Van Quickenborne wil tweede pensioenpijler fors uitbreiden

Minister van Pensioenen Vincent Van Quickenborne wil het bereik van de tweede pensioenpijler sterk uitbreiden. Momenteel bereikt die zo’n 60 procent van de werknemers, maar dat wil hij “stap voor stap fors optrekken.

De eerste ronde pensioenhervormingen van de regering-Di Rupo zorgde de voorbije weken al voor heel wat sociale onrust, inclusief de algemene staking die gepland is op 30 januari. Vanop zowat alle banken werd minister Van Quickenborne dan ook gevraagd het sociaal verleg bij verdere maatregelen niet uit het oog te verliezen. “Dat ben ik absoluut van plan, maar wil niet overleggen om te overleggen”, repliceerde hij.

Want extra maatregelen zitten er zeker aan te komen. Zo mikt de liberale vicepremier op tien ‘werven’, waaronder ‘werken na 65’, ‘werken werkbaar houden’, ‘armoede onder gepensioneerden’ en een informatisering van de communicatie met de betrokkenen op elk moment van hun loopbaan. En ook de responsabilisering van de entiteit twee (gewesten en lokale besturen) zal heel wat van zijn tijd vragen.

Veel details kon Van Quickenborne woensdag nog niet voor elke ‘werf’ voorleggen, “want anders zou er geen ruimte meer zijn voor overleg met de sociale partners”. Al werd onder meer duidelijk dat werken na de leeftijd van 65 enkel zal kunnen voor mensen met een loopbaan van minstens 42 jaar. Dat moet voorkomen dat mensen toch al snel “met pensioen gaan” om hun lagere pensioen vervolgens aan te vullen met een nieuwe job. “Wat natuurlijk een fout signaal zou zijn”, aldus de minister.

Voorts drukte hij ook de wil uit om de zogenaamde “eenheid van loopbaan” af te schaffen, waardoor extra loopbaanjaren boven de 45 momenteel niet meetellen en een periode als ambtenaar automatisch hoger wordt ingeschat dan een periode als zelfstandige. Het Zilverfonds en het Fonds voor de Toekomst zou Van Quickenborne dan weer liefst laten samensmelten.

Zijn focus op de tweede pijler was alvast niet naar de zin van oppositiepartij Groen. “Een wettelijk pensioen hebben we allemaal, een aanvullend pensioen niet”, argumenteerde Wouter De Vriendt. Het is dus discriminatie als u vooral op de tweede en derde pijler wil gaan inzetten.”
Meryame Kitir van coalitiepartner sp.a zou de tweede pijler dan weer liefst bij de overheid onderbrengen, wat Gwendolyne Rutten (Open Vld) dan weer absoluut niet ziet zitten.

Voor N-VA-Kamerlid Karolien Grosemans schiet het pensioenbeleid in het geheel tekort. Onder meer het gebrek aan koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting doet haar besluiten dat de voorgestelde hervorming “de Europese toets niet doorstaat en nog ver staat van de hervormingen die ons stelsel echt nodig heeft”.

Iets wat Van Quickenborne resoluut tegensprak. “Het is mij niet duidelijk waar we op dit moment nog veel verder zouden kunnen gaan”, reageerde hij. “Tenzij je natuurlijk een soort revolutie wil in dit land, maar daar pas ik voor. Je moet dat stap voor stap doen.”

Voor Grosemans ligt de klemtoon echter nog te weinig op langer werken. “Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat de wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar is. Vijfenzestig is de regel, vroeger stoppen is een uitzondering waar geen beloning tegenover mag staan en langer werken is een uitzondering die beloond mag worden”, besloot ze. Hoewel de cijfers voor Van Quickenborne “niet de essentie zijn”, bevestigde hij tot slot dat de hervormingen deze legislatuur in totaal 1,6 miljard euro moeten opbrengen. Een cijfer dat de som vormt van onder meer de optrekking van de leeftijd voor vervroegd pensioen, de responsabilisering van entiteit II en de plafonnering van de tweede pijler. Maatregelen zoals de hervormde berekening van de ambtenarenpensioenen zitten daar nog niet in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content