homEopathie Medicijn of placebo ?

Ruim twee eeuwen na het ontstaan ervan, worden we almaar vaker geconfronteerd met homeopathie: op de toonbank van de apotheek, in reclamespots op tv... Wat zijn de troeven van deze ‘alternatieve’ geneeswijze? Wat zijn de beperkingen? Hoe kunnen we ze verstandig gebruiken? Kortom, wat is de plaats van de homeopathie in onze gezondheidszorg?

Gwenaëlle Ansieau

Sinds homeopathie in 1796 werd ontdekt door de Duitse arts Samuel Hahnemann (zie p. 52), heeft ze altijd zowel fervente aanhangers als verwoede tegen-standers gekend. Tussen beide extremen bevinden zich massa’s mensen die af en toe een beroep doen op homeopathie, zonder zich al te veel vragen te stellen: omdat ze vertrouwen hebben in hun arts-homeopaat, omdat ze een keer iets nieuws willen proberen,...

Maar tot vandaag toe zorgt homeopathie voor veel controverse. Een wetenschappelijke verklaring van hoe het (eventueel) werkt, bestaat immers niet en niemand weet of ze er ooit komt. Voor sommigen volstaat dit om de homeopathie als ongeloofwaardig af te wijzen. Anderen gunnen ze het voordeel van de twijfel. Of ze baseren zich op eigen ervaringen om te zeggen dat het blijkbaar toch werkt. De discussie is nog lang niet afgerond...

De drie pijlers

Homeopathie is gebaseerd op drie basisprincipes.

Gelijksoortigheid

Een bepaalde stof mag in een hoge dosis dan al toxisch zijn voor een gezonde persoon (en dus symptomen veroorzaken), ze kan diezelfde symptomen ook doen verdwijnen indien ze worden veroorzaakt door een ziekte. Dit beginsel is dé hoeksteen van de homeopathie. Overigens was het idee ten tijde van Hahnemann niet nieuw: het was al opgedoken bij Hippocrates himself...

Individuele aanpak

De behandeling is gericht op het individu: ze hangt af van de patiënt, diens algemene toestand, de wijze waarop hij in elkaar zit. “Net daarom is het allemaal zo moeilijk te begrijpen”, verduidelijkt de Brusselse dermatoloog dr. Marianne Putzeist van het Molière-Longchampziekenhuis. “Als homeopaat schrijf je patiënten met dezelfde symptomen niet noodzakelijk hetzelfde geneesmiddel voor! Om de beste remedie te vinden moet je op onderzoek gaan en veel met de patiënt praten.”

Het belang van een echte dialoog tussen arts en patiënt, kan dus niet worden overschat. “Deze individuele aanpak is in de homeopathie veel uitgesprokener dan in de allopathie”, beklemtoont ook de homeopathische arts Marielle Schuster. “Zelfs als twee patiënten me dezelfde klachten voorleggen, is de kans klein dat ze hier met identiek dezelfde behandeling vertrekken.”

Oneindig lage dosis

Nog een essentieel kenmerk van de homeopathie is dat de hoeveelheid substantie die in het geneesmiddel terug te vinden is, oneindig klein is. En toch blijft het genezende effect – althans volgens de believers – overeind. Het product zou zelfs efficiënter worden naarmate het aantal verdunningen toeneemt.

Verdunnen en schudden

Homeopathische geneesmiddelen worden bereid op basis van planten, mineralen en dieren (bijen, mieren, slangengif,...). Ze kunnen de vorm aannemen van korreltjes, siroopjes, tabletten, zalven,... Net als bij alle geneesmiddelen moet bij de productie een strikte procedure worden gevolgd.

De stof waarmee een genezend effect wordt beoogd (de oertinctuur) wordt verdund tot de vereiste oneindig lage dosis is bereikt. Eerst wordt ze honderdmaal verdund in een oplosmiddel (water of alcohol): één druppel oertinctuur in 99 druppels oplosmiddel. Vervolgens wordt het verkregen mengsel krachtig geschud. Het resultaat is een 1CH-oplossing (1C staat voor de centesimale verdunning en H voor Hahnemann). Voor een 2CH-oplossing ver-trekt men van de eerste verdunning en verdunt men opnieuw honderdmaal: één druppel van de 1CH-oplossing in 99 druppels oplosmiddel. Nadien wordt er weere krachtig geschud en begint men opnieuw...

Wat er dan nog overblijft? Niet veel meer, vinden de tegenstanders van homeopathie. Eenmaal de 12CH voorbij, is er van de oorspronkelijke stof niet het minste spoor meer te vinden. De homeopaten ontkennen dit overigens niet. Maar volgens hen blijft de genezende werking overeind, zonder dat daar een echte verklaring voor bestaat.

Symptoom of constitutie

Een patiënt kan om twee redenen naar een homeopaat stappen. Een eerste reden: een bepaald symptoom (een hoest, een allergische reactie,...). De meeste homeopaten (die ook allemaal artsen zijn) sluiten het gebruik van klassieke geneesmiddelen niet uit indien de toestand van de patiënt niet verbetert nadat die 24 of 48 uur homeopathisch werd behandeld. Sommige artsen geven dus twee voorschriften mee. Met het eerste schrijven ze een homeopathisch middel voor dat de symptomen moet doen afnemen. Het tweede – bijvoorbeeld voor antibiotica – moet de patiënt gebruiken als er niet snel verbetering optreedt. Het homeopathische geneesmiddel kan ook een aanvulling zijn op de allopathische behandeling. Dr. Putzeist: “Een patiënt met herpes zoster ophthalmicus zal ik uiteraard een antiviraal middel voorschrijven. Maar ook een homeopathisch middel, want dat kan helpen om de symptomen en de pijn te verlichten.”

De tweede mogelijke reden om een homeopaat te raadplegen: een behandeling van de constitutie van de patiënt, wat inhoudt dat de homeopaat op lange termijn gaat werken. Het gaat dan vooral om preventie. “Een diepgaande behandeling is interessant bij steeds terugkerende aandoeningen zoals eczeem, allergie, psoriasis, herpes...”, beklemtoont Dr. Putzeist. “Als de klachten terugkeren, kan het de moeite lonen om niet enkel de symptomen te behandelen maar verder te gaan. Via een diepgaande behandeling kunnen we onder meer de intensiteit van de aanvallen doen afnemen.

Met het oog op een diepgaande behandeling duurt het eerste consult bij een homeopaat langer dan alle volgende: ik stel de patiënt vragen over diens ziekte, de periodes waarin het beter ging of waarin de ziekte (opnieuw) de kop opstak. Vervolgens probeer ik uit te zoeken wie de patiënt is. Is hij allergisch? Heeft hij een gevoelige spijsvertering? Ik vraag ook naar zijn familiale voorgeschiedenis...”

Allopathie + homeopathie,een tandem

Homeopathie heeft vele troeven: er zijn geen neveneffecten of contra-indicaties en homeopathische middelen werken niet verslavend. Ze zijn dus voor iedereen geschikt. Maar er zijn beperkingen: “De ziekte moet omkeerbaar zijn,” legt Dr. Putzeist uit. “Dat is bijvoorbeeld niet het geval bij een hartinfarct of kanker. Ook moet de patiënt nog reageren (hij mag niet in coma liggen) en tot slot moeten we de juiste substantie vinden.”

De huidige artsen-homeopaten stellen zich vaak gematigder op dan hun voorgangers. “Er zijn minder extremisten dan vroeger”, aldus Dr. Schuster. “Niemand beweert nog dat je met homeopathie alles kunt genezen. Het is dus niet langer ondenkbaar dat een arts bij een bronchitis met een extra infectie bijvoorbeeld allopathische én homeopathische middelen voorschrijft. Ze vullen elkaar aan.”

Zeer breed inzetbaar

Homeopathie heeft niet de pretentie ernstige ziektes te kunnen genezen. Ze wordt wél almaar vaker ingezet als ondersteunende behandeling bij dergelijke ziektes (adjuvanstherapie). “Omdat homeopathische middelen niet toxisch zijn, worden ze al vaak gebruikt in de pediatrie en bij de behandeling van zieke zwangere vrouwen, situaties waarin het arsenaal aan allopathische middelen beperkt is. In de dermatologie is dat het geval bij allergieën, eczeem, psoriasis, huidinfecties. Ook in de keel-, neus- en oorheelkunde of ter behandeling van opvliegers bij vrouwen in de menopauze doet men er een beroep op”, verduidelijkt Dr. Schuster. “Maar ook bijvoorbeeld om eventuele letsels ingevolge radiotherapie te voorkomen.”

Bij de behandeling van fibromyalgie (een syndroom met onverklaarbare pijn over het hele lichaam en slaapstoornissen) kan homeopathie de symptomen verlichten. En bij patiënten die chemotherapie moeten ondergaan, kan ze helpen om sommige bijwerkingen van die behandeling te verlichten: de misselijkheid en het braken, de haar-uitval, het aantal witte bloedcellen,... Die aanvullende behandelingen worden echter (nog) niet in het ziekenhuis voorgeschreven maar door de arts-homeopaat van de patiënt.

Schuchtere intredein het ziekenhuis

Als homeopathie momenteel dan al binnen mag in het ziekenhuis, dan gebeurt dat zeker niet via de hoofdingang. Ziekenhuisartsen die ook homeopathie voorstellen, doen dat meestal uiterst discreet. Urgentiearts dr. Eric Ménard: “Homeopathie op de dienst spoedgevallen? Veel speelruimte hebben we hier echt niet: we gaan een hartinfarct heus niet behandelen met korreltjes! Maar op de traumatologie kunnen we wel homeopathie inschakelen voor kleine pijntjes. Ik gebruik hoe dan ook enkel homeopathie indien de patiënt spontaan te kennen geeft daar open voor te staan. Als hij me bijvoorbeeld zegt dat hij al een homeopathische behandeling volgt, kan ik hem iets voorstellen, naargelang van het probleem waarvoor hij naar het ziekenhuis komt. Zegt hij niets over een vorige behandeling, dan stel ik ook niets voor, ook al zou ik dat vaak liever wél doen!”

Of er ooit een homeopathische consultatie komt in het ziekenhuismilieu? Dr. Ménard hoopt van wel maar volgens hem is dat nog niet voor morgen. “Het ziekenhuis heeft nog een klassieke kijk op de geneeskunde. Voor zijwegen als homeopathie is er weinig plaats: omdat we geen bewijzen kunnen aandragen voor het werkingsmechanisme van homeopathie, vallen wij uit de boot. En die mentaliteit zal niet snel veranderen.”

Net zoals hij, passen nogal wat ziekenhuisartsen dus homeopathie toe zonder dat van de daken te schreeuwen. Ze geven een patiënt een tip maar noteren die bijvoorbeeld niet in zijn medisch dossier. Dr. Putzeist: “In het ziekenhuis zijn wij omringd door heel rationele mensen. Toch stel ik homeopathie voor aan mijn patiënten als het past. Ik denk dat we in een tijd leven waarin de mensen geen zin hebben om zichzelf nog langer te vergiftigen: ze zijn blij wanneer ik hen een behandeling zonder neveneffecten voorstel. Maar ik ontmoet ook patiënten die homeopathie totaal niet zien zitten. Aandringen doe ik niet, dat is uiteraard niet de bedoeling. Maar als patiënten een weinig succesvolle homeopathische ervaring achter de rug hebben, kan ik hen toch uitleggen dat het echt geen eenvoudige therapie is. Ik ben op dat vlak bescheiden, ik weet dat ik me ook soms vergis, net als mijn collega’s. Maar dat betekent niet dat we achteraf niet de goede remedie zouden kunnen vinden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content