Groepswonen: solidair in een warm nest

Hoe kun je kleiner én veiliger gaan wonen wanneer het huis te groot is geworden en je tegelijk beschermen tegen vereenzaming later? Groepswonen (of cohousing) kan een oplossing bieden. Plus Magazine bezocht drie woongemeenschappen met een warme mix van leeftijden, culturen en opinies.

Al in 2000 begon het te knagen bij psychiater Luc Jonckheere (nu 58) en zijn vrouw Marie Renders (62). “Onze drie kinderen waren allemaal de deur uit en op een dag las ik een boek over een Deens experiment met cohousing. Ik was direct verkocht. Marie en ik zijn toen in Denemarken met de deelnemers aan dat project gaan praten. Ik besefte dat ik onbewust al lang met het idee bezig was. Als kind had ik een stripverhaal gelezen over een eenzame man die opgevangen werd door een stam en daar opnieuw nestwarmte vond. Dat gevoel wilde ik elke dag beleven.”

De psychiater is de initiatiefnemer van één van de grootste groepswoonprojecten die de jongste jaren in ons land zijn opgestart. Eind 2010 zullen in La Grande Cense in Clabecq 31 volwassenen en 20 kinderen wonen, verdeeld over 22 privéwooneenheden rond een centraal huis. De leeftijden variëren van 1 tot 81 jaar. “We zien het als een garantie voor later. Dankzij de mix van de generaties, zullen we een breed sociaal netwerk behouden. In ons project is geen zorg voorzien, maar de onderlinge hulp zal ervoor zorgen dat we niet snel naar een rusthuis moeten. Mijn moeder is hier komen wonen na het overlijden van mijn vader. Ze is opgebloeid en voelde zich snel een pak jonger!”

Het project in Clabecq is één van de drie woongemeenschappen die we voor deze reportage hebben bezocht maar zij zijn lang niet de enige. Even surfen naar www.samenhuizen.be of www.habitat-groupe.be volstaat om te zien hoeveel mensen vandaag kandidaten zoeken om in groep te gaan wonen. Je zou ze de communes van de 21ste eeuw kunnen noemen, al hebben ze nog maar weinig van doen met mei 68. Toen was het de bedoeling alles samen te doen, vandaag wil men zoveel mogelijk privacy combineren met de voordelen van een groep.

Onder groepswonen verstaat men vandaag een klein of groter aantal privéwoningen en/of appartementen die samen een architecturale eenheid vormen. De bewoners richten hun woonst in zoals ze willen, maar delen gemeenschappelijke voorzieningen. Die kunnen zich beperken tot een tuin, een binnenplaats of een logeerruimte of verder gaan: een centraal huis met een keuken voor gemeenschappelijke maaltijden, een vergaderruimte, een werktuigenplaats enz. Wanneer die gemeenschappelijke voorzieningen uitgebreid zijn, gebruikt men nu de term cohousing.

Vrijwel altijd gebeurt samenwonen in een verbouwde bestaande locatie: een oude hoeve, een steeg in de stad, een vervallen industrieel pand, enz. Dat komt omdat ecologische motieven doorwegen. De bewoners behouden een waardevol gebouw en gebruiken de ruimte efficiënter. Ze delen regenwater, zonnepanelen, een cv-ketel met hoog rendement, soms fietsen en auto’s. Ze kweken groenten in een gezamenlijke moestuin en delen het gebruik van diverse toestellen.

Financiële voordelen, genieten van elkaar

De ecologische winst en het voorkomen van vereenzaming op latere leeftijd zijn niet de enige voordelen. Luk Jonckheere: “Omdat je ook meebetaalt voor de gemeenschappelijke ruimten, komen de kosten in de start- en bouwfase overeen met een gemiddelde woning (in ons geval zo’n euro 275 000 voor 135 m2). De financiële voordelen zitten in de dagelijkse levenskosten nadien. Je gaat apparaten en gereedschap delen, gemeenschappelijke aankopen doen, de opbrengst van de moestuin delen, samen bepaalde maaltijden bereiden enz. Iedere bewoner brengt vaardigheden mee. Je leert van elkaar hoe je dingen zelf kunt doen en je doet een beroep op elkaar voor herstellingen.”

Daarnaast heb je de sociale en psychologische voordelen. De woonveiligheid verhoogt. Alleenstaande of gescheiden ouders vinden gemakkelijk opvang én een klankbord bij opvoedingsproblemen. Kinderen hebben altijd speelkameraden. “Aan de ene kant heb je een maximale privacy, aan de andere kant word je opgenomen in een sociaal weefsel”, zegt Luc Jonckheere. “In ons project hebben we niet alleen een mix van leeftijden, maar ook van Nederlands- en Franstalige Belgen en van nog vier andere nationaliteiten. Je leert andere culturen en gezichtspunten kennen.”

Praten, praten, praten

In de drie woongemeenschappen stelden we ook de vraag wat de bewoners tot nog toe hebben ervaren als nadelen. Het antwoord was unaniem: je moet heel veel tijd, geduld en diplomatie investeren om te vergaderen, te praten, compromissen te zoeken en samen keuzes te maken, zeker in het begin. Groepswonen is een dagelijkse les in democratie, zei iemand.

Daarbuiten heb je de kleine ergernissen. Het papierwerk dat soms op één schouder terechtkomt. Wrevel over medebewoners die afspraken niet nakomen. “Groepswonen is vooral geschikt voor mensen die hun eigen mening in vraag kunnen stellen”, zegt Luk Jonckheere nog. “Wie niet houdt van sociale controle en absoluut zijn eigen ding wil doen, kan beter wegblijven. Bij het uitwerken van een project is het daarom nuttig dat je onderling een bemiddelingsprocedure afspreekt.”

Officieel bestaat het niet

De drie projecten hebben elk een andere juridische structuur. In Ohey kozen de bewoners voor een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba). Elke bewoner-beheerder heeft aandelen gekocht. In Rotselaar en Clabecq gaat het om een vereniging van mede-eigenaars. Juridisch zijn nog andere formules mogelijk, telkens met voor- en nadelen. Het zou al een pak helpen als de overheden én de fiscus het begrip groepswonen in wetteksten en stedenbouwkundige regels zouden gieten. Officieel bestaat het immers nog niet. Bouw- of renovatiepremies bijvoorbeeld moeten de bewoners nog individueel aanvragen. Sommige gemeenten juichen zulke projecten al toe, maar op veel plaatsen worden initiatiefnemers nog bekeken alsof ze van Mars komen.

Hoe begint u eraan ?

Een interessante locatie kan de start vormen, waarna u op zoek kunt gaan naar kandidaat-medebewoners. U kunt ook vertrekken vanuit een kerngroep gelijkgezinden , dan een locatie zoeken en vervolgens mensen vinden om de groep uit te breiden.

In Vlaanderen kunt u voor informatie bij de vzw Samenhuizen terecht: Prattenborgplein 35, 3270 Scherpenheuvel, tel. 02 380 24 62, www.samenhuizen.be

In Franstalig België wordt dezelfde service verleend door de vzw Habitat&Participation, tel. 010 45 06 04 en www.habitat-groupe.be

Over projecten met uitgebreide gemeenschappelijke voorzieningen leest u meer op de site www.cohousing.be.

In de praktijk ligt er al snel vijf jaar tussen de eerste contacten en het eigenlijke wonen. U moet een traject in vijf domeinen doorlopen: de structuur en de visie uitwerken, een locatie verwerven, bouwen of verbouwen, een juridische structuur vastleggen en de financiering rond krijgen.

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content