© Getty Images/iStockphoto

Samen ondernemen doe je zo

Samen ondernemen klinkt mooi, maar vergt ook de nodige voorbereiding en organisatie. Met wie ga je in zee? Hoe pak je dat aan? Hoe zet je je product in de markt? Hoe financier je dat? Hoe bepaal je een prijs? En hoe blijf je samen?

Er zijn mensen die van hun hobby hun beroep willen maken. Anderen vinden dat het stilaan tijd wordt om voor zichzelf te doen wat ze vandaag voor een baas doen. Of ze zien er een kans in om opnieuw aan het werk te gaan. Ze spreken een vriend of een paar kennissen aan om zich samen achter een project te scharen. “Wat ook de reden is, het is in ieders belang om de plannen goed door te praten en te zien of ze realistisch zijn” vertelt Peter Bertels van Flanders DC (District of Creativity), een non-profitorganisatie van de Vlaamse overheid die ondernemen in de creatieve sector stimuleert. Dat beaamt ook Peter Bosmans, directeur van Febecoop Adviesbureau, een coöperatieve dienstverlener: “Een eerste advies voor potentiële ondernemers, ook al gaat het om buren of vrienden, luidt: stel altijd een goed onderbouwd ondernemings- en financieel plan op. Het is immers op basis van de antwoorden op de vele vragen die in een bedrijfsplan worden beantwoord dat je de juiste vennootschapsvorm kan kiezen.”

Volgens Peter Bertels moet je je steeds deze drie vragen stellen:

1. Wat kan ik? (Wat kan mijn partner?)

2. Wat wil ik? (Wat wil mijn partner?)

3. Wie zit er op ons product te wachten?

“De eerste vraag lijkt logisch, maar is wel essentieel”, benadrukt Peter Bertels. “Wat zijn je sterktes? Zeker als mensen samen iets op poten willen zetten, is het belangrijk dat elk van de zakenpartners vanuit zijn/haar competenties werkt. Naast een creatief persoon past vaak iemand die meer kaas heeft gegeten van administratie en financiën. Of iemand met een breed netwerk. Ga dus goed na of jullie competenties elkaar aanvullen, want misschien wil je iets opstarten met je beste vriend, maar is hij eigenlijk niet de juiste persoon.”

“De tweede vraag – wat wil ik? – peilt naar jouw insteek, wat wil jij doen. Wil je snel geld verdienen? Wil je gewoon niet langer thuis zitten? Wil je internationaal doorbreken? Dat vergt allemaal een andere aanpak”, weet Peter Bertels. “Bovendien is het belangrijk dat alle partners hetzelfde willen. Wil de ene een McDonald’s worden en de andere een Hof van Cleve, dan is de samenwerking bij voorbaat gedoemd om te mislukken. Zorg dus dat je het eens bent over het eindresultaat.”

Primordiaal is uiteraard ook de vraag of er een markt is voor wat je wil doen. Aan wie ga je je zelfgebreide sjaals of je zelfgebakken taarten verkopen? “Denk een goed concept uit. Hoe specifieker, hoe beter. Stel, je wil zelfgebreide mutsen of sjaals verkopen. Spits die idee dan best wat meer toe. Bijvoorbeeld: ik verkoop duurzame mutsen, of mutsen met een gekke twist.”

Schrijversduo Willy en Steven Bogaerts: “Vertrouwen, complementariteit en flexibiliteit zijn de basis”

Samen ondernemen doe je zo
© Frank Bahnmüller

“Samen ondernemen heeft voor Willy en Steven Bogaerts een extra dimensie. Ze zijn niet enkel zakenpartners, ze zijn ook vader en zoon. Dezelfde genen, maar absoluut complementair, benadrukken ze. Meer zelfs: “Onze generatiekloof is een zegen”. Dat uit zich in hun verschillende spreek- en schrijfstijl (vader wijdt meer uit, de zoon houdt het bondig), maar heeft vooral met het digitale te maken. Vader is een zestiger met ervaring in de communicatie, de zoon is goed thuis in het internetgebeuren. Belangrijk, want de heren Bogaerts schrijven samen (hoofdzakelijk) misdaadromans en geven ook e-books van zichzelf en anderen uit. Zelf zijn ze als auteur op papier begonnen. Maar parallel hebben ze een e-uitgeverij, BoekBoek.com, opgericht die stilaan de stap naar het papier zet. De omgekeerde beweging in de uitgeefwereld, zo lijkt het. “De reden was nochtans simpel”, vertelt Willy. “Papier kost geld. Toen we een boek wilden uitgeven, was dat het eerste waarmee we te maken kregen. Intussen zijn we 12 jaar verder en hebben we samen tien boeken uitgegeven bij onder andere Houtekiet. Nu hebben we ons eerste papieren boek – Omerta – bij onze eigen uitgeverij uit. Alles evolueert. Vroeger waren e-books voor techneuten, nu al lang niet meer.”

“Je omgeving verandert voortdurend”, treedt Steven zijn vader bij. “Daar moet je je altijd bewust van zijn als je onderneemt. Les één voor de toekomstige ondernemer is dan ook: pas je voortdurend aan.” “Om alles administratief in goede banen te leiden hebben we een auteursvereniging met vof-statuut opgericht – Westbow“, vertelt Willy. “Niet te veel paperassen is handig. Daarin hebben we alles ondergebracht wat met schrijven te maken heeft: vormgeven van manuscripten, contacten met uitgeverijen, beheer van onze eigen royalty’s,... Daarnaast hebben we ook een bvba opgericht voor uitgeverij BoekBoek.com waar auteurs laagdrempelig een e-book kunnen publiceren en zelf hun verkoopprijs bepalen.”

Beide vennootschappen hebben gescheiden doelen, maar werken samen. “Je moet het zo zien”, valt Steven in, “je begint als feitelijke vereniging of vzw en wanneer je activiteit wat geld begint op te brengen moet je uitkijken naar een echte vennootschapsvorm. Ik kan maar één raad geven: vraag raad! En denk na voor je iets doet. Heel belangrijk is dat je kan terugvallen op een goed netwerk. Dan is het handig als je als jonge kerel zo iemand als je vader naast je hebt, iemand met veel ervaring en mensenkennis.”

Wanneer ben je met te veel?

“Iets opstarten met vrienden of kennissen lijkt erg aanlokkelijk, maar soms ben je gewoon met te veel”, waarschuwt Peter Bertels. “Wij gieten dat wel eens in de boutade: met twee ben je met te weinig, met drie met te veel. Dat laatste klopt niet helemaal, want om te beslissen is het makkelijker met drie dan met twee. Een andere boutade: een bedrijf mag geen democratie zijn. Waarmee we bedoelen: als iemand de verantwoordelijkheid krijgt voor een bepaald aspect, moet je ook aanvaarden dat die persoon daarover beslissingen neemt. Er zijn ook altijd taken die niemand graag op zich neemt. Maak daar best vooraf goeie afspraken over.”

Hoeveel geld heb je nodig?

“Je mag de financiële kant van de zaak zeker niet onder de mat vegen. Wat hebben jullie nodig om jullie zaak op poten te zetten? Extra mensen? Machines? Dat vergt uiteraard een hele investering. Om een product te maken heb je allicht ook een startkapitaal nodig. Heb je zelf wat financiële reserve? Moeten/kunnen jullie een lening sluiten? Gaan jullie zelf die lening aan? Of zoeken jullie een externe financier? Aan elke keuze hangen consequenties vast.”

Hoe bepaal je de prijs?

“Er zijn verschillende manieren om de prijs van een product te bepalen”, verduidelijkt Peter Bertels. “Wij vertrekken meestal van een prijs op basis van de kosten. Let op, veel kosten worden vergeten! Iedereen weet wel dat hij een boekhouder moet betalen, maar daar blijft het niet bij. Verder kijk je best na wat de marktprijs is. Hoe dan ook moet je zien dat je niet failliet gaat. Wij helpen al deze kosten in kaart te brengen, zodat mensen weten wat de prijs is waar ze absoluut niet mogen onder gaan.”

8 TIPS voor succesvol samen ondernemen

(Peter Bosmans, Febecoop Adviesbureau)

1 Stel een onderbouwd businessplan op en kies pas daarna een vennootschapsvorm.

2 Neem tijd voor de voorbereiding. Een onderneming opstarten duurt gemakkelijk zes tot twaalf maanden.

3 Schat de risico’s goed in. Bestudeer collega’s en concurrenten, analyseer de regelgeving die van toepassing is op jullie werking, bekijk trends in de samenleving, alternatieve businessmodellen,...

4 Zorg voor voldoende startkapitaal en/of financiering.

5 Besteed vooraf voldoende tijd aan het uitklaren van gemeenschappelijke doelstellingen, een gedeelde visie en de na te streven waarden en normen.

6 Laat statuten op maat opstellen. Vermijd typestatuten of, erger nog, knip- en plakwerk uit statuten van een andere vennootschap.

7 Zorg voor de nodige deskundigheid op alle niveaus.

8 Om succesvol te zijn, moet de coöperatie breed verankerd zijn en gesteund worden door de vennoten. Samenwerken is een werkwoord!

Welke vennootschapsvorm kies je?

Welke vennootschapsvorm is het meest aangewezen voor vrienden of buren die samen willen ondernemen? Een vof (vennootschap onder firma), een bvba (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) of een cvba (coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid)?

“Bij een vof (vennootschap onder firma) zijn er in theorie geen formaliteiten te vervullen”, licht Peter Bosmans (Febecoop Adviesbureau) toe. “De initiatiefnemers moeten geen minimumkapitaal inbrengen, er zijn geen statuten, laat staan dat er een notariële akte vereist is. Al die kosten spaar je alvast uit. Het grote nadeel van een vof is de onbeperkte, persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten. Hun privébezit is dus niet afgeschermd als er schulden worden gemaakt. Met andere woorden: de ene buur/vriend draait hoofdelijk en persoonlijk op voor de schulden van zijn buur/vriend-medevennoot, ook al heeft hij voor de investering in kwestie geen uitdrukkelijke toestemming gegeven. Deze vennootschapsvorm is dan ook minder geschikt voor een samenwerking tussen buren of vrienden.”

In tegenstelling tot een vof, geniet een bvba wel rechtspersoonlijkheid waardoor het persoonlijke bezit van de vennoten in principe niet in gevaar komt. Maar met een bvba moet je wel alle plichtplegingen vervullen waaraan een vof niet onderworpen is: de statuten moeten bij notariële akte worden verleden, er moet een minimumkapitaal van ? 18.550 worden ingebracht, enz. “Wij raden een bvba aan als de oprichters er vrij zeker van zijn dat ze er na verloop van tijd geen andere vennoten bij willen en dat ze met een beperkt aantal mensen hun ondernemingsproject willen uitbouwen”, zegt Peter Bosmans.

En dan is er natuurlijk de cvba, de coöperatieve vennootschap, die de laatste tijd erg in trek is. “In veel talen is het woord coöperatie een synoniem van samenwerken. Dat blijkt ook uit onze wetgeving: om een coöperatie te starten moet je minstens met drie oprichtende vennoten zijn. Een bvba kan je al met twee of zelfs solo opstarten.”

“Een coöperatie voert een economische activiteit uit, maar in tegenstelling tot een kapitaalsvennootschap wordt die economische activiteit niet gebruikt voor persoonlijke verrijking, wel om doelstellingen op sociaal, maatschappelijke en/of ecologisch vlak te realiseren. Uiteraard is het de bedoeling om een product of dienst op de (lokale) markt te brengen en daar een faire prijs voor te vragen. En met het oog op haar bedrijfseconomische duurzaamheid zal de coöperatie bij voorkeur naar een gezond rendement streven.”

Nog een voordeel: de coöperatieve vennootschap heeft zowat het meest soepele statuut, dat kan worden aangepast aan de specifieke behoeften van de vennootschap en de wensen van haar vennoten. “Voor een cvba kiezen buren of vrienden die willen samenwerken dan ook bij voorkeur als ze binnen hun ondernemingsproject verwachten dat het aantal vennoten na de oprichting zal schommelen en als ze uitdrukkelijk kiezen voor een project waarin het realiseren van gezamenlijke doelstellingen op basis van een gelijkwaardige samenwerking centraal staat”, aldus nog Peter Bosmans.

Hoe maak je je bekend?

Een product maken is één ding, het aan de man brengen is een ander paar mouwen. “Eerst en vooral moet je een goede naam bedenken. Belangrijk hierbij is het uitbouwen van een aantrekkelijke website. Verder is er ook nog de kwestie van de intellectuele eigendom. Wat kan wel of niet worden beschermd? Ook op dit vlak laat je je best goed adviseren”, raadt Peter Bertels van Flanders DC aan.

Hoe hou je vol?

Wat is het moeilijkste eens je product op de markt is? “Voortdoen!”, antwoordt Peter Bertels zonder aarzelen. “Het vergt heel wat tijd en energie om een zaak op de rails te krijgen. Zodra ze er is, treedt er vaak een dip op. Er ontstaat een zekere sleur. Ook daar proberen we te helpen. Mensen hebben soms ook wat moeite met hun nieuwe rol. Plots ben je een ondernemer. Dat is toch heel iets anders dan in loondienst. Nog een belangrijk – en moeilijk – punt is het aanwerven van de eerste werknemer. Groeien van nul naar één werknemer is een enorme stap en er komt ook heel wat administratie en sociale wetgeving bij kijken.”

Ervaringen delen

In alle fases van het opstarten van een onderneming – en later het verderzetten ervan – is het van wezenlijk belang om ervaringen te delen. “Daarom organiseert Flanders DC workshops en expertendagen. In onze gebouwen in Leuven bieden wij ook een plek om samen te werken (co-working space). Hier laten we toevallige ontmoetingen ontstaan, waaruit vaak nieuwe ideeën en/of nieuwe samenwerkingen ontspruiten”, vertelt Peter Bertels.

Info en advies

Nood aan meer info, goede raad of begeleiding?

In Vlaanderen.www.unizo.be, www.febecoopadvies.be, www.flandersdc.be

In Brussel.www.beci.be (Brussels enterprises commerce and industry), be.brussels, www.impulse.irisnet.be, www.coopcity.be

In Wallonië.www.ucm.be , www.febecoop.be

Partner Content