Een appartement in plaats van een kot?

September is de maand dat de studenten terug naar hun kot trekken. Bij meer en meer studenten moeten we eerder zeggen: ‘naar hun appartement’.

Een kot huren voor je student, het is niet goedkoop. Als je uitgaat van een gemiddelde prijs van 350 euro per maand (met een beetje geluk x 10 maanden, maar meestal x 12) en een gemiddelde studieduur van 4 jaar, dan ben je toch € 16.800 kwijt. Voor één kind. Voeg daarbij het feit dat veel studenten vandaag een zekere luxe willen (eigen toilet bijvoorbeeld) en je zit soms al aan 400 of 500 euro per maand. Met de huidige lage rente, brengt dat veel ouders op het idee om geen kot meer te huren, maar zelf een appartement te kopen. Als ze meerdere kinderen hebben, zitten die dan vaak samen ‘op kot’ in dit appartement. Voordeel: ze kunnen er later nog blijven wonen en als dat niet meer het geval is kunnen de ouders het appartement verhuren aan iemand anders. Eén op 10 studenten zou volgend academiejaar ‘op appartement’ zitten in plaats van op ‘op kot’ (cijfers van vastgoedkantoor Century21, gepubliceerd in HLN, 26 augustus 2016).

Investeren in studentenkamers

Investeren in een appartement gebeurt wel meer en is met de lage rente zeker geen slechte zaak. Je kan ook investeren in een studentenkamer, gaande van een ‘gewone’ kamer tot een mini-studio met eigen douche en keukentje. Vooral deze laatsten hebben succes, want je kan ze later nog verder verhuren aan afgestudeerden die specialiseren of aan werkende jongeren die nog geen geld hebben om een echt appartement te huren.

Investeer je in een studentenkamer, dan is de ligging heel belangrijk: dichtbij de campus of in de nabijheid van een (universitair) ziekenhuis. Ook de bereikbaarheid met het openbaar vervoer is belangrijk. Wat het rendement van zo’n studentenkamer betreft, dat ligt iets lager dan bij een appartement, omdat studentenkamers/studio’s vlugger ‘uitgeleefd’ zijn.

Wil je een studentenkamer verhuren, dan moet je een schriftelijke huurovereenkomst opmaken in zoveel exemplaren als er partijen zijn. Je moet de overeenkomst ook laten registreren. En let er op: als de student nog minderjarig is (best mogelijk bij een eerstejaarsstudent), dan moet je het contract afsluiten met zijn ouders.