© REPORTERS

Wégimont, de kinderopvang van het Reich

1943. In het kasteel van Wégimont bij Luik openen de Duitsers een Lebensborn. Die moet baby’s geboren uit een liefdesrelatie tussen de bezetter en vrouwen uit bezet gebied discreet opvangen.

Wanneer de Duitsers kort na de bezetting van België het kasteel van Wégimont verkennen, vallen ze snel voor de charme van deze plek. Het indrukwekkende bouwwerk, waarvan de oudste delen teruggaan tot de 15de eeuw, straalt dan ook klasse uit. De weg er naartoe loopt via een lange, groene dreef, over een brug die de oude slotgracht overspant, onder een indrukwekkend portaal met majestueuze, bolvormige klokkentoren door, tot op de binnenplaats. Tussen al dat groen vallen de mooie, strakke gevels in Maasrenaissance meteen op. Vlakbij de vijver duikt een neoclassicistisch pavilioentje met zuilenrondgang tussen de bomen op.

In het begin dient het kasteel van Wégimont als onderkomen voor de bezettingstroepen, maar vanaf 1942 krijgt het een nieuwe bestemming. Behalve de mooie architectuur, biedt het kasteel immers nog interessante troeven: het ligt buiten het zicht van de omwonenden, maar niet te ver van de stad Luik (en haar ziekenhuizen). Het beschikt over een groot aantal kamers en is al volledig uitgerust om er mensen in groep te laten samenleven. Enkele jaren eerder had de provincie Luik het domein immers omgevormd tot een modern ontspannings- en hersteloord voor arbeiders. Na enkele verbouwingen openen de nazi’s er in alle discretie een ietwat speciale privékraamkliniek, de enige Lebensborn in België, onder de naam Heim Ardennen.

Geen veredeld bordeel

Over Lebensborn-centra doen veel verhalen de ronde. Ze worden soms afgeschilderd als bordelen waar dronken SS’ers fanatieke vrouwen bezwangerden om kleine Ariërs te kweken. De realiteit is minder diabolisch maar wel tragisch voor de betrokken kinderen. De Lebensborn-centra, in 1935 in het leven geroepen en gefinancierd door de SS, waren vooral kwaliteitsvolle kraamklinieken die pasten in de geboortepolitiek van het Reich. In de bezette gebieden van West-Europa zorgen ze er vooral voor dat alleenstaande vrouwen die zwanger zijn van Duitse soldaten of van sympathisanten van het regime, in alle discretie kunnen bevallen om daarna hun kind af te staan. Het is een handige manier om een schandaal of een abortus te vermijden en tegelijk bij te dragen tot de glorie van Groot-Duitsland. “De Lebensborn ontfermde zich over de zwangere vrouwen, bood hulp bij de bevalling – de klinieken waren toppers inzake verloskunde – en nam de zorg voor de baby op zich”, zegt Gerlinda Swillen, historica en auteur van een brede studie over oorlogskinderen in België. “Er was ook een dienst die de baby’s, nadat de moeder het kind had afgestaan, toekende aan ouders van Arische afkomst die sympathiseerden met het regime.”

De enige voorwaarde voor adoptie was dat het kind in de ogen van de nazi’s ‘raszuiver’ moest zijn. Daartoe onderzochten ze de voorgeschiedenis van de moeder en, indien mogelijk, de verwekker. Ook werd de baby na de geboorte onderworpen aan een rassencontrole, een erg vaag concept dat aan geen enkele wetenschappelijke realiteit beantwoordt.

Militaire opvoeding

Bij de opening van Lebensborn Heim Ardennen in maart 1943, kan het kasteel tot twintig vrouwen en hun baby’s opvangen. “De moeders kwamen niet allemaal uit ons land: er waren ook Franse en Engelse vrouwen bij”, vertelt Gerlinda Swillen. “Hun echte naam werd vervangen door een pseudoniem. Een moeder die ik kon interviewen, bevestigde me dat de medische zorg uitstekend was, maar dat de vrouwen hun baby’s enkel volgens strikte regels mochten knuffelen. Bemoederen werd om hygiënische redenen niet aangemoedigd en paste niet in het opvoedingsbeleid van de nazi’s: kinderen moesten streng, autoritair, op bijna militaire wijze worden grootgebracht, zonder veel sentimentaliteit. Alle vaderssoldaten mochten strikt genomen hun vrouw bezoeken en gebruik maken van de ontspanningsfaciliteiten van het kasteel, maar in werkelijkheid konden enkel officieren zich dit soort van verplaatsingen veroorloven. Contact met de buitenwereld was trouwens verboden.”

“Was vader een beul?”

Ondanks de sfeer van geheimdoenerij en discretie die rond het kasteel hangt, weten de omwonenden toch min of meer wat hier gebeurt. Om te kunnen functioneren doet de Lebensborn immers een beroep op lokale werkkrachten, zoals de kamermeisjes en kokkinnen die er al voor de oorlog werkten. De zeldzame archieven die niet werden vernietigd, en die in 2008 door Joël Matriche, journalist bij de krant Le Soir, werden teruggevonden, maken gewag van ‘nors personeel dat niet altijd meewerkte’. Datzelfde personeel zou slordig te werk gaan, weinig begrip tonen voor de moeders en hun baby’s en de ruimtes niet netjes onderhouden. Een kokkin zou op een dag zelfs een ‘grap’ hebben uitgehaald en de leidinggevende officier van de Lebensborn een bord soep met levende kikkers hebben geserveerd. Op het platteland in de omgeving stond men vijandig tegenover de bezetters van het kasteel. De Duitsers hebben dan ook moeite om vroedvrouwen te vinden die bij de bevallingen wilden helpen.

Wégimont, de kinderopvang van het Reich

Slechts een fractie van de archieven van Lebensborn werd niet vernietigd, waaronder de twee foto’s bij dit artikel.

Ook al heeft het Lebensborn-programma nooit zo goed gewerkt als de nazi’s hadden gewild, toch zouden er binnen de muren van Wégimont een vijftigtal kinderen zijn geboren. Het kasteel wordt in september 1944 door de Duitsers ontruimd omwille van de oprukkende geallieerden. De meeste archieven worden verbrand en de baby’s worden inderhaast naar Duitsland overgebracht. “Ze hebben zelfs het kind van een vrouw die in het kasteel werkte meegenomen”, weet Gerlinda Swillen nog te vertellen. De meeste kinderen worden in een bevolkingsregister in Duitsland ingeschreven en elk spoor van hun afkomst wordt gewist. “Wanneer de Amerikanen de geëvacueerde Lebensborn-kinderen terugvinden in een tehuis in de buurt van München, blijkt het erg moeilijk om hun voorgeschiedenis en afkomst te achterhalen. En dus worden kinderen die Frans verstaan bijvoorbeeld gemakshalve allemaal naar Frankrijk gerepatrieerd.”

Wégimont, de kinderopvang van het Reich

De kinderen van Wégimont die vandaag nog leven, wonen verspreid over België, Duitsland, Frankrijk en zelfs Australië, wist Joël Matriche te achterhalen. Gerlinda Swillen: “Net als alle andere kinderen die tijdens de oorlog in bezet gebied werden geboren uit een Duitse vader, hebben deze mensen voor zichzelf een verleden bijeen moeten puzzelen. Dat is heel pijnlijk. Ze stellen zich allemaal dezelfde vragen. ‘Was mijn vader een beul?’ ‘Hebben mijn ouders echt van elkaar gehouden of ging het om een onenightstand?'” Vragen die, ook 70 jaar na de feiten, onbeantwoord blijven.

  • Na de oorlog wordt het kasteel van Wégimont weer een provinciaal domein. Het park bestaat vandaag onder meer uit een arboretum, een openluchtzwembadcomplex, vijvers, speelpleinen en een kampeerterrein.
  • Het kasteel dient nu als logies voor schoolgroepen en particulieren. Na een brand in 1964 werd het grotendeels gerestaureerd. Maar o.a. de bolvormige klokkentoren bij de ingang is verdwenen.
  • Provinciaal Domein Wégimont, Chaussée de Wégimont 76, 4630 Soumagne, 04 237 24 00. www.provincedeliege.be/nl/wegimont

Partner Content