© BELGA

Vooruitzichten vergrijzingskosten minder rooskleurig

De Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) is wat minder optimistisch over de pensioenkosten op lange termijn. Vorig jaar ging ze nog uit van een meerkost van 1,9 procent van het bbp tegen 2060, maar dat is bijgesteld naar 2,3 procent. Volgens de huidige cijfers komt dat neer op ruim 9 miljard euro extra.

In 2015 had de studiecommissie goed nieuws voor de federale regering. De doorgevoerde pensioenhervormingen zouden de meerkost van de vergrijzing helpen drukken. Vooral de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd naar 67 speelde een belangrijke rol.

Dit jaar tempert de SCvV de verwachtingen echter weer wat. Waar België dit jaar 25,3 procent van het bbp uitgeeft aan vergijzingskosten, zal dat in 2040 liefst 28,2 procent zijn en in 2060 nog 27,6 procent. Dat laatste is 0,4 procent – of in huidige termen 1,6 miljard – meer dan eerder voorzien.

Oorzaak?

Vooral de tegenvallende groei, maar ook de wat bijgestuurde verhouding tussen het aantal verwachte gepensioneerden ten opzichte van het aantal werkenden ligt aan de basis. En ook het feit dat de indexsprong zich sneller voordeed dan gepland speelt een rol.

Belangrijk om op te merken is wel dat de studiecommissie uitgaat van een jaarlijkse groei van 1,5 procent tegen 2035. In het meest pessimistische scenario – 1 procent jaarlijkse groei vanaf 2028 – is de extra pensioenkost dubbel zo hoog, oftewel 4,6 procent van het bbp.

Hoe zeker is de commissie van het referentiescenario? “Dat is moeilijk in te schatten”, erkent ondervoorzitter Jan Verschooten. “Er zijn veel onzekerheden op dit moment. Er zijn vragen rond China, rond het monetaire beleid van Amerika, er is de Brexit en intussen duiken de Italiaanse banken op. Dat geeft een zeer onzekere situatie.”

Pensioenminister Daniel Bacquelaine (MR) sprak van “marginale aanpassingen”, volgens hem verandert er de facto niet zo veel ten opzichte van de vooruitzichten van vorig jaar. Hij herinnerde eraan dat die fors beter waren dan voordien, met dank aan het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd en andere hervormingen van de huidige federale regering.

Geringer armoederisico

Bacquelaine toonde zich voorts tevreden met de daling van het armoederisico bij ouderen. Die zal zich blijven voortzetten tot de jaren ’50, zo bevestigt de studiecommissie. Voornaamste oorzaken zijn het steeds stijgende aantal werkende vrouwen en de verwachte verdere evolutie van de minimumpensioenen en de inkomensgarantie voor ouderen.

Nog uit de analyse van het armoederisico onder gepensioneerden besluit de SCvV weliswaar dat België stilaan op het niveau zit van de EU15, maar met 12,9 procent wel nog steeds fors boven landen als Frankrijk (7,5%) en Nederland (7,4%) blijft. Tussen 2005 en 2013 daalde het armoederisico onder gepensioneerden in België wel al van 20,2 procent naar nog 12,9 procent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content