Wat zijn uw schatten op zolder waard?

Bij het opruimen van de zolder vindt u een doos met oude postkaarten en nog wat porselein in behoorlijke staat. Maar hoe weet u of deze schatten nog waarde hebben? En verkoopt u ze nu meteen of wacht u beter nog even?

Antiekhandelaars zijn het erover eens dat inboedels van huizen minder waarde hebben dan vroeger. Over een jaar of tien staat er in de meeste woningen weinig of niets waardevols meer. Hoe dat komt? Heel eenvoudig, omdat we minder bijhouden van de vorige generaties én omdat zolders niet langer vergeten opbergruimtes zijn. We wonen ook nog zelden in de woning van onze (voor)ouders, waardoor er minder spullen van vroeger blijven rondslingeren. Een woning wordt nu om de vijftien à twintig jaar grondig opgeruimd, meestal gekoppeld aan een verhuis.

Maar wat als u toch een aardige inboedel vindt vol ouderwetse spullen? Wandelt u even mee door onze denkbeeldige woning en kijkt u mee wat waardevol kan zijn?

Tapijten: nog even bijhouden

Tot in de jaren 70 waren oosterse tapijten heuse statussymbolen. Tot voor de oorlog waren ze immers enkel in het bezit van welgestelde families. In de jaren 60 en 70 werd de markt dan overspoeld met machinaal vervaardigde tapijten in oriëntaalse stijl (die zijn nu waardeloos) en met oosterse karpetten waarvoor u al snel 3000 à 4000 euro (of meer) moest neertellen. Deze recente tapijten, veelal van Perzische makelij, worden nu in veilingen verkocht voor 300 à 400 euro. Een ietwat versleten ogend tapijt, met wat vergane kleuren, is veel meer waard. Is het dun en gemakkelijk opvouwbaar, dan is het misschien zelfs een stuk ouder, uit de jaren 20 of van rond 1900. Dan kan de waarde oplopen tot 1000 à 1500 euro. Het spreekt voor zich dat de écht oude tapijten nog meer waarde hebben.

Bijhouden of nu verkopen? Momenteel kunt u antieke oosterse tapijten beter kopen dan ze te verkopen. De prijzen zijn eerder laag en de belangstelling begint zich pas nu te herstellen. Hebt u er in uw bezit, dan kunt u ze beter nog enkele jaren bijhouden voor u verkoopt.

Kroonluchters zijn ‘in’

In oude interieurs hangen doorgaans kroonluchters. De meeste zijn in oude stijl maar stammen van na de oorlog en hebben een geringe marktwaarde, goed voor 250 tot 400 euro. Een uitzondering hierop vormen de intacte Venetiaanse luchters uit de jaren 50 of 60. Zij kunnen 500 tot 1000 euro opbrengen. Vooroorlogse lichtkronen en de art-nouveauluchters die je wel eens in oude herenhuizen vindt, zijn interessanter. Zij gaan tot 1500 euro. Maar het zijn de exemplaren uit de 19de eeuw die de echte top vormen, ten minste als ze van geslepen kristal zijn, en ook intact, groot en opulent. Dan halen ze makkelijk 1500 tot 3500 euro.

Bijhouden of nu verkopen? Kroonluchters zijn momenteel in, nu verkopen luidt de boodschap!

Meubilair: de top doet het goed

In grootmoeders interieur staan er veel meubels. Bij de lagere middenklasse zijn ze zelden antiek (jonger dan 100 tot 120 jaar). Voor de oorlog was het neorenaissancemeubilair van eik of notelaar populair, al dan niet vervaardigd in Mechelen. Dit soort meubels heeft destijds flink wat geld gekost en werd 25 jaar geleden voor dure prijzen verhandeld, maar mag vandaag nauwelijks op belangstelling rekenen. Zelfs kasten en tafels die een rijkelijke indruk geven, zijn moeilijk verkoopbaar. Als u er 200 à 400 euro voor krijgt, mag u niet klagen.

Ook andere meubels in namaak oude – bijvoorbeeld Luikse – stijl hebben weinig waarde, tenzij ze 18de eeuws zijn. De vraag naar oude kasten, tafels en stoelen is afgenomen omdat de jongere generatie nu eenmaal nieuw meubilair verkiest. Alleen antieke Luikse of Naamse kasten en ook Normandische bruidskasten zijn nog waardevol. Zij kosten al snel 1000 tot 3000 euro en de absolute topkwaliteit is nog meer waard.

Bijhouden of nu verkopen? Kleine meubels zijn nu nog vlot verkoopbaar, grote niet. Die houdt u beter nog wat bij, tenzij u toevallig op een particulier botst die er een mooi bedrag voor wil ophoesten. Dan aarzelt u beter niet!

Hoe verkoopt u een (kunst)voorwerp?

Kopen is gemakkelijker dan verkopen. Zo luidt één van de gouden regels van de kunst- en antiekhandel. Maar wat goed in de markt ligt, verzilvert u toch vrij makkelijk.

Kijk op het internet of u informatie vindt over uw voorwerp. Zelfs een verkoopforum à la Ebay kan een interessante bron zijn en u in contact brengen met potentiële kopers. U kunt ook een lokaal veilinghuis contacteren, bijvoorbeeld door een foto van het voorwerp op te sturen. Grote veilinghuizen als Christie’s en Sotheby’s nemen enkel nog kostbare objecten op (minstens 3000 à 5000 euro) maar in de Gele Gids vindt u uitstekende Belgische veilinghuizen. Of u gaat te rade bij de antiquair in uw buurt.

TIP Houd er rekening mee dat een veilinghuis 15 % vraagt aan de verkoper (en nog meer aan de koper). Trek dit bedrag af van de geboden prijs en u komt misschien aan het bedrag dat de antiquair wil geven. Heb ook vertrouwen in de handelaren. Er zijn verbazend veel eerlijke mensen bij!

Thonet, Kohn, Fischel: bingo!

In de sector van het meubilair eisen Thonetmeubels een bijzonder plaatsje op. De firma Thonet bouwde al in de 19de eeuw een internationale reputatie op met meubels van gebogen beukenhout. Maar ook tal van andere bedrijven maakten daar furore mee, zoals de gebroeders Kohn en het bedrijf Fischel. Ook in ons land werden dergelijke meubels vervaardigd, onder meer door het atelier Carton uit Ath. Maar enkel wat uit de ateliers komt van Thonet, Kohn of Fischel is echt waardevol. De beste stukken zijn van rond de eeuwwisseling en uitgevoerd in art-nouveaustijl. Een eenvoudige Thonetstoel is goed voor 75 euro, een speciaal model kan meer dan tienmaal zoveel waard zijn. Over Thonetmeubels vindt u veel interessanate info op het internet.

Bijhouden of nu verkopen? Stukken met een speciale vorm kunt u nu beter verkopen, doordeweekse exemplaren echter niet.

Doorniks porselein: enkele jaren geduld

In de meeste Belgische inboedels vind je Doorniks porselein. Doorgaans gaat het om blauw-wit serviesgoed uit het begin van de 19de eeuw met een decor à la mouche of afgeboord met een kabelrand. Specialisten onderscheiden verschillende decors, het ene al zeldzamer dan het andere. De prijs van eenvoudig, blauw Doorniks porselein is eerder gedaald dan gestegen. De gewone eetborden gaan in de antiekhandel voor 25 à 50 euro over de toonbank. De prijs van vormstukken in goede staat loopt al snel op tot een paar honderd of zelfs duizend euro (bijvoorbeeld voor een terrine). De prijzen van figuren en (groot) serviesgoed met polychrome decors kunnen oplopen tot duizenden euro’s. U kunt dit porselein in alle veilinghuizen of bij de meeste antiquairs laten schatten.

Bijhouden of nu verkopen? Het eenvoudige blauw-witte Doorniks porselein kunt u beter nog enkele jaren bijhouden. Dan is de vraag ernaar wellicht gestegen.

Schilderijen en prenten: grijp elke kans

In elk huis hangt er wel een schilderij of een prent aan de muur. Gedrukte etsen en tekeningen zijn zelden waardevol. Meestal brengen ze tussen de 50 en de 200 euro op. Zelfs van gerenommeerde namen zijn etsen amper een paar honderd euro’s waard. Tracht altijd de handtekening te lezen en ga eerst op zoek naar informatie op het internet. Dat kunt u al heel wat leren over de waarde van het werk. Nadien kunt u zich wenden tot een veilinghuis.

De schilderijen kunnen we onderverdelen in categorieën. Onder de 200 euro gaat het om rommel. Tussen 200 en 1000 euro vindt u al heel wat klassieke stadsgezichten of landschapjes van vooroorlogse schilders met plaatselijke bekendheid. Duurdere schilderijen overstijgen het lokale niveau. Algemeen kunnen we stellen dat de meeste schilderijen – zeker van lokale kunstschilders, maar zelfs van vrij bekende namen – zwaar aan waarde hebben ingeboet.

Bijhouden of nu verkopen? Goede schilderijen (zelfs van bekende namen) halen geen topprijzen maar ze zijn nog wel verkoopbaar, prenten wat minder.

Boeken en strips: niet aarzelen, doen!

Lang niet alle boeken hebben waarde, ook al zijn ze 18de of 19de-eeuws. Religieuze werken hebben een geringe waarde, zelfs al is de band goed bewaard. Maar gespecialiseerde werken, bijvoorbeeld technische boeken, kunnen wél een stevige euro opbrengen. En voor een eerste druk van een bekend werk staan de kopers in de rij. Dat geldt ook voor oude strips, al speelt daar de staat van het album een belangrijke rol. Belgische strips van 40 à 50 jaar oud zijn interessant. Een eerste druk van Suske en Wiske uit 1947 zoals Het eiland Amoras, is goed voor 10.000 euro. Ook speciale edities zijn gegeerd, zoals Tintin chez les Soviets. Maar het gros van de albums is hooguit enkele tientallen of honderden euro’s waard. U kunt strips verkopen via een veiling of stripwinkel.

Bijhouden of nu verkopen? Aarzel niet om oude boeken of strips te verkopen, het is niet zeker dat de prijzen in de toekomst zullen stijgen. Tenzij u hét album bezit waarnaar elke Kuifjesfreak al jaren zoekt...

Postkaarten: lokaal en uniek, of... waardeloos

Postkaarten uit de 19de eeuw zijn waardevol omdat ze de pioniers in hun soort waren én artistieke kwaliteiten hadden. De Gruss aus-reeks van Duitse makelij bijvoorbeeld staat bekend voor de kwaliteit van de tekeningen en werd bovendien in een beperkte oplage gemaakt. Deze charmante lithografieën hebben dus nog niet aan waarde ingeboet.

In het begin van de 20ste eeuw bekleedde de postkaart een belangrijke plaats in onze maatschappij als het communicatiemiddel bij uitstek om vrienden en familie op de hoogte te brengen van iets. Bij gebrek aan geïllustreerde tijdschriften was ze ook een weergave van de toenmalige actualiteit. Verder in de 20ste eeuw nam de foto deze rol over. Verzamelaars zijn dan ook enkel nog geïnteresseerd in kaarten die iets tonen uit het verleden dat niet meer bestaat. Een prentkaart die al zoveel keren herdrukt werd, is niet veel waard. Maar toont ze iets dat nu niet meer bestaat – een tram, een beroep,... -, dan schiet de waarde omhoog tot enkele tientallen, en zelfs honderden euro’s. Kaarten met trams die de dorpen met elkaar verbonden, zijn momenteel het meest gegeerd.

De gouden periode voor de postkaarten nam een einde met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en rond die periode stopt ook de belangstelling van de meeste verzamelaars. Nadien werd de postkaart banaler en verloor ze haar statuut van getuige van het verleden. Enkel de publicitaire kaarten (bijv. voor Zwarte Kat), zeker als ze gesigneerd zijn door een bekend artiest, wekken nog interesse. Dé speciaalzaak in dit domein is La Centrale cartophile de Bruxelles, Zuidstraat 51, 1000 Brussel. Wat rommeliger, maar even sympathiek is la Boîte à Cartes, Zuidstraat 88, Brussel.

Bijhouden of nu verkopen? Dat is moeilijk te bepalen. Een goede raad is alvast: verkoop postkaarten lokaal. Kaarten van Brussel verkopen beter in Brussel dan in Antwerpen. En een typisch zicht van een bepaald dorpje verkoopt ook goed in de nabijgelegen stad, waar heel wat dorpsbewoners naartoe zijn getrokken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content