Minimum 1,75% rendement op je groepsverzekering

Het rendement op de groepsverzekering wordt variabel, maar zal niet minder mogen bedragen dan 1,75%.

Het probleem

Gezien de lage intresten op de financiële markten zijn de gewaarborgde rentes op de groepsverzekernig (3,25% op de stortingen door de werkgever – 3,75% op de stortingen door de werknemer) onhoudbaar geworden voor verzekeraars. Verschillende verzekeraars lieten inmiddels de rentes dalen tot 2,15% en zelfs 1,50% en 1%.

Dit vormt uiteraard een groot probleem voor werkgevers die de pensioenbelofte aan hun werknemers moeten waarmaken. Zij moeten dus het verschil tussen hetgeen beloofd is in het verzekeringscontract en hetgeen de verzekeraars nog geven, bijpassen.

Er werd lang over onderhandeld, maar de Groep van 10 (met vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers) is tot een principeakkoord gekomen. Voor nieuwe contracten wordt de rente variabel... onder bepaalde voorwaarden dan toch.

Nieuw systeem

Het rendement van de aanvullende pensioenen zal aangepast worden in functie van de opbrengst van de lineaire Belgische obligaties (OLO). Het gaat om obligaties in euro’s, uitgegeven voor de middellange of lange termijn door de Belgische staat. Die OLO zijn vooral bedoeld voor institutionele investeerders op zoek naar zekere beleggingen. En het rendement van de OLO wordt vaak gebruikt als indicator van het algemeen rendementsniveau van obligaties.

Vanaf 2016 wordt het variabele rendement van de groepsverzekering jaarlijks vastgesteld op 65% van het rendement van de laatste 24 maanden van de OLO uitgegeven voor 10 jaar. Vanaf 2018 zal dat op 75% zijn, en op 85% vanaf 2020. Het percentage zal automatisch aangepast worden op 1 januari.

We zijn dus nog veraf van de 3,25% en 3,75% die gewaarborgd worden in de overeenkomst. Geen wonder dat er dan ook vraagtekens bij het nut van de groepsverzekering worden geplaatst. Heeft het zin een deel van je loon te steken in een product waarvan men het uiteindelijke rendement niet kent? Gelukkig is er een ondergrens bepaald: 1,75%, ongeacht de evolutie van de markt. Maar tegelijk wordt ook in een bovengrens voorzien: maximum 3,75%.

Voor wie?

  • De oude percentages van 3,25% en 3,75% worden verder toegepast voor de reserves die al opgebouwd werden in het oude systeem en dit tot het einde van het contract. De nieuwe variabele rentevoet wordt enkel toegepast op nieuwe stortingen en op nieuwe contracten.
  • En er is ook goed nieuws voor wie zijn werkgever heeft verlaten en zijn groepsverzekering heeft laten ‘slapen’ bij zijn vorige werkgever. Vandaag is het zo dat je dan meestal de overlijdensdekking verliest. In dat geval zullen je erfgenamen de opgebouwde reserves bij je vroegere werkgever niet erven. Net alsof je een contract zou gehad hebben van het type uitgesteld kapitaal zonder overlijdensdekking. Voor nieuwe slapers zal er toch een overlijdensdekking zijn, zodat je erfgenamen wel je reserves erven als je zou overlijden voor het einde van het contract.

Partner Content