Fietsen in het spoor van Pallieter

Een bezoek aan Lier is een must

Vanaf hier trakteren we onszelf op een ommetje tot in het centrum van Lier. ‘Lierke Plezierke’, ‘Schoon Lier’, ‘Pallieterstad’... Lier is het allemaal. Het stadje aan de samenvloeiing van Grote en Kleine Nete heeft een hoog postkaartgehalte. Tijdens onze verkenning passeren we heel wat plekjes die zo lijken weggelopen te zijn uit de romans van Felix Timmermans.

Drie torens bepalen het Lierse stadsgezicht. De trotse Sint-Gummarustoren, ‘de peperbus’, troont als een wachter over de stad uit. Het is een mooi voorbeeld van Brabantse hooggotiek. Toch heeft de bouw en afwerking ervan meer dan tweehonderd jaar geduurd (1378-1625)!

Een andere wereldberoemde toren is de Zimmertoren, waar u enkele van de spitsvondige creaties van de Lierse klokkenbouwer Louis Zimmer kunt bewonderen. “Het heelal tussen vier muren”: zo omschreef Timmermans treffend het levenswerk van zijn vriend Zimmer. En da’s niks overdreven. In de voorgevel hangt de indrukwekkende Jubelklok, een ode aan 100 jaar Belgische onafhankelijkheid. Naast het juiste uur ontdekt u er o.a. de tekens van de dierenriem, de dagen van de week en de jaargetijden. De rechterzijgevel bevat vier automaten die Lierse volksfiguren voorstellen. Op het middaguur verschijnen plots de Belgische vorsten en Lierse burgemeesters tot 1930. De astronomische studio op de eerste verdieping illustreert de werking van het universum (met o.a. de aswentelingen van de planeten). De Wonderklok kreeg een vaste stek in een paviljoen naast de Zimmertoren. Zimmer presenteerde dit technische huzarenstukje (93 wijzerplaten en 14 automaten!) op de Wereldtentoonstelling van 1935 in Brussel.

De derde toren is die van het belfort, in 1999 door Unesco als werelderfgoed erkend. In 1369 bouwde de Mechelaar Hendrik Mijs naast de lakenhalle dit sobere gotische belfort. De vier uitkragende hoektorentjes en de lantaarnspits verschenen enkele decennia later. In de toren hangt een kleine carillon van 23 klokken.

Ook het Lierse begijnhof draagt de titel van Werelderfgoed. In de smalle straatjes lijkt het alsof de tijd is blijven stilstaan. Hier woonden vanaf 1258 de begijntjes, weduwen en ongehuwde vrouwen die een religieus maar zelfstandig leven leidden. In 1994 stierf zuster Agnes, het laatste Lierse begijntje.

Natuurliefhebbers komen in en rond Lier eveneens aan hun trekken. De Lierse vesten, de 15de-eeuwse stadsomwalling vormt vandaag een prachtige groene oase. Vooral op warme zomerdagen zijn deze lommerrijke paden (4 kilometer) met prachtige beuken, eiken en tamme kastanjebomen bijzonder populair. Aan de Bergmannvest vinden op donderdagavond in juli en augustus de gratis Vestconcerten plaats.

Dichter, schrijver en kunstenaar Timmermans

We brengen vanzelfsprekend een bezoek aan dé plek om kennis te maken met de culturele ambassadeurs van Lier: het Timmermans-Opsomermuseum. Het werk van Felix Timmermans kreeg er een prominente plaats. U ontdekt er hoe veelzijdig ‘de Fé’ was: dichter, roman- en toneelschrijver, boekillustrator en plastisch kunstenaar. Zijn werkkamer bevat allerlei persoonlijke souvenirs.

Een vijftigtal schilderijen, vooral portretten van prominente Belgen, schetsen het oeuvre van Baron Isidoor Opsomer. U kunt ook binnenkijken in de smidse van Lodewijk Van Boeckel. Verder is er aandacht voor componist en dirigent Renaat Veremans, auteur Tony Bergmann en andere Lierse letterkundigen.

Opnieuw de fiets op

Terug naar fietsknooppunt 20 om onze fietslus verder te fietsen. Van knooppunt 20 volgen we de Nete naar knoppunt 88. Vandaar verder naar knooppunt 76 waarbij we langs het prachtige recreatiegebied Het Zomerklokje komen. Vanaf knooppunt 76 verlaten we de we de Nete om richting knooppunt 24 te fietsen, wat ons onder meer langs het 19-de eeuwse Goorkasteel voert. Vanaf knooppunt 24 volgen we de Hemelweg naar knooppunt 14 en verder de Boogaertsheide naar knooppunt 16, langsheen het Gestelse Kesselhof.

Gestel is nauwelijks een zakdoek groot, maar wat een charme. Naast de beschermde dorpskerk telt Gestel twee kasteeldomeinen een de Nete en enkele eeuwenoude boerderijen. Gestel haalde dan ook moeiteloos de lijst van 50 mooiste dorpen van Vlaanderen. De toren van de Gotische Sint-Lambertuskerk dateert uit de 15de eeuw. Op het kerkplein staat een zuilvormige schandpaal uit 1799.

Onze tocht gaat verder richting knooppunt 32 en het Hof van Rameyen. Het kasteel ‘Hof van Rameyen’ is een waterburcht uit de 13de-14de eeuw, die in 1696 werd gerestaureerd. In 1643 kwam het kasteel in handen van Nicolaas Rubens, de tweede zoon van Pieter Paul Rubens.

Pallieter is nooit veraf

We steken de Gote Nete over richting knooppunt 41 en via de Kruiskensberg verder naar knooppunt 34 en 33. ’t Schipke aan de Nete oogt alsof Pallieter hier elk moment kan opduiken. Een prachtig landschap! In de oude herberg uit 1900 kunt u nu heerlijk tafelen. In de eerste helft van juli worden de Zeeuwse mosselen hier traditiegetrouw met een visserssloep over de Nete aangevoerd.

Genoeg gewatertand! Via de Stayenhoeve fietsen we verder richting knooppunt 25 in Itegem. Kasteel La Garenne op onze route is in privéhanden en helaas niet toegankelijk voor het publiek. Het einde nadert, vanaf knooppunt 25 nog even doorfietsen tot knooppunt 29 en van daar terug naar ons vertrekpunt aan het Provinciaal Groendomein De Averegten.

Na onze trip is het hier heerlijk uitblazen. In het voorjaar stelen de lammetjes hier de show. Verder vindt u er een plantentuin met wilde planten, een bijenhal, picknickweiden, een ecologische speeltuin en... voor wie nog energie over heeft: vier wandelingen.

Praktisch