© Getty Images/iStockphoto

Kortrijk: van gulden sporen tot hightech

Natuurlijk is Kortrijk de stad van de Guldensporenslag. Maar vandaag koppelt het zijn roemrijke verleden aan gedurfde architectuur.

Bij de naam Kortrijk denken we in de eerste plaats aan de gevechten die zich in 1302 aan de rand van de stad afspeelden. Ook 700 jaar later staat de Guldensporenslag nog symbool voor de Vlaamse strijdbaarheid. Maar wanneer ik stadsgids Rita Hocke ontmoet, maakt ze me snel duidelijk hoe jammer het zou zijn de stad te beperken tot dit ene glansfeit met beperkte historische impact. In de oude Groeningeabdij (16de eeuw), die een museum over de slag herbergt, neemt ze me liever meteen mee naar de vroegere kapel die door kunstenaar Arne Quinze is omgetoverd tot een kleurrijke projectieruimte. Die kleine zaal staat symbool voor de grote inspanning die Kortrijk levert om de stad eigentijds te herdenken met eerbied voor het historisch erfgoed.

De hoogtewerkers die overal in het stadslandschap opduiken, lijken te rivaliseren met de klokkentorens. Ze verstoren allerminst de rust van het nabijgelegen Sint-Elisabeth begijnhof. Langs kronkelende straatjes met kasseientapijt staan kleine huisjes met perfect onderhouden tuintjes. De begijnenwoningen zijn gerenoveerd, maar dienen ook vandaag nog hun oorspronkelijk doel: ze bezorgen alleenstaanden onderdak. Met slechts één toegeving aan de moderne tijd: ook mannen zijn nu toegelaten. Een groot centraal plein heeft dit begijnhof niet, maar omdat het zo op zichzelf staat, ver van het stadslawaai, is dit wellicht één van de charmantste begijnhoven van België en terecht Unesco werelderfgoed.

Alle graven op een rijtje

Op enkele stappen daarvandaan bevond zich ooit een kasteel van de graven van Vlaanderen. Er blijven alleen een toren, enkele grachtmuren en een oude kapel over. Die kapel is de Onze-Lieve-Vrouwekerk geworden, de favoriete kerk van de Kortrijkzanen. “We hebben nog een kerk dichter bij de Grote Markt, maar hier willen de inwoners trouwen”, lacht Rita Hocke. Niet ten onrechte, zo blijkt al snel: het schip is opvallend klein en wordt verlengd door een verhoudingsgewijs reusachtig koor. “De kapel zelf was uitsluitend bedoeld voor de bewoners van het kasteel en voor de kanunniken die in het koor de mis bijwoonden. En er waren veel kanunniken!”

Kortrijk: van gulden sporen tot hightech
© Stad Kortrijk

Door de kerk naar voor lopen is als een reis door de tijd: je gaat van een romaans portaal via een gotische zuilengang naar een overdadig versierde rococo kooromgang. Aan het plafond prijken de beroemde gulden sporen die in 1302 van de lijken van Franse ridders werden afgenomen en vervolgens als trofeeën werden opgehangen. Rita Hocke: “Natuurlijk zijn dit kopieën: toen de Franse koning weerwraak nam, liet hij de originelen weghalen. Maar bezoekers wilden en willen nu eenmaal die beroemde sporen zien.”

De kapel van de graven van Vlaanderen, die aan de kerk paalt, verdient meer een bezoek dan de sporen. Ze werd door graaf Lodewijk II (1330-1384) gebouwd als zijn grafkapel en herbergt een verrassende portrettengalerij. Alle graven van Vlaanderen zijn hier vertegenwoordigd, van de legendarische houtvesters (voorouders van Boudewijn met de IJzeren Arm, de eerste graaf) tot de laatste Habsburger die hier heeft geregeerd. De oudste schilderijen in dit Vlaamse pantheon gaan terug tot de 14de eeuw.

Kortrijk: van gulden sporen tot hightech
© Getty Images/iStockphoto

We wandelen naar de oude Leie-arm die omrand wordt door de Broeltorens, overblijfselen van de middeleeuwse omwalling. De brug over de rivier, die de twee torens verbindt, wordt beheerst door het standbeeld van Johannes Nepomucenus, de patroonheilige van de bruggen en van verdronken mensen.

Een slang over het water

Over de brug ligt het kleine Buda-eiland dat volledig door de rivier omstroomd wordt. “De stad wil er een wijk van maken gewijd aan kunstenaars en nieuwe technologieën”, legt de stadsgids uit. Daar valt momenteel nog weinig van te merken. Wat ooit een bloeiende industriezone was – sinds de middeleeuwen liet men het in de streek geteelde vlas in het water van de Leie roten om er de vezels uit te halen – ziet er nu helemaal anders uit: de rivieroever is ingenomen door bomen en groenstroken waar het aangenaam kuieren is. Bruggen met een gedurfde architectuur leiden van de ene oever naar de andere. De Collegebrug, een lange stalen slang die over het water golft, is voorbehouden voor voetgangers en fietsers. In de mooie maanden is deze wijk een hotspot voor fietsers en wandelaars, in de winter kan het langs de rivieroever bijtend koud zijn. Daarom: terug naar het stadscentrum!

Kortrijk: van gulden sporen tot hightech
© G.F.

Op de Grote Markt torent sinds de 14de eeuw een trots belfort. Op het hoogste punt huizen Manten en Kalle, twee vergulde automaten die hun hamers op een indrukwekkende klok richten. Manten is een kopie. Het origineel, een staaltje van middeleeuws vernuft, werd door de Bourgondiërs weggehaald en troont al sinds de 14de eeuw in hun hoofdstad Dijon. Daar heet hij sindsdien Jacquemart en niemand kan zeggen of hij heimwee heeft naar de Vlaamse lucht.

Shopping en andere ondeugden

De nieuwe Manten houdt zijn blik aandachtig gericht op het Kortrijkse stadhuis, een mooi voorbeeld van gotische en renaissancebouwkunst. Vooral de binnenkant van het gebouw is interessant, zij het alleen toegankelijk tijdens een geleid bezoek. Het stadhuis telt immers twee 16de-eeuwse zalen, de schepenzaal en de raadzaal, die de bezoekers altijd weer versteld doen staan. Ze zijn versierd met Vlaamse glasramen, houtsnijwerk, schilderijen, kaarten en vooral met twee gebeeldhouwde schoorsteenmantels die als een stripverhaal van stenen kantwerk lezen. De schoorsteenmantel in de raadzaal, waar vroeger vonnissen werden geveld, toont een allegorie van de voornaamste deugden en ondeugden.

Is het omdat de middeleeuwse stad grotendeels leefde van de stoffenhandel dat de ondeugd van het impulsief kopen niet is afgebeeld? Misschien is het maar beter dat fervente shoppers geen schuldgevoelens krijgen. Sinds kort herbergt de Guldensporenstad immers K in Kortrijk, het grootste binnenstad shoppingcentrum van West-Vlaanderen. Niet toevallig opende hier ooit – in 1968 – de eerste winkelwandelstraat van België. En in het licht van de bijna 2.000 jaar oude geschiedenis van Kortrijk was dat gisteren!

Praktisch

Toerisme Kortrijk, Begijnhofpark, Kortrijk, 10-17 uur (18 uur in de zomer). 056 27 78 40, www.toerismekortrijk.be

Op hetzelfde adres vind je Kortrijk 1302, het museum over de Guldensporenslag, 056 27 78 50, www.kortrijk.be/1302

Interesse in het industriële verleden van Kortrijk? Dan is het museum Texture over de vlas- en linnennijverheid langs de Leie een aanrader. 056 27 74 70 www.texturekortrijk.be

Partner Content