Advertorial

‘1 op 5 boven de vijftig heeft een gehoorprobleem’

Het is nog altijd een beetje een taboe, een hoorapparaat dragen. En toch heeft circa 1 op 5 vijftigplussers een gehoorprobleem, zegt NKO-arts Jean-Philippe Vercruysse. Niet uitstellen, maar er op tijd naar laten kijken is dan ook het beste wat je kan doen.

Als je rond je kijkt, draagt toch wel de helft van alle vijftigplussers een bril, zeker als je leesbrillen meerekent. Problemen met het zicht lijken dus veel vaker voor te komen dan gehoorverlies. Is dat ook zo?

Dr. Vercruysse: “Als je kijkt naar de leeftijdsgroep tussen pakweg 50 en 60 jaar, blijkt 1 op 5 toch in die mate gehoorproblemen te hebben dat hulp of ondersteuning in de vorm van een hoorapparaatje aangewezen is. Gehoorverlies is op zich eigenlijk normaal bij het verouderen; je begint – gemiddeld -al minder goed te horen vanaf je 30ste. Elke tien jaar verlies je ongeveer 7 decibel (dB) in de lage en 18 decibel in de hoge frequenties. De meeste mensen beginnen daar pas last van te krijgen rond hun zestigste of zelfs zeventigste jaar, dan pas gaan ze over die drempel van het niet meer goed horen.

Je begint – gemiddeld – al minder goed te horen vanaf je 30ste.

Dr. Jean-Philippe Vercruysse
Dr. Jean-Philippe Vercruysse

‘Presbyacusis’ is de medische term voor deze vorm van ouderdomsslechthorendheid. Een behoorlijke groep heeft er echter al eerder last van. Dat kan te maken hebben met een erfelijke voorbeschiktheid, ‘het zit in de familie’. Soms kan het ook getriggerd zijn door andere factoren, door blootstelling aan lawaai in je beroep of bij concerten bijvoorbeeld. Het kan ook een bijwerking zijn van bepaalde medicatie, bijvoorbeeld bij chemo... De vijftigplussers van nu hebben in dat opzicht pech. Vroeger was er geen of weinig aandacht voor preventie, niet op de werkplaats, niet op festivals... Dat bewustzijn is nu veel groter, er wordt actief aan sensibilisatie en gehoorbescherming gedaan. Deze generatie vijftigplussers loopt dan ook een groter risico op gehoorproblemen dan de volgende.”

Het is in de praktijk niet zo evident om bij jezelf te merken dat je gehoorschade hebt. Hoe merk je dat het toch tijd wordt om je gehoor te laten checken?

Dr. Vercruysse: “Het is vaak de omgeving die er de patiënt op wijst dat hij of zij slecht(er) hoort. Bij mensen die professioneel actief zijn, wordt die slechthorendheid sneller opgepikt. Minder goed kunnen communiceren op de werkvloer, daar bestaat weinig tolerantie voor in het huidige bedrijfsklimaat. Dat is een reden om sneller hulp te zoeken, al hebben veel mensen nog altijd het idee dat een hoorapparaat iets is ‘voor oude mensen’.

Minder goed kunnen communiceren op de werkvloer, daar bestaat weinig tolerantie voor in het huidige bedrijfsklimaat.

Dat goed willen functioneren op je werk maakt gelukkig het taboe op het dragen van een hoorapparaatje kleiner. Gelukkig maar, want daardoor zullen mensen minder geneigd zijn om het toch nog maar even uit te stellen, iets wat ik in de praktijk nog altijd merk. Dat is jammer, want je hoort niet alleen met je oren, dat auditief signaal moet ook in je hersenen verwerkt worden. Als je een tijd lang slecht hoort, verliezen je hersens een deel van het vermogen om dat te kunnen. Definitief. Een hoorapparaat dragen helpt niet alleen om beter te horen, maar werkt ook preventief, het kan een stukje blijvend gehoorverlies voorkomen.”

Om in aanmerking te komen voor een terugbetaling door het ziekenfonds, moet er sprake zijn van een gehoorverlies van tenminste 40 dB. Heeft het pas vanaf dat punt zin om een hoortoestel te dragen?

Dr. Vercruysse: “Ik denk dat die 40 dB een terechte grens is, maar er zijn ook mensen onder die grens die toch slechthorend genoeg zijn om auditieve versterking nodig te hebben. Naast die regel van 40 dB is er ook een nieuwe regel waarbij je op basis van spraakevaluatie (met spraak in ruistesten) in aanmerking kan komen. Het is perfect mogelijk dat je gehoorverlies minder is dan 40 dB, maar dat je vermogen om spraak te kunnen verstaan dusdanig is aangetast dat je gehoorondersteuning nodig hebt. Afhankelijk van je score op die spraaktest kan je dus ook in aanmerking komen voor tussenkomst, wat maar logisch is.

Afhankelijk van je score op de nieuwe spraaktest kan je ook in aanmerking komen voor tussenkomst.

Ik heb echter ook een aantal patiënten die geen terugbetaling kunnen krijgen, maar die toch een hoorapparaatje gebruiken. Toch is het voor deze mensen – zeker als ze professioneel actief zijn – de moeite om die investering te doen en zo hun levenskwaliteit te verbeteren. Als je de stap zet naar een NKO-arts omdat je slechter hoort, is dat natuurlijk al een teken dat er een reëel probleem is. In die zin is die 40 dB een arbitraire grens.”