De herinneringen van peter (10)

Vijfhonderd man twee à drie uur lang laten marcheren onder gewapende begeleiding, in de onmiddellijke omgeving van het kamp: in de eerste maanden was dat de enige voorziene ontspanning voor de soldaten achter prikkeldraad. Maar al gauw ontstonden sportverenigingen...

Het moet een grimmig gezicht geweest zijn, die rijen Belgische soldaten die tegen hun zin een paar vuur marcheerden onder bewaking. Waarschijnlijk daarom dat die gewapende geleide al snel achterwege bleef en de mars plaatsvond onder leiding van Belgische officieren die hun erewoord hadden gegeven dat niemand zou proberen te ontsnappen. Vanaf dan marcheerden ze ook met het eigen muziekkcorps voorop. Maar volgens “Gehalveerde mensen”* raakten de verplichte marsen ook in die vorm in onbruik toen de geïnterneerde soldaten zelf sportverenigingen begonnen op te richten.

De grootste wielerpiste van Nederland

In 1917 telt het kamp Harderwijk maar liefst 43 sportverenigingen. Turnen, boogschieten, voetballen, kaatsen (zouden daar die twee stokoude kaatsballetjes vandaan komen?),... en wielrennen natuurlijk. De soldaten legden in het kamp de grootste wielerpiste van Nederland aan, naar de wedstrijden kwamen telkens een paar duizend toeschouwers. Alleen met de duiven spelen mocht naar verluidt niet: die beesten werden toen nog militair ingezet, dus vonden de Nederlanders dat waarschijnlijk te delicaat... Wieler- en wandeltochten aan de andere kant van het prikkeldraad mochten dan weer wel, maar dan werden Nederlandse bewakers meegestuurd.
Wie even rondstruint op internet, vindt een heleboel ansichtkaarten met foto’s van de sportactiviteiten – en ook culturele hoogstandjes, zoals de theatervoorstellingen en concerten door de gevangenen – van de geïnterneerde Belgen. Blijkbaar moesten ze de goede behandeling van de geïnterneerden door de Nederlandse overheid uitdragen, de Duitse overheid gebruikte soortgelijke kaarten met foto’s van het idyllisch voorgestelde leven in de krijgsgevangenenkampen overigens ook als propagandamiddel om hun imago op te smukken. Leidden die Belgische soldaten dan een zalig luizenleventje achter prikkeldraad? Het lijkt zo voor wie enkel de voorkant van de ansichtkaarten bekijkt. De achterkant, de overgebleven getuigenissen van de Belgen en zeker ook de lijsten met de mensen die in de kampen overleden, geven een heel andere realiteit weer.
*Gehalveerde mensen. Het Belgenkamp in Harderwijk 1914-1918 – Anton Reijngoudt – uitg. BDU – isbn 9070150654
Lees volgende aflevering: De herinneringen van peter (11)

Partner Content