomsten wordt de zogenoemde ADI vastgesteld. Dit wordt gedaan door onafhankelijke wetenschappers van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). De ADI is de hoeveelheid zoetstof die iemand z’n hele leven lang dagelijks kan gebruiken zonder dat dit tot gezondheidsrisico’s leidt. Pas als de veiligheid van een stof bij dagelijks gebruik onder de ADI met voldoende zekerheid is aangetoond in wetenschappelijke onderzoeken, kan een stof worden toegelaten voor gebruik in levensmiddelen. Om een extra veiligheidsmarge in te bouwen is de ADI een factor 100 lager vastgesteld dan de hoeveelheid die naar verwachting tot gezondheidsproblemen kan leiden. Door deze ingebouwde veiligheidsmarge is het geen probleem als je een keertje meer binnenkrijgt dan die vastgestelde maximale hoeveelheid.

De ADI wordt overigens weergegeven in milligram per kilogram lichaamsgewicht. De hoeveelheid zoetstof per dag waarvan is aangetoond dat die veilig is, is voor kinderen en lichtere mensen daardoor dus lager dan voor mensen met een hoger lichaamsgewicht. Bij toepassing van meerdere zoetstoffen in één product wordt in de berekening uitgegaan van de zoetstof waarvan de ADI het snelst wordt bereikt.

3. Word je dik van light frisdrank?

Door het drinken van suikerhoudende drank krijg je ongemerkt veel calorieën binnen. Door de suiker te vervangen door kunstmatige zoetstoffen smaken dranken nog steeds zoet, maar dan zonder calorieën. Dat lijkt dus een ideale oplossing. Sommige mensen zeggen echter dat kunstmatige zoetstoffen tot gewichtstoename leiden.

Dat zoetstoffen je dikker maken komt niet uit de meest betrouwbare studies. Sterker nog: die tonen aan dat je gewicht verliest wanneer je suikerhoudende dranken verwisselt voor light dranken. Dat wil trouwens niet zeggen dat light dranken dé oplossing voor overgewicht zijn; het gaat namelijk maar om ongeveer 1 kilo. Daarnaast zullen voor gewichtsverlies ook andere aanpassingen in het eetpatroon nodig zijn. Bovendien tasten de zuren die erin zitten het tandglazuur aan. Water, thee en koffie blijven dus de voorkeur verdienen.

Het is overigens wel zo dat mensen die dranken met zoetstoffen drinken vaker een hoger BMI hebben. Dit staat bekend als ‘reverse causality’. Het is namelijk aannemelijk dat het juist mensen met overgewicht zijn die light dranken drinken, in een poging iets af te vallen. Daarnaast is er iets wat ze ‘compensatiedrang’ noemen: door gebrek aan kennis overschatten veel mensen de gezondheidsvoordelen van lightproducten of etenswaren met zoetstoffen. Wanneer zij ‘minder kilocalorieën’ of ‘minder vet’ op de verpakking van een product zien staan, verwachten zij dat hier drastisch minder kilocalorieën in zitten. Hierdoor gaan ze juist meer eten en/of drinken.

4. Waarom krijg je soms een bittere nasmaak van zoetstoffen?

Met je smaakpapillen onderscheid je zout, zuur, bitter, zoet en umami. Maar dat onderscheid is wel heel persoonlijk. Zo kan de één een bittere smaak intenser waarnemen dan een ander. In het geval van stevia wordt de zoete smaak vertraagd door het lichaam waargenomen. Het heeft een enigszins bittere smaak en nasmaak. De bitterheid neemt af als stevia wordt gemengd met suikers zoals sacharose, fructose of glucose. Dit laatste wordt vaak gedaan bij frisdranken.

5. Passen zoetstoffen in een koolhydraatarm of -beperkt dieet?

Laagcalorische zoetstoffen zijn geen koolhydraten. Een zoetje of vloeibare intensieve zoetstoffen (bijvoorbeeld in frisdrank) tellen daarom niet mee voor de koolhydraten. Een laagcalorische zoetstof in poedervorm bevat wel een klein beetje koolhydraten, 0,5 gram per theelepel zoetstof. Dit is zo weinig dat een laagcalorische zoetstof in een laag koolhydrate voeding past.

Het is wel opletten wanneer je je eten of drinken zoet met iets uit de zoetstoffengroep polyolen. Dit zijn namelijk zijn een soort koolhydraten. Van polyolen heb je meer nodig dan van intensieve zoetstoffen om dezelfde zoete smaak te bereiken. Als je koolhydraatarm of koolhydraatbeperkt eet, is het daarom wel verstandig te kijken naar de hoeveelheid polyolen die je gebruikt.

Bron: Gezondheidsnet.nl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content