© IMAGEGLOBE

Rocco Granata: Mijn familie heeft afgezien

We zouden het allemaal wel willen. Een keer kijken naar de film van onze jeugd. Zanger en muzikant Rocco Granata (75) valt die eer te beurt. Stijn Coninx draaide met Marina een film gebaseerd op de jeugd van deze sympathieke mijnwerkerszoon, die wereldwijd miljoenen platen verkocht. Plus Magazine sprak met hem.

Plus Magazine: Hoe voelt het om naar een film over uw eigen jeugd te kijken?

Rocco Granata: De film doet mij heel veel, want hij stopt bij mijn eerste grote succes Marina, net wanneer ik doorbreek. Ik ben blij dat de film toont hoe mijn familie heeft afgezien, vooral mijn ouders dan. Maar ook hoe wij als kinderen hebben geleden, want wij moesten Nederlands leren om hen te helpen. Wij gingen voor hen naar de winkel, naar de ‘ziekenkas’. Want zij spraken de taal niet. En dan mijn gevecht, waardoor u nu hier zit.

Bent u tevreden met het resultaat?

De film schetst een juist beeld van mijn jeugd. Ik ben heel tevreden omdat er geen stoeferij in zit. Ik heb gehoord dat Di Rupo hem al gezien heeft en hij herkende veel, het vechten om te kunnen studeren en ergens te geraken bijvoorbeeld. Het doet mij ook plezier dat mensen geraakt worden door mijn verhaal. Ik heb de film intussen al een vijftiental keer gezien tijdens previews. En de meeste mensen komen met tranen in de ogen naar buiten. Ik denk dat de boodschap duidelijk is: in het leven moet men vechten om ergens te geraken.

Hoe kijkt u eigenlijk terug op uw jeugd? Was het een mooie jeugd? Of toch vooral hard?

Het was vooral hard. In Zuid-Italië was het formidabel. Dat ik mijn lagere school daar heb kunnen doen, dat is mijn grootste geluk. Zo ken ik mijn Italiaans van A tot Z. Als ik er aan denk dat wij een halve dag les volgden en een halve dag buiten speelden..in de zomer op blote voeten. Ik volgde muzieklessen in Zuid-Italië en ontdekte er de eerste radio. En dan de triestigheid toen we naar België kwamen! Ik zag hier geen blauwe hemel, geen bergen, geen zon en zee. Mama en papa spraken de taal niet. Het was een hard leven. Maar weet je, je kan het vergelijken met mensen die ten oorlog moesten trekken en uiteindelijk de oorlog winnen.

Rond welke leeftijd heeft u uw draai hier gevonden?

Toen ik ‘Vlaams’ kon spreken. Mijn eerste woord was ‘voetbal’. Op school kon ik goed voetballen en rekenen. Ik was ook misdienaar bij de Italiaanse kerk. Zo stond ik goed bij de paters op school. Maar mijn klasgenootjes waren niet zo vriendelijk. Tijdens de speeltijd kon ik zelden meespelen. Je ziet het in de film: “Weg, weg, jij spaghettivreter”, riepen ze!. (verontwaardigd). Ze wisten nog niet eens wat goede spaghetti was! Toen ik de taal kon spreken, werd ik meer aanvaard. Toen was ik zo’n jaar of 12.

U moet als jonge twintiger wel veel zelfvertrouwen gehad hebben. Oorspronkelijk wou niemand uw plaat uitbrengen. U hebt ze dan maar zelf verkocht.

Ik heb altijd vertrouwen gehad in wat ik deed, al was het niet zo dat ik mezelf zo geweldig goed vond. Maar ik was op het ogenblik van mijn eerste succes al lang bezig! Ik volgde al muziekles sinds ik zeven was, eerst in Italië, later hier België. Langzaamaan begon ik hier in cafeetjes te spelen. En dan pas kwam mijn eerste plaat Marina.

Marina was eigenlijk een B-kant. Maar toen de plaat klaar was, wou niemand ze uitbrengen. Toen heb ik zelf mijn 300 platen laten persen. Ik verkocht ze links en rechts voor 25 frank. En langzaam, langzaam, langzaam kwamen de winkeliers naar mij toe. De eerste verkocht ik bij Betty, een klein winkeltje in Winterslag. Ik beloofde ze terug te nemen als ze niet verkocht raakten. Maar het werd een succes. En Betty zei tegen de vertegenwoordigers van de platenmaatschappijen die bij haar langs kwamen: “Maar waarom koopt u de plaat van ‘dat jongske’ niet, ze verkoopt als zoete broodjes”. En toen realiseerden ze zich: och, dat is degene die we hebben geweigerd! En toen ben ik zo sterk geweest om niet meer in zee te gaan met een grote platenfirma. Want toen kwamen ze allemaal tegelijk af. Maar ik zei: jullie hebben mij niet gewild, nu neem ik iemand anders! En ik heb gekozen voor de kleinste platenfirma van België. En die heeft ervoor gezorgd dat mijn plaat in heel de wereld werd uitgebracht.

Uw vader heeft een belangrijke rol in de film. Hij is een hardwerkende man, maar een beetje verbitterd. Was hij in werkelijkheid ook zo?

Mijn vader was in het begin heel lief. Hij liet mij muziekles volgen, kocht mij een accordeon. Maar hij is hard geworden toen hij begreep dat ik van muziek mijn beroep wilde maken. Hij heeft ook effectief mijn accordeon een keer buiten gezet. Hij speelde zelf wat gitaar, zijn broer ook. Maar zijn broer verdiende niets. Die speelde op trouwfeesten en in cafés en kwam meer dronken thuis dan met geld. En dus wilde mijn vader niet dat ik die weg op ging. Hij wilde dat ik een stiel leerde. Dan besloot ik maar mecanicien te worden in een garage waar ze Vespa’s verkochten, want daar was ik dol op. In 1959, het laatste jaar voor ik Marina uitbracht, verdiende ik 19, 90 frank per uur als mecanicien.

Mijn papa heeft in die periode een ongeluk gehad in de mijn. Bovendien is er een fout gebeurd bij de operatie waardoor hij een fluittoon hoorde in zijn oor en niet meer in de mijn mocht werken. Toen wilden de mijnbazen ons uit het huis zetten. Want het huis waar wij woonden was hun eigendom. We moesten terug naar de barakken. Maar mijn vader zei: pak de valiezen. We gaan terug naar Italië. Het is gedaan, gedaan, gedaan...!

En toen kwam mijn succes met Marina. En toen heb ik voor mijn ouders alles gedaan wat ik kon. Ik heb voor hen een huis gekocht in Zonhoven, waar we samen drie jaar hebben gewoond.

Lijkt u op uw vader? Of meer op uw moeder?

Mijn mama is mijn mama. Dat is een heilige. Mijn papa was een formidabel man. Ik lijk eigenlijk wel op hem. Want ik heb met mijn zoon net hetzelfde gedaan als hij met mij. Toen mijn zoon kunstschilder wou worden, heb ik hem gezegd: eerst een diploma in Leuven! En daarna mag je schilderen. En hij heeft naar mij geluisterd. Mijn dochter ook. Mijn zoon is advocaat geworden, heeft later in de VS gestudeerd en is nu rechter bij de Kamer van Koophandel in Antwerpen. Hij schildert af en toe wel.

Migratie is een belangrijk thema in de film. Voelt u zich na al die jaren 100 procent Belg of bent u in uw hart nog altijd Italiaan?

Het antwoord is: ik en alle Italianen van mijn generatie voelen zich 100 procent thuis hier in België, maar ik ben fier Italiaan te zijn. Als ik kan, ga ik naar Italië, maar ik ben ook blij wanneer ik terug in België ben. Ik zeg dit nu niet om mij sympathiek te maken in Plus Magazine. Dat is de waarheid. Waarom? Omdat mijn kinderen hier zijn. Omdat mijn vrienden hier zijn, mijn kleinkindjes. Dat is mijn leven: vrienden, samen zijn... Ik speel graag golf, samen met mijn vrienden gaan spelen, dat is zo fijn. Dan aperitieven en wat eten, ah, dat zijn de beste momenten!

Toch las ik dat u iedereen zou afraden te migreren.

Nee, dat klopt niet. Ik zou afraden te migreren wanneer je kinderen 10,12 jaar zijn. Want op die leeftijd is het zo moeilijk. Ze trekken je uit de grond, je wortels worden uitgerukt, en je moet verplant worden in een nieuwe pot. En soms pakt dat niet.

Marina, vanaf 6 november in de Belgische bioscopen.





Lees ook: Eerherstel voor naam ‘Marina’?
Doe mee aan de wedstrijd

Partner Content