Tussen muren van stro en leem

De voordelen van een woning van stro, leem, hout en glas: lage stookkosten, een gezonde leefatmosfeer en het gebruik van duurzame materialen. Maar wat kunnen we doen in een bestaande woning?

Inhoud:

De schemering valt wanneer ik in Val-Meer (tussen Tongeren en Luik) binnenstap in de woning van Hein Lueg, Geert Goffin en hun vier kinderen. De dag is koud en zonnig geweest. Binnenshuis is de thermostaat van de centrale verwarming (radiatoren op aardgas) sinds 10 uur ’s ochtends geen enkele keer aangeslagen. Toch wijst de thermometer 22,5°C aan en de binnenlucht voelt aangenaam en gezond droog aan.

Tandarts Hein en lerares Geert droomden van een lage-energiewoning met duurzame, milieuvriendelijke materialen en voor een betaalbare prijs. Ze wonen hier nu vier jaar en kunnen dus al een balans opmaken: “Onze gasfactuur voor verwarming en voor het koken bedraagt nu ? 83 per maand”, vertelt Geert. “Het had nog wat minder gekund want we weten nu dat we een cv-ketel met een te hoog vermogen gekozen hebben. We wilden zeker spelen voor het geval de beloften van een laag energieverbruik niet uitkwamen.”

Een huis dat ademt

Om hun droom waar te maken, koos het echtpaar voor de zogenaamde strobouw. De ruwbouw van de woning is een houten geraamte (houtskeletbouw), de buitenmuren bestaan uit strobalen die tussen de balken worden opgespannen. Deze balen hebben standaard een dikte van 50 cm, een hoogte van 35 cm en een lengte die kan variëren (60, 70 of 80 cm). Ze zijn gemaakt van samengeperste strohalmen. Omdat de halmen hol zijn, ontstaat een sterk isolerend effect: een strobaal van 50 cm dik komt overeen met een even dikke isolatie van rotswol.

Het stro van de muren wordt bepleisterd met enkele lagen leem of met traskalk – een natuurlijke kalk die ademt. “Aan de buitenkant hebben we het stro bepleisterd met drie lagen traskalk omdat dit materiaal voor een mooie en strakke afwerking zorgt. Aan de binnenkant kozen we voor leem”, vertelt Geert. “Dat hebben we gerecupereerd uit de grond die voor onze woning was uitgegraven. We hebben het gemengd met stroafval, water en kalk. Als de bepleistering met een dakoversteek beschermd wordt tegen de inslag van regen, kan het stro niet rotten en is het in principe even stevig als bakstenen.”

Geert Goffin is zo enthousiast over de strobouw dat ze mee Casa Calida (Warm huis) heeft opgericht, een vereniging die particulieren, architecten en aannemers informeert over deze bouwwijze. Ze organiseert werfbezoeken en geeft tips en demonstraties voor zelfbouwers.

Toch moeten we eerlijk blijven: het lage energieverbruik van de woning is echt niet alleen te danken aan de strobalen. Het dak is geïsoleerd met 23 cm rotswol, op de ondervloer kwam 7 cm rotswol. Zonnepanelen zorgen voor het warme water. En verder valt vooral de grote glazen oppervlakte op. Eén derde van de buitenwanden bestaat over de volledige hoogte en breedte uit dubbel glas, vooral dan op het zuiden en het westen (aan de noordkant is de woning bijna volledig dicht). Ook in het dak is nog een glasstrook ingevoegd. Op die manier profiteert het huis optimaal van de passieve zonne-energie. Een brede dakoversteek houdt de zon buiten in de zomer, maar laat ze royaal binnen in de winter en de tussenseizoenen. Op warme dagen blijkt de dakoversteek echter niet voldoende te zijn. In afwachting van grote luifels en jaloezieën, spannen Hein en Geert dan zeildoeken tegen de zuid- en westkant aan.

Kostprijs: ? 110.000

Het resultaat is een woning met een zeer open en gastvrij gevoel. De flexibele binneninrichting draagt daartoe bij. Er zijn maar enkele binnenmuren van blokken cellenbeton en die zijn niet dragend, zodat ze zonder veel moeite verwijderd of verplaatst kunnen worden. Binnenin vallen het vele licht en de gezonde atmosfeer op. “Natuurlijke materialen als hout, stro en kalk ademen en isoleren tegelijk”, zegt Geert. “Je hebt geen ventilatie nodig en er is geen gevaar voor koudebruggen. En onze kamerplanten groeien hier dat het een lieve lust is.”

De grootste verdienste van deze bouwwijze is wellicht de prijs. Dit huis met een totale woonoppervlakte van 200 m2 heeft ? 110.000 gekost, inclusief de badkamer en de keuken. De waarheid gebiedt echter te zeggen dat Hein enorm veel zelf heeft gedaan. De aannemer zorgde alleen voor de houtskeletbouw, de ondervloer, de beglazing en de veluxramen. Op basis van de plannen van architect Peter Vos nam Hein de stromuren, de bepleistering, de binnenmuren, de trap, de vloerbekleding, de elektriciteit, de zonnepanelen en het sanitair voor zijn rekening.

“Dat is nu juist het voordeel van onze bouwwijze”, pleit Geert. “Als je een beetje handig bent, is het maken van een stromuur bijvoorbeeld, veel makkelijker dan het metselen van een spouwmuur met isolatie.”

Lage-energie- of passiefhuis?

Het huis in Val-Meer heeft een K-waarde van 27. De K-waarde geeft aan hoeveel warmte een woning verliest (door haar dak, buitenmuren en vloeren) in verhouding tot de bewoonbare oppervlakte. Hoe lager de K-waarde, hoe beter de woning geïsoleerd is. Woningen met een K-waarde tussen 0 en 30 zijn lage-energiehuizen.

Een passiefhuis (of nulenergiewoning) gaat nog een stuk verder. Dat heeft 0 als K-waarde. Het is zo dik ge-isoleerd dat de bewoners nooit moeten stoken: 40 tot 45 cm isolatie onder het dak, 25 tot 35 cm in de muren, 20 cm in de vloer enz. Een passiefhuis heeft dan ook geen klassieke verwarming nodig. De warmte van de zon en een kleine bijverwarming volstaan. De gemiddelde stookkost beraagt ? 30 tot 110 per jaar.

Nadelen zijn er zeker ook, al moeten we die relativeren. De extreme isolatie vereist een goed ventilatiesysteem om de binnenatmosfeer gezond te houden. Tegelijk recupereert dit systeem echter ook warmte via een warmtewisselaar. Een tweede nadeel is de hogere kostprijs (10 tot 15% hoger dan een traditionele woning), maar die wordt op gemiddeld 15 jaar terugverdiend door de bijna onbestaande stookkosten, de premies en de fiscale aftrekmogelijkheden.

Echt warm lijken de Belgen voor dit idee nog niet te lopen. We zijn wel massaal geïnteresseerd in een betere isolatie, zonne-energie en lage energiehuizen maar een passiefhuis lijkt ons nog een stap te ver.

De mogelijkheden voor een bestaande woning

Bij de verdedigers van strobouw, ecologische bouwmaterialen, lage-energiewoningen en passiefhuizen moeten we steeds hetzelfde gemis vaststellen: ze gaan uit van nieuwbouw of van zware verbouwingen. Wat kunnen we zinvol doen om van een bestaande woning een laag energiehuis te maken zonder muren te moeten slopen?

  • Het dak van binnenuit isoleren of de bestaande isolatie dikker maken: dit kan meestal gebeuren zonder veel sloopwerk. Gebruik minstens 15 cm rotswol of glaswol.
  • Enkele beglazing vervangen door dubbele.
  • Als uw woning een kruipkelder heeft, kunt u tegen de onderkant van de vloer van de benedenverdieping platen geëxpandeerd polystyreen aanbrengen (5 tot 6 cm dik).
  • Zit er helemaal geen isolatie in de buitenmuren, dan kunt u overwegen om met houten latten een bekisting van 8 cm dik aan te brengen tegen de binnenzijde van die muren. De bekisting kunt u opvullen met rotswoldekens en vervolgens onzichtbaar maken met een wand van gipsplaten. Uiteraard verliest u hiermee ruimte in de kamers.
  • Dacht u aan veranda? Misschien is het een slimmer idee een aanbouw aan uw woning te laten maken volgens de principes van de strobouw of van het passiefhuis. Deze aanbouw (zit- en werkhoek, keuken) gebruikt u dan vooral overdag. Dit is zeker een zinvolle oplossing als u aan een of andere vorm van kangoeroewonen denkt. Of als u alles naar de benedenverdieping wilt brengen.
  • Zonnepanelen op het dak laten plaatsen voor warm water.
  • De oude stookketel vervangen door een condensatieketel op lage temperatuur.

Meer info:

  • over strobouw: vzw Casa Valida, Grootmeers 14, 3700 Tongeren, tel. 012 39 50 28, www.casacalida.be
  • over passiefhuizen: vzw Passiefhuis-Platform, Gitschotellei 138, 2600 Berchem, tel. 0903 467 47 (? 1,12/minuut) en www.passiefhuisplatform.be

Partner Content