© ISTOCK

Zo help je vogels de winter door

Door je gevederde vrienden in de winter te voederen, help je ze een periode van voedselschaarste door te komen. Zaak is te weten hoe, wanneer en waarmee, zodat je vanachter je raam volop kan meegenieten van dit schouwspel.

Vogels zouden zich alleen moeten kunnen redden in de natuur. Helaas is een vogelvriendelijke omgeving eerder zeldzaam geworden. Het is dan ook geen overbodige luxe om vogels bij koud weer een handje te helpen.

Waarom voederen?

Wanneer het vriest of sneeuwt, is voedsel schaars, terwijl vogels het net dan meer dan ooit nodig hebben. Om zich te beschermen tegen de kou zetten ze hun veren op en creëren ze een warm verenkleed. Een inspanning die hen iedere nacht 10 tot 12% van hun gewicht kost! Willen ze overleven, dan moeten ze ’s avonds kunnen eten maar vooral ’s ochtends kunnen bijtanken om op kracht te komen. Mooi meegenomen is dat vogels in je tuin of op je terras zien smullen van wat je hen voorschotelt leuke taferelen oplevert. En als ze het goed bij je hebben, zullen ze ieder jaar weerkeren met hun jonkies.

Wanneer?

Begin met vogels voeren vanaf de eerste vorst tot half maart. Je kleine beschermelingen zijn afhankelijk van wat je hen aanbiedt, zorg dus voor regelmaat! Zodra de lente in aantocht is, kan je het voeren geleidelijk afbouwen. Het beste moment is zoals gezegd ’s ochtends vroeg, maar vul hun voorraad ’s avonds nog een tweede keer aan.

Waarmee?

Afwisseling is het sleutelwoord: niet alle vogels eten hetzelfde. Zaadeters – vinken, putters, mussen zijn dol op zaden en granen: koolzaad, lijnzaad, pinda’s (ongezouten en nietgeroosterd), zonnebloempitten en haver. Insecteneters – merels, spreeuwen, roodborstjes – houden meer van insecten, bessen, slakken, regenwormen en fruit.

Voederen doe je zo

  • Hang voedsel op: vetbollen met zaden, bessen en gedroogd fruit en/of pindakettingen van ongezouten en ongepelde pindanoten.
  • Verspreid wat voer over de grond voor vogels die liever in een open ruimte eten om roofdieren te zien aankomen. Leg de zaden en broodkruimels op een plankje om te vermijden dat ze in contact komen met de vochtige grond.
  • Monteer een voederplankje op een voet. Gebruik een gladde paal van minstens 1,75 m hoog zodat de poes er niet bij kan. Plaats het niet te dicht bij een boom en niet te ver van wat kreupelhout, zodat de vogels zich bij onraad kunnen verschuilen. Met een dakje er bovenop hou je het voeldsel droog.
  • Merels en lijsters doe je een plezier met overrijpe appels. Laat ze heel zodat ze minder snel bevriezen.
  • Bonte spechten verleid je door een voederautomaat aan een boomstam te bevestigen.

Dit doe je beter niet

  • Geef geen gezouten voedsel of etensresten: zout verhoogt de kans op uitdroging.
  • Geef geen margarine, vloeibare vetstoffen (olie) en spek: deze werken laxerend bij vogels.
  • Leg geen grote stukken brood – kruimels zijn wel oké – en liever geen wit brood, want dat gist snel.
  • Geef geen kaaskorst met plastic omheen.
  • Geef geen beschimmeld of bedorven voedsel.

Op de grond of in de hoogte?

Wil je veel verschillende soorten vogels aantrekken, dan moet je zowel op de grond als op een voederplank voor eten zorgen. Want het roodborstje en de merel zoeken voedsel op de grond. Terwijl vinken en groenlingen liever een stabiel voederplankje in de hoogte hebben. De koolmees huppelt dan weer van tak naar tak, terwijl de pimpelmees zich liever zwevend vastklampt.

Zo help je vogels de winter door
© ISTOCK

Vers en schoon

Vogels zijn tere beestjes. Maak hun voederbakje dus geregeld schoon met water en een borstel. Hun voedsel moet ook vers zijn: vul het bakje daarom beetje bij beetje bij en vergeet de vetbollen niet te verversen, want die worden bij meer dan 7°C snel ranzig.

Voorzie ook water

Vogels hebben dorst in de winter. Geef ze zuiver water, zonder additieven of antivriesmiddel. Idealiter doe je wat lauw water in een ondiep schoteltje (3 tot 4 cm). Ververs het water twee keer per dag en leg wat kippengaas over het schoteltje zodat ze niet verdrinken. Tip: als je het water altijd rond hetzelfde tijdstip ververst, zullen ze de gewoonte kweken om te komen drinken voor het bevroren is.

Maak zelf een vogeltaart

Dit heb je nodig om een vogeltaart te maken.

1. Vetstof: reuzel of frituurvet

2. Een mengeling van zaden, granen, bessen en/of gedroogd fruit, gekocht of zelf samengesteld

3. Vormpjes: kleine taartvormpjes, een halve kokosnoot, een kopje,...

4. En voor hangvoerbakjes: wat touw en/of een netje, bv. een sinaasappelnetje.

Zo ga je te werk. Laat het vet smelten, voeg de zadenmengeling toe en doe het mengsel in een vormpje. Laat de taart afkoelen. Om de taart op te hangen, stop je het uiteinde van een touwtje in de vorm voor je het vet weer hard laat worden.

Help de natuur een handje

Als je wil dat vogels bij jou kost en inwoning komen zoeken, denk dan ook aan hen als je je tuin (her)aanlegt. Plant verschillende soorten inheemse hagen, gebruik geen chemische producten, laat een stukje van je tuin ongesnoeid zodat er wilde planten kunnen groeien, en laat wat dood hout liggen voor holbroeders.

Meer weten?

www.natuurpunt.be

Wintervogels – Lars Jonsson – Kosmos Uitgevers – € 29,99 – isbn 9789021563060. Een uitgelezen boek om de wintervogels in je tuin beter te leren kennen, met prachtige aquarellen.

Partner Content