Liever blauw dan wit

Druiven zijn rijk aan antioxidanten – vooral dan de blauwe variant, die er tot twee keer meer hebben dan witte druiven! Blauwe druiven bevatten namelijk flavonoïden (onder meer anthocyaan dat de vruchten hun mooie violetblauwe kleur geeft) die preventief zouden werken tegen bepaalde vormen van kanker en tegen hart- en vaatziekten. Het vel van de druif bevat ook de antioxidant resveratrol, waarvan in vitro is bewezen dat hij beschermend werkt voor het hart. Polyfenol, dat aanwezig is in wijn, komt in minder grote hoeveelheid voor in druivensap, omdat het vel hier niet of nauwelijks geweekt werd. Verder onthouden we dat druiven uitstekende mangaanleveranciers zijn (noodzakelijk voor een goede spijsvertering) en tevens een goede bron van koper – een mineraal dat een belangrijke rol speelt in de aanmaak van hemoglobine en collageen. Zelfs de druivenpitten zijn nuttig, want ze leveren een olie die rijk is aan onverzadigde vetzuren en zeer goed bestand is tegen verhitting.