© ISTOCK

Mag je de kat bij de melk zetten?

Net als jullie, houden wij van dieren. En dus zijn we elke maand kwistig met opvoedtips, verwentrucs en verzorgingsweetjes.

Katten zijn van nature verlekkerd op melk: ze kunnen ze makkelijk opdrinken en ze bevat veel voedingsstoffen, zoals eiwitten, suiker (lactose), vetten, vitaminen en mineralen. Net als alle andere zoogdieren, overleven kittens de eerste weken van hun leven uitsluitend op moedermelk. Vanaf vier weken gaan ze ook andere voeding eten, in de vorm van brokken of gelei. Ze drinken minder melk en stoppen daar rond zeven tot acht weken helemaal mee.

De productie van het enzym dat voor de vertering van de melk instaat, en vooral dan van de lactose, neemt vanaf dan sterk af omdat het overbodig is geworden. En dus verteert je kat minder goed melk, vooral dan koemelk, die een andere samenstelling heeft dan moedermelk. Die slechte vertering kan voor problemen zorgen, zoals diarree, een opgeblazen gevoel en winderigheid. De lactose begint onder invloed van de microbiële activiteit in de darmen te fermenteren, waardoor een osmotisch onevenwicht ontstaat dat diarree veroorzaakt. Er kan zelfs melkintolerantie en melkallergie optreden, wat zich uit in de vorm van rode vlekken, eczeem of oorontstekingen. In dat geval geef je je kat beter helemaal geen melk meer.

Idealiter moet je dan een test laten uitvoeren om zeker te weten of je kat nog wel melk verdraagt. Een gemiddelde dosis van ongeveer tien milliliter melk per kilo wordt als aanvaardbaar beschouwd. Verdraagt Felix ook dat niet, stop de melk dan meteen. Zodra je kat volwassen is, heeft ze er trouwens geen nood meer aan. En het heeft ook geen zin om de melk met water aan te lengen, de bestanddelen blijven dezelfde. Als je kat ze niet verdraagt, zal aanlengen met water daar niets aan veranderen.

OLIVIA VAN DE PUTTE

Partner Content