Schenken en toch baas over uw geld !

Uw kinderen een financieel duwtje in de rug geven en toch blaas bijven over uw geld? Het is mogelijk! We leggen u uit hoe.

Inhoud:

Nagenoeg dagelijks stellen de notarissen in hun praktijk vast dat mensen die in het kader van successieplanning willen schenken, dit vaak met trillende benen en bevende handen doen. Niet omdat zij niet graag zouden schenken – wat is er leuker dan iemand van wie je houdt met een gift een plezier te doen? – maar omdat zij zich zorgen maken over wat er nadien met het geld of de eigendom kan gebeuren. Zal ik zelf nog voldoende overhouden voor mijn oude dag? Wat als mijn kind het geschonken vermogen verkwist aan een dure wagen (het ‘Ferrari-syndroom’) of het op een andere manier verbrast? Wat gebeurt er als mijn kind voor mij komt te overlijden? Komt het geld dan in de handen van mijn schoondochter of -zoon? Wat als het na de schenking tot een vechtscheiding komt: gaat dan de wederhelft – de ‘koude kant’ zoals men dat in Nederland noemt – met de helft aan de haal?

Schenken met voorwaarden

Het is de taak van de notaris om zijn cliënt van zijn angsten te verlossen. Hij kan immers aan de schenking tal van voorwaarden en/of lasten koppelen die de schenker de nodige gemoedsrust – en een vaste slaap – waarborgen. Schenkt u via notaris en dus bij notariële akte – wat in principe de regel is, op straffe van nietigheid (art. 931 Burgerlijk Wetboek) – dan kunnen deze veiligheidsmechanismen in de schenkingsakte zelf ingebouwd worden. Opteert u voor een andere schenkingstechniek, zoals de handgift, dan moeten begeleidende documenten worden opgemaakt waarin de voorwaarden neergeschreven worden. De hamvraag is hoever u kunt gaan bij het inlassen van zeggenschap of controle bij schenkingen.

LET OP! Bij een handgift kunnen bepaalde voorwaarden niet ingebouwd worden (bijvoorbeeld het voorbehoud van vruchtgebruik – zie verder).

Terug naar begin

Vrijheid binnen grenzen

In principe beschikt u als schenker over een ruime keuzevrijheid wat de lasten betreft die u aan de schenking wilt verbinden. Deze lasten leggen de begiftigde een verplichting op: ofwel om iets te doen, ofwel om iets zeker niet te doen ofwel om iets te moeten geven. Dat kan bijvoorbeeld de betaling van een lijfrente zijn, of de last om in uw onderhoud te voorzien (door een onderhoudsgeld te betalen). Maar enerzijds moet dit gebeuren in samenspraak met degene aan wie u schenkt (de begiftigde) want hij zal de modaliteiten en voorwaarden samen met de schenking moeten aanvaarden. Anderzijds moet u goed in het oog houden dat uw schenking juridisch... een schenking blijft. Dat ze dus aan de voorwaarden voldoet die de wet hiervoor bepaalt!

Naar Belgisch recht moet een schenking onmiddellijk en onherroepelijk zijn, twee voorwaarden waaraan onder geen beding mag getornd worden. U mag dus geen clausules opnemen die ertoe zouden kunnen leiden dat u, direct of indirect, op de schenking zou kunnen terugkomen.

VOORBEELDEN

  • U schenkt uw huis aan uw neef maar u behoudt u het recht voor om het huis in hypotheek of in pand te geven. Het feit dat u nog een hypotheek zou kunnen vestigen, staat gelijk met het recht om over het huis te beschikken en dat doet de schenking teniet. De eigendom van het huis gaat dus niet over op uw neef. Wanneer u later overlijdt, zal uw neef successierechten moeten betalen tegen het tarief voor neven/nichten.
  • U schenkt aandelen aan toonder, maar u behoudt de sleutel en lettercombinatie van de kluis waarin de aandelen liggen. Dergelijke last koppelen aan de schenking is uit den boze want u kunt als schenker over de inhoud van de kluis blijven beschikken.

Het moet duidelijk zijn dat u de wil hebt om te schenken (in juristentaal: animus donandi). Als de last die u als schenker oplegt niet in verhouding is met wat u schenkt, dan kan er getwijfeld worden aan uw wil om te schenken en ook dat is een belangrijke voorwaarde om van een schenking te kunnen spreken. De fiscus kan uw handeling dan als een verkoop opvatten en kooprechten eisen.

VOORBEELD

U schenkt uw huis aan uw dochter onder voorwaarde dat zij alle kosten draagt van uw opname in een rust- en verzorgingstehuis. Meestal zal deze last van onderhoud niet de waarde van het huis evenaren en zal het nog als een schenking worden aanzien. Hierbij speelt echter ook uw leeftijd een rol. Op basis van de officiële sterftetabellen zal uw vermoedelijke levensduur worden bepaald en afhankelijk hiervan zal de last om levenslang in uw onderhoud te voorzien aanvaard worden als een schenking, of niet.

Terug naar begin

Schenken met voorbehoud van vruchtgebruik

Wie spaargelden of een effectenportefeuille wegschenkt maar de inkomsten (zoals de intresten of dividenden van de geschonken goederen) wil behouden, kiest het best voor een zogenaamde schenking met voorbehoud van vruchtgebruik. Maar let op: enkel de schenking via notariële akte komt hiervoor in aanmerking, niet de handgift!

Beheer en genot. De vruchtgebruiker behoudt het recht van beheer en genot, en de inkomsten van de goederen. De begiftigde ontvangt alleen het kapitaal in blote eigendom. Dit kan ook perfect bij schenking van een onroerend goed. Is dat onroerend goed verhuurd, dan blijft de schenker op die manier zijn leven lang de huurinkomsten opstrijken. Is het onroerend goed niet verhuurd maar bewoond door de schenker zelf, dan kan hij als vruchtgebruiker zijn leven lang in het geschonken goed blijven wonen.

Het begrip ‘beheer’ evolueert. Zo wint de stelling terrein dat bij schenking van een private effectenportefeuille met voorbehoud van vruchtgebruik, de schenker meer mag dan alleen maar beheren. Een aantal Belgische auteurs is (onder invloed van de Franse rechtspraak) van mening dat de schenker-vruchtgebruiker, zonder toestemming van de blote eigenaar, onderdelen van de effectenportefeuille mag ‘vervreemden’ en inruilen voor andere, beter renderende aandelen of obligaties.

WEETJE Schenken met voorbehoud van vruchtgebruik biedt ook een oplossing voor de kmo-bedrijfsleider die de aandelen van zijn nv of bvba wil wegschenken aan de volgende generatie maar toch de controle over het bedrijf behouden. Op voorwaarde dat een gepaste clausule in de statuten van de vennootschap wordt ingelast die het stemrecht over de aandelen bij de vruchtgebruiker legt, blijft de schenker ook na de schenking de onbetwistbare kapitein aan boord.

Tijdelijk. Vruchtgebruik is per definitie een tijdelijk recht. Het dooft automatisch uit als de schenker overlijdt. De begiftigde-blote eigenaar wordt dan volle eigenaar zonder dat hij op het vruchtgebruik nog eens successierechten moet betalen. De schenker die zich een vruchtgebruik voorbehoudt, kan hiervan uiteraard al tijdens zijn leven afstand doen zodat de begiftigde vervroegd volle eigenaar wordt.

De zaak in stand houden. De vruchtgebruiker heeft de plicht de zaak zelf in stand te houden. Als het vruchtgebruik op zaken slaat die door normaal gebruik verslijten (bijv. linnen of huisraad), dan mag de vruchtgebruiker die op het einde van het vruchtgebruik teruggeven in de staat waarin ze zich bevinden. Precies omdat de vruchtgebruiker de zaak zelf in stand moet houden, krijgt de blote eigenaar twee instrumenten die hem enige geruststelling kunnen bieden: de vruchtgebruiker kan pas het genot krijgen na de opmaak van een inventaris (art. 600 Burgerlijk Wetboek). Daarnaast moet de vruchtgebruiker ook een borgstelling geven (art. 601 Burgerlijk Wetboek). In de overeenkomst waarbij het vruchtgebruik tot stand komt, kunnen de partijen echter afwijken van deze wettelijke bepalingen, wat in de praktijk heel vaak gebeurt.

Oneigenlijk vruchtgebruik. De instandhoudingsplicht bestaat niet voor alle soorten van vruchtgebruik. Men kan immers ook vruchtgebruik vestigen op ‘verbruikbare’ zaken. Op geld bijvoorbeeld, of op een wijnkelder. Als u iemand het vruchtgebruik geeft op uw wijnkelder, kan hij zijn recht van genot onmogelijk uitoefenen zonder... de flessen leeg te drinken. Hij kan dus onmogelijk de zaak zelf in stand houden. De wet lost dit op door de vruchtgebruiker in dergelijke situaties te verplichten op het einde aan de blote eigenaar goederen van gelijke hoeveelheid en waarde terug te geven. De vruchtgebruiker die een peperdure St. Emilion krijgt, mag dus op het eind van zijn gebruik geen goedkoop landwijntje afleveren... Juridisch heet dit ‘oneigenlijk vruchtgebruik’ of ‘quasi-vruchtgebruik’.

Herstellingskosten en onderhoud. Stel dat u een onroerend goed schenkt (bijv. een appartement dat u verhuurt) met voorbehoud van vruchtgebruik, hoe zit het dan met de herstellings- en onderhoudskosten?

De vruchtgebruiker is wettelijk alleen verplicht om gewone herstellingswerken voor zijn rekening te nemen. De blote eigenaar moet instaan voor de ‘grove’ herstellingswerken’ (art. 605 – 606 B.W.). Men kan dit in het contract over het vruchtgebruik echter anders regelen. Zo kunt u contractueel overeenkomen dat de vruchtgebruiker ook de grove herstellingswerken of nauwkeurig omschreven grove herstellingswerken voor zijn rekening neemt. U kunt natuurlijk ook contractueel afspreken dat u als blote eigenaar alle herstellingswerken, gewone en grove, voor uw rekening neemt. Volgens een cassatiearrest van 22 januari 1970 moeten onder het begrip grove herstellingswerken begrepen worden: “de grove vernieuwings- en verbouwingswerken met het oog op de algemene stevigheid en instandhouding van het gehele gebouw, die een uitzondering zijn in het bestaan zelf van het eigendom en waarvan de kosten normaal van het kapitaal worden afgenomen.”

De vruchtgebruiker moet ook de periodieke lasten dragen. Zo zal hij de onroerende voorheffing moeten betalen van het huis dat hij in vruchtgebruik heeft.

Terug naar begin

Schenken met vervreemdingsverbod

Wilt u uw huis aan uw dochter schenken, maar onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat zij het niet verkoopt? Bijvoorbeeld omdat u het zelf geërfd hebt van uw ouders en er een bijzondere sentimentele band mee hebt?

In het algemeen geldt dat hierdoor één van de fundamenten van ons rechtssysteem op de helling dreigt gezet te worden, namelijk het principe van het vrij handelsverkeer. Het is duidelijk dat door zo’n last te bedingen inbreuk gepleegd wordt op het eigendomsrecht van uw dochter en het daarmee gepaard gaande vrijbeschikkingsrecht. Onze rechtbanken zien dit niet graag gebeuren en waken hier bijgevolg streng over. Enige terughoudendheid bij de inlassing van een vervreemdingsverbod (verbod om te verkopen) in schenkingen is dan ook ten zeerste aangeraden. Het is zeker niet toegelaten dat u uw dochter op quasi onbeperkte wijze zou verbieden het huis te verkopen.

Toch stelt de moderne rechtsleer zich meer en meer tolerant op in deze materie. Men lijkt te aanvaarden dat een beperkt vervreemdingsverbod wel tot de mogelijkheden behoort. Deze stroming stelt dat een vervreemdingsverbod moet kunnen als de volgende voorwaarden (allebei!) voldaan zijn:

  • het vervreemdingsverbod moet beperkt zijn in de tijd
  • het moet een rechtmatig belang dienen.

Zo wordt aanvaard dat een vervreemdingsverbod dat ingebakken zit in een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik geldig is omdat het beperkt is in de tijd (namelijk het leven van de schenker) én een rechtmatig belang dient (namelijk het rustige genot van de schenker die niet plots geconfronteerd wenst te worden met een wildvreemde blote eigenaar).

Als u dus uw huis aan uw dochter wilt schenken maar u wilt het in de familie houden, dan speelt u op zekerheid als u haar het huis schenkt onder voorbehoud van vruchtgebruik (dan woont u er zelf nog in tot uw overlijden). Schenkt u haar het huis zonder voorbehoud van vuchtgebruik (uw dochter gaat onmiddellijk zelf in het huis wonen), dan is het moeilijker om een rechtmatig belang aan te tonen. U zou kunnen aanvoeren dat het om een familiestuk gaat maar niet alle rechters zullen dit als een rechtmatig belang aanvaarden. Bij een schenking van waardevolle familiesouvenirs wordt een vervreemdingsverbod steeds meer aanvaard.

WEETJE Het rechtmatig belang hoeft niet noodzakelijk het belang van de schenker te zijn. ook de begunstigde kan een belang hebben, al was het maar de “bescherming tegen zijn eigen onervarenheid”.

LET OP! Het vervreemdingsverbod koppelen aan het overlijden van de schenker is geen probleem. Omgekeerd kan echter niet. U kunt dus uw huis aan uw dochter schenken en bepalen dat het niet verkocht mag worden zolang u leeft, maar niet zolang zij leeft. In dat geval is het vervreemdingsverbod namelijk niet beperkt in de tijd voor de begunstigde (uw dochter).

Terug naar begin

“Kan ik problemen met mijn schoonzoon vermijden?”

“Ik zou graag mijn huis schenken aan mijn dochter maar wil vermijden dat bij een eventuele scheiding problemen ontstaan met mijn schoonzoon. Kan dat?”

Wanneer ouders overgaan tot de schenking van goederen aan een gehuwd kind maken ze zich soms zorgen over de goede afloop van het huwelijk van hun zoon of dochter. Wat de schenker dan wil vermijden, is dat de schoondochter of schoonzoon bij een eventuele echtscheiding met de helft (of meer) van de geschonken goederen aan de haal gaat.

In principe is deze vrees niet terecht. De schenking behoort immers tot het eigen vermogen van uw kind, niet tot de huwelijksgemeenschap. Is uw dochter gehuwd onder een gemeenschapsstelsel of in een stelsel van scheiding van goederen, dan is er geen probleem. Dan komt de schenking altijd in haar eigen vermogen terecht.

Het gevaar bestaat evenwel dat uw dochter later beslist een wijziging door te voeren van haar huwelijksregime en ervoor kiest om het geschonken goed in te brengen in de huwelijksgemeenschap. Bij een eventuele echtscheiding wordt dan in principe de huwelijksgemeenschap in twee gelijke helften verdeeld.

Dit kunt u echter opvangen door in de schenkingsakte – of in geval van handgift in een bij-akte (meestal het pact adjoint genoemd) – een formeel verbod in te lassen tot latere inbreng in de huwelijksgemeenschap. Zulke uitsluitingsclausule wordt in ons recht algemeen aanvaard. Eigenlijk komt het neer op een vervreemdingsverbod (zie ‘Schenken met vervreemdingsverbod’, p. 69) onder afgezwakte vorm. Het verbod is hier niet beperkt in de tijd maar eerder selectief van aard. De schenker focust op bepaalde personen aan wie niet mag overgedragen worden en daar heeft onze wetgever begrip voor.

Terug naar begin

“Kan ik van mijn zoon eisen dat hij het geld aan zijn huis besteedt?”

“Ik wil een som geld schenken aan mijn zoon om hem te helpen bij de bouw van zijn huis. Maar ik weet ook dat hij stiekem droomt van een dure auto... Ik wil het geld wel geven, maar enkel als ik zeker ben dat hij het besteedt aan iets blijvends, zoals zijn huis. Kan ik deze voorwaarde in de schenkingsakte laten opnemen?”

U kunt dit inderdaad doen. U kunt een bestemming opleggen aan uw schenking en er een ontbindende voorwaarde aan koppelen. U kunt bijvoorbeeld de volgende formulering in de akte opnemen: “Ik schenk x euro aan mijn zoon, onder de ontbindende voorwaarde dat hij het besteedt aan zijn huis. Zoniet herroep ik mijn schenking”. Dankzij deze formulering kunt u de schenking opnieuw opeisen als uw zoon ze voor andere doeleinden zou willen gebruiken.

Terug naar begin

“Wat als mijn kind voor mij overlijdt?”

“Stel: mijn vrouw en ik schenken een effectenportefeuille aan onze kinderen. Maar wat als zij voor ons zouden overlijden? Onze zoon heeft zelf 2 kinderen. Gaat het geld dan naar onze kleinkinderen? En wat zou er gebeuren met de effecten van onze dochter die geen kinderen heeft?”

Het zijn uw kleinkinderen die de geschonken goederen van hun vooroverleden vader zullen erven, samen met uw langstlevende schoondochter die allicht het vruchtgebruik over deze goederen zal krijgen. In het geval van uw dochter keren de effecten naar u terug. Laat de begiftigde zelf geen nakomelingen na, dan keert de geschonken zaak immers automatisch terug naar de schenker. De wet regelt dit zodat het niet expliciet in de schenkingsakte hoeft te staan.

LET OP! Deze wettelijke terugkeer van de geschonken goederen naar de schenker heeft nefaste fiscale gevolgen. De schenker-ontvanger zal hierop immers successierechten moeten betalen... ook al heeft hij het goed zelf geschonken! Daarom is het beter dit terugkeerprincipe toch maar uitdrukkelijk in de schenkingsakte op te nemen want dan wordt het een ‘conventioneel beding van terugkeer’ en betaalt de schenker geen successierechten. Bovendien kunt u door de terugkeer via een uitdrukkelijke clausule in de schenkingsakte te regelen, eventueel nog een stapje verder gaan. U kunt bijvoorbeeld bepalen dat in ieder geval – ook bij vooroverlijden van de begiftigde met nakomelingen – de geschonken goederen moeten terugkeren naar het patrimonium van de schenker. Zodoende kunt u (als u dat wilt) beletten dat uw schoonzoon of schoondochter enig recht op de goederen verwerft.

Terug naar begin

Partner Content