Tony Van Der Steen (L) en Jean Marie Hannesse (R) © BELGA

De ombudsdienst Pensioenen op de bres voor laagste pensioenen

Dinsdag 19 april overhandigden de Nederlandstalige en Franstalige ombudsmannen Pensioen het jaarverslag 2015 aan minister van Pensioenen, Daniel Bacquelaine. Vooral de IGO kreeg veel aandacht.

Zoals elk jaar overhandigden de Nederlandstalige ombudsman Pensioenen, Tony Van Der Steen en zijn Franstalige collega, Jean Marie Hannesse, het jaarverslag van hun Ombudsdienst aan de minister van Pensioenen. Het bevat een overzicht van de activiteiten van de Ombudsdienst, de relevante statistische gegevens en een analyse van de meest opmerkelijke dossiers.

De ‘core business’ van de Ombudsdienst Pensioenen is het behandelen van individuele klachten. In 2015 werden 1400 klachten behandeld, wat 25% minder is dan het jaar ervoor. Deze klachten geven een beeld van wat er schort en dat leidt dan weer tot een aantal aanbevelingen aan de minsister.

Voor 2015 legde de Ombudsdienst de focus op armoedebestrijding. Het belangrijkste thema in hun verslag is dan ook de IGO, de inkomensgarantie voor ouderen, een aanvulling die 65-plussers kunnen krijgen bovenop hun pensioen.

Die bedraagt momenteel € 1.031 voor een alleenstaande (dus pensioen + aanvulling) en € 687 voor een samenwonende (samen € 1.374). Om ervoor in aanmerking te komen wordt rekening gehouden met het feit of je een huis hebt, je spaargeld en andere inkomsten.

Niet iedereen die recht op IGO heeft, krijgt de uitkering

Wat de IGO betreft, stelt de Ombudsdienst drie zaken vast:

1. Voor wie een pensioen als loontrekkende of als zelfstandige krijgt onderzoekt de pensioendienst ambtshalve of de persoon recht heeft op een IGO. Dat is niet zo voor wie een ambtenarenpensioen heeft. Daardoor kunnen deze personen hun recht op de IGO mislopen.

2. Wie een IGO geweigerd krijgt, denkt vaak ten onrechte dat ze altijd geweigerd zal blijven. Maar dat is niet het geval.

– Zo is het mogelijk dat het bedrag van de IGO zelf stijgt, waardoor het pensioen van de betrokken persoon plots wél onder de IGO ligt en hij/zij recht heeft op een aanvulling.

– Het is mogelijk dat de financiële situatie van de persoon verandert (bijvoorbeeld: geen spaargeld meer), waardoor hij/zij nu wél in aanmerking komt voor de aanvulling.

– Het kan zijn dat de gezinssituatie van de persoon verandert, waardoor hij/zij nu wél aan de voorwaarden voldoet.

3. Wie met pensioen ging voor de invoering van de IGO (juni 2001) is het recht op de IGO nooit automatisch onderzocht. Veel gepensioneerden weten dan ook niet dat zij een aanvraag voor de IGO kunnen indienen.

Aanbeveling

De Ombudsdienst stelt dan ook voor dat het recht op de IGO op meerdere tijdstippen automatisch zou worden onderzocht. Verder stellen de ombudsmannen voor dat er een grootschalige mediacampagne over de IGO zou worden opgestart, zodat deze vorm van hulp meer bekendheid zou krijgen. Momenteel krijgen 108.000 mensen een IGO, maar in de realiteit zouden dat er heel wat meer moeten zijn.

Ombudsman Tony Van der Steen wijst erop dat het aanvragen van de IGO niet alleen belangrijk is voor het bedrag zelf, maar ook omdat wie een IGO geniet, in aanmerking komt voor een aantal sociale voordelen (sociaal tarief gas, elektriciteit, water, telefoon,...).

Partner Content