Polenta met gekonfijte spruitjes

(Voor 4 personen)

Voor de polenta.

40 cl water, 40 cl melk, zout, 180 g polenta, 2 eetlepels boter, 10 cl vloeibare room, peper.

Voor de garnituur.

300 g spruitjes, zout, 15 cl gevogeltebouillon, 40 g boter.

1 Breng het water en de melk aan de kook met een snuifje zout. Strooi er de polenta in en blijf voortdurend roeren tot de bereiding dikker wordt. Laat 15 minuten garen op een zacht vuurtje. Voeg de boter en de room toe, breng op smaak met peper en zout, en meng.

2 Maak de spruitjes schoon en laat ze vijf minuten blancheren in kokend water met zout. Laat ze daarna schrikken in ijskoud water. Laat ze vijf minuten uitlekken en maak de blaadjes los. Hak enkele spruitjes fijn en voeg ze bij de polenta.

3 Warm de bouillon en de rest van de boter op in een sauteerpan. Voeg de spruitjes toe en warm ze enkel minuten op terwijl je zachtjes roert.

4 Doe de polenta in een schaal, leg er de spruitjesblaadjes op en dien op.