© iStock

Controle op preventiebeleid burn-out

In 2014 werden bedrijven verplicht een risicoanalyse uit te voeren naar burn-out. Binnenkort komt daar controle op

Alsmaar meer mensen zijn langdurig afwezig van het werk wegens psychosociale aandoeningen. Burn-out is daar één van. Intussen wordt er op twee fronten gewerkt om hier iets aan te doen: via re-integratie van langdurig zieken, maar ook – en zeker even belangrijk – via preventie. Op 28 april 2014 trad een koninklijk besluit in werking in verband met de preventie van psychosociale risico’s op het werk. Psychosociale risico’s (PSR’s) worden gedefinieerd als de waarschijnlijkheid dat één of meer werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade als gevolg van de blootstelling aan een arbeidssituatie die een gevaar inhoud. Deze ‘gevaarlijke’ arbeidssituatie kan betrekking hebben op de arbeidsorganisatie, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden, de inhoud van het werk of de interpersoonlijke relaties op het werk.

Bedrijven moeten een risicoanalyse uitvoeren naar mogelijke stresssituaties, burn-out, zware conflicten en slechte werksfeer bij hun werknemers.

Tothiertoe werd er niet gecontroleerd of bedrijven effectief zo’n risicoanalyse hebben uitgevoerd. Daar komt verandering in. De inspectiedienst Sociale Wetten gaat controleren of werkgevers voldoende doen om hun werknemers te behoeden voor een burn-out.

Burn-out als beroepsziekte?

Gezien de omvang van het probleem, gaan er stemmen op om burn-out als beroepsziekte te erkennen. Minister van Sociale Zaken, Maggie De Block, zou burn-out wel willen laten erkennen als een arbeidsgerelateerde ziekte. Dat is niet helemaal hetzelfde als een beroepsziekte. Die laatste ziekte heeft louter met de uitvoering van het werk te maken, een arbeidsgerelateerde ziekte houdt verband met het werk (en de werkdurk), maar er spelen ook andere factoren.

Partner Content