© Getty Images/iStockphoto

De leeftijdskloof tussen arbeiders en bedienden wordt steeds groter

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

40% van alle Belgische werknemers is ouder dan 45 jaar. Elk jaar stijgt de gemiddelde leeftijd van de werkende Belg, op dit moment komt de teller op 41,6 jaar te staan. Er dreigt bovendien een leeftijdskloof tussen arbeiders en bedienden te ontstaan in de toekomst. Dat blijkt uit een onderzoek van Acerta, gevoerd over de periode 2013 en 2015.

De gemiddelde leeftijd van de Belgische werknemer neemt jaar na jaar geleidelijk aan toe. Al blijkt er geen verschil te zijn op de arbeidsmarkt tussen de arbeidsleeftijd van mannen en vrouwen. Belgische mannelijke werknemers waren in 2013 gemiddeld 41,3 jaar oud, terwijl dat in 2015 41,6 jaar was. Bij vrouwen was die leeftijd in 2013 nog 41 jaar, terwijl dit in 2015 al zes maanden ouder was.

Tussen arbeiders en bedienden komt er wel een opmerkelijk leeftijdsverschil naar voren. Een arbeider is gemiddeld gezien twee jaar ouder dan een bediende. Meer dan een vierde (28,5%) van de arbeiders is tussen de 46 en 55 jaar oud, terwijl de grootste groep bedienden zich in de leeftijdscategorie van 26 tot 36 jaar bevindt. “Dit grote verschil kan voornamelijk toegeschreven worden aan de verschuiving van werkgelegenheid van de secundaire naar de tertiaire sector. De instroom van werknemers in de industrie is kleiner dan in de dienstensector”, verduidelijkt Peter Tuybens, directeur consultancy en development bij Acerta.

Bij arbeiders is de groep van -45-jarigen met 1,5% gedaald in de periode tussen 2013 en 2015. In 2015 was 54% van de Belgische arbeiders jonger dan 45 jaar. Bij bedienden is diezelfde leeftijdscategorie ook met een procent kleiner geworden, maar vertegenwoordigde ze in 2015 wel nog 63% van het totaal aantal bedienden in ons land.

Instroom jongeren op arbeidsmarkt steeds later

De instroom van -26-jarigen op de arbeidsmarkt daalt nog steeds; zij beginnen later aan hun eerste job. Dit kan het gevolg zijn van een eigen keuze van de jongere (door langere studies of reizen) of doordat ze moeilijker toegang krijgen tot de arbeidsmarkt na hun studies.

Langdurige afwezigheid vooral vanaf 46 jaar

Vier op de tien werknemers in België blijkt ouder te zijn dan 45 jaar. Een zeer belangrijke vaststelling is dat binnen de leeftijdscategorie van 46 tot 60 jaar tussen 2013 en 2015 de langdurige afwezigheden met meer dan 23% zijn gestegen. “Vandaag is een langdurige ziekte geen reden meer tot ontslag, dat is één van de mogelijke verklaringen van deze sterke stijging”, aldus Peter Tuybens. “Zoals bleek uit de studie is het belangrijk om tijdens ziekte het contact met de werknemer intact te houden. Reeds na de eerste maand ziekte zoeken de partijen best al of en hoe een re-integratie van de langdurig zieke kan worden bewerkstelligd. Een re-integratiecoach kan beide partijen hierbij ondersteunen om hindernissen voor een werkhervatting te identificeren en mee te zoeken naar oplossingen hiervoor. De vaststelling is immers dat een re-integratie moeilijker wordt naarmate de ziekteperiode langer duurt.”

Oudste werknemers in metaal, textiel en confectie

De ‘jongste’ beroepen van ons land vinden we terug in de bouwsector, horeca en de kleinhandel. Een derde van de werknemers in de bouwsector is jonger dan dertig jaar, en vanaf de leeftijd van 56 jaar zijn er bijna geen arbeiders meer tewerkgesteld in deze sector. “We zien dat in de bouwsector vanaf deze leeftijd het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag standvastig wordt toegepast”, merkt Peter Tuybens op. In de horeca is een derde zelfs jonger dan 25 jaar. Bij kleinhandelaars wordt een gemiddelde leeftijd van 38 opgetekend.

In de metaal-, textiel- en confectiesectoren zijn de werknemers met de hoogste gemiddelde leeftijd aan de slag. Een arbeider in de metaalsector is zo’n 47 jaar oud gemiddeld, terwijl een arbeider in de textielindustrie het absolute record van 49,4 jaar haalt.

Duurzame inzetbaarheid is de grootste uitdaging

De vergrijzing van de beroepsbevolking brengt nieuwe uitdagingen met zich mee in het hr-beleid van elke organisatie. Als werkgever moet je inzetten op de ontwikkeling van je werknemers, ook als deze ouder worden. Je moet aandacht hebben voor hun duurzame inzetbaarheid zodat ze langer met plezier aan het werk kunnen. “Dat doe je in de eerste plaats door een dialoog te voeren met je werknemer, want daardoor identificeer je zijn of haar sterktes en kan je samen met je werknemer afspraken maken over de richting waarin hij of zij kan evolueren binnen zijn of haar job en binnen de organisatie. Hierdoor wordt dit een gedeelde verantwoordelijkheid. Het moge duidelijk zijn dat dergelijke houding een geïndividualiseerde benadering vraagt van elke werknemer waarbij gekeken wordt naar wat hem drijft, naar zijn behoeften en hoe hier maximaal de match gevonden kan worden met de ondernemingsdoelstellingen.”

Voorgaand onderzoek toonde reeds aan dat oudere werknemers omwille van hun leeftijd niet minder gemotiveerd zijn dan hun jongere collega’s. Het is dan ook zeer belangrijk om ook deze categorie van werknemers kansen te geven om nieuwe ervaringen op te doen op het werk, om nieuwe uitdagingen aan te nemen. “En ja, voor sommige oudere werknemers kan deze uitdaging erin bestaan dat ze betrokken worden in de opleiding van nieuwe werknemers via bijvoorbeeld een mentorrol. Maar laat ons realistisch zijn, niet alle oudere werknemers hebben interesse in een dergelijke rol. Evenmin is het mogelijk om alle oudere werknemers in dergelijke rol te plaatsen. Daarom blijft de uitdaging ervoor te zorgen dat alle werknemers – oud en jong – maximaal kunnen werken binnen hun talenten om zo hun inzetbaarheid te bevorderen. Daardoor hou je je mensen geboeid, en blijven ze hun job langer met goesting doen”, aldus Peter Tuybens.

Maar liefst 70% van de ceo’s meent dat hij genoeg doet om de inzetbaarheid van zijn werknemers te verhogen. Maar terwijl bedrijfsleiders ervan overtuigd zijn dat er langs twee kanten getimmerd wordt aan dat groeipad van duurzame inzetbaarheid, beaamt amper 27% van de werknemers die conclusie. De werknemers ervaren in grote meerderheid onvoldoende maatregelen van hun werkgever die gericht zijn op de verbetering van hun inzetbaarheid. Hier is duidelijk nog werk aan de winkel!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content