Aandacht voor grasperken

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

Het gras zal altijd groener zijn bij de buren, tenzij u de handen uit de mouwen steekt om uw gazon gezond en stevig te houden of uw oude grasperk een facelift te geven.

Als u helemaal van niets wilt beginnen met de aanleg van een gazon of een grasveld, is de eerste keuze die u moet maken de grasssoort.

Grassoorten

Voor een grasveld komen verschillende grassoorten in aanmerking. De keuze is afhankelijk van wat u met het grasperk of -veld wil beginnen, de bodemeigenschappen en natuurlijk uw persoonlijke voorkeur.

Door selectie en veredeling is er een enorme variatie ontstaan. Daarbij is vooral gelet op bladfijnheid, sterkte, ziekteresistentie, wintervastheid, groeisnelheid, kleur en esthetische aspecten.

Engels raaigras (Lolium perenne) is verreweg de belangrij kste soort voor grasvelden. Deze soort is goed bestand tegen betreden en bespelen, groeit snel en heeft een goed herstelvermogen. Engels raaigras is bovendien wintervast. Het vraagt een regelmatige stikstofbemesting.
Het is aan bevolen voor doorzaai.
Kenmerken: rode voet, de onderzijde van het blad is glanzend, normaal geen uit lopers.

Veldbeemd gras (Poa pratensis) is een prima zodevormer vanwege zijn ondergrondse uitlopers. Het heeft een goede
wintervastheid en kan ook tegen perioden van droogte. Het kan ook goed tegen betreding. Veldbeemdgras is
bruikbaar voor elk type grasveld. In het begin ontwikkelt het zich traag. Het mag niet al te kort gemaaid worden en is weinig geschikt voor doorzaai.
Kenmerken: ondergrond se uitlopers, dubbele bladgootte.

Roodzwenkgras (Festuca rubra) is in te delen in 3 groepen: roodzwenkgras met weinig uitlopers, roodzwenkgras met fijne uitlopers en roodzwenkgras met forse uitlopers. De eerste twee groepen zijn vooral geschikt voor siergazons. Rassen met forse uitlopers gedijen goed onder drogere omstandigheden.
Roodzwenkgras kenmerkt zich door een eerder trage groei, verdraagt goed schaduw, maar geen intensieve betreding. Kort maaien mag.
Kenmerken: voet bruin of roodachtig, blad kantig met duidelijke ribben

Gewoon struisgras (Agrostis tenuis syn . A. capillaris) vormt een dichte mat met zowel boven- als ondergrondse uitlopers. Het is zeer geschikt voor een fijn siergazon. Rassen van deze soort hebben een goed herstelvermogen, zijn wintervast en verdragen kort maaien uitstekend.
Kenmerken: spits blad met geribde bla dschijf.

Hardzwenkgras en schapegras (Festuca ovina ssps) doorstaan zeer goed droogte. Ze verkiezen minder vruchtbare omstandigheden.
Kenmerken : voet bruinachtig-geel of groen, smalle bladeren.

Zaadmengsels

Voor grasvelden wordt meestal gebruik gemaakt van mengsels van grassoorten. Geen enkele soort heeft immers al de gewenste eigenschappen in zich.
De diverse soorten en rassen worden in bepaalde verhoudingen gemengd om zo goed mogelijk te voldoen aan bepaalde eisen. Wilt u een klassiek gazon of eerder een speelgazon, een wintervast gazin, een grasveld dat intensief bespeeld moet kunnen worden zoals bijvoorbeeld een voetbalveld. Of wilt u gewoon een berm door gras latenbegrieoen? Bovendien houdt een mengsel minder risico’s in onder extreme(re) omstandigheden.

Het inzaaien van een nieuw gazon

Gras groeit het best op een goede, vruchtbare grond. Qua samenstelling mag die niet te vast, maar ook niet te los zijn. Bewerk de grond daarom goed voor en verwijder eventuele begroeiing. Gebruik hiervoor desgewenst een spuitmiddel zonder nawerking. Uw tuinspecialist kan u hierbij adviseren. Laat het spuitmiddel gedurende 2 tot 3 weken inwerken.

Vervolgens spit u de grond best tot een diepte van ongeveer 30 cm om. Verwi jder puin, stenen, wortels en alles wat niet thuishoort in een gezonde bodem. Laat de grond dan een paar weken braak liggen.

Schoffel opkomend onkruid regelmatig weg. Voeg eventueel kompost of turf aan de bovenlaag toe en meng de grond goed door.

Tijdens het egaliseren kunt u de gazonmeststof gelijkmatig in de toplaag vermengen. Druk de grond vervolgens bij droog weer aan met de rol. Voorkom putten en bulten. Hark zorgvuldig gelijk.

Een gazon mag ingezaaid worden vanaf maart – april (nachtvorst brengt geen schade toe aan pas ingezaaide gazons) tot en met half oktober. De beste periode is van half april tot eind mei en van half augustus tot begin oktober. Zaai ongeveer 3 kg per 100 m². Hark daarna de zaden lichtjes in (1 à 2 cm diep) en rol de grond licht aan om het zaad goed in contact te brengen met de grond.

WEETJE In het begin zullen er beslist nog onkruidzaden tussen de jonge grassprietjes kiemen. Laat dit u niet afschrikken. Na een aantal maaibeurten zullen deze éénjarige onkruiden verdwijnen.

Maaien

Het is raadzaam om het gazon enkele dagen voor de eerste maaibeurt te rollen. Zo zet u de wortels vast. Maai de eerste maal als het gras 6 à 8 cm hoog is. Doe dit met een grasmaaier met perfect geslepen messen. Stel de hoogte in op ongeveer 4 cm.

Maai nadien het gazon veelvuldig, maar nooit korter dan 1/3 van de totale hoogte en nooit korter dan 2,5 cm.

Verzorgingskuur voor uitgedunde gazons

Het best voert u om de drie jaar een grondanalyse uit om de zuurtegraad (pH) en bemestingtoestand te kennen. Bestrijd onkruiden en mossen met de gangbare producten.

Verticuteer of verlucht het gazon minstens éénmaal per jaar om afgestorven gras, vilt en mos te verwijderen. Maai de grasmat kort en bemest die volgens advies met gazonmeststoffen. Vul oneffenheden op met teelaarde.

Voor een optimaal resultaat zaait u het gazon in met een doorzaaimachine. Gebruik een doorzaaimengsel van 2 à 2,5 kg per 100 m² op basis van fijn Engels raaigras (gazontype) voor een snelle opkomst. Heeft u geen doorzaaimachine, werk het graszaad dan in de oppervlakte met een v erticuteermachine of -hark. Besproei daarna de grond voor een optimaal contact met de grond en om het kiemen te vergemakkelijken. Voor een constant mooi gazon moet u regelmatig doorzaaien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content