Herman De Croo © FRANK BAHNMÜLLER

Herman De Croo: ‘Talent moet je delen’

Hij is al meer dan 50 jaar parlementslid in een tijd waarin politieke carrières almaar korter worden. Op zijn 80ste vond minister van Staat Herman De Croo het dan ook een mooi moment om zijn memoires te schrijven.

Een halve eeuw in de Belgische politiek, waarvan meer dan 10 jaar ministerposten, acht jaar kamervoorzitter en bijna 20 jaar burgemeesterschap, maken van de liberaal een bevoorrechte getuige van een tijdperk. Maar het Orakel van Brakel zou zijn bijnaam oneer aandoen indien hij alleen zou terugblikken. Zijn 81 jaren beletten hem niet elke dag een propvolle agenda af te werken en te wijzen op de toekomst. We spreken af in zijn kantoor in het Vlaams Parlement, want het woord workaholic moet voor hem zijn bedacht.

Meer dan 50 jaar politiek. Wat drijft je om zo lang door te gaan?

Het tegendeel zou mij ontgoochelen. Ik ben gewoon altijd een zeer actief man geweest, was landbouwer, advocaat, hoogleraar. Ik vraag mij soms af hoe ik er zelf uit wijs raakte.

Je hebt toch ook maar 24 uur in een dag.

Ik optimaliseer mijn tijd. Ik schat dat ik gemiddeld 1/3 actiever ben dan doorsnee mensen. Ik las nooit vrije weekends in: dat zijn 104 dagen bij per jaar. Neem geen verlof: 20 dagen gewonnen. En werk 70 tot 80 uur per week. Zo krijg ik er een half jaar bij. En dan doe je toch veel. Je moet weten dat ik meer dan 3.600 invitaties per jaar ontvang: op 800 ga ik in. Meestal gratis. Ook thuis heb ik zaken te regelen. Maar eigenlijk heb ik wat ik doe nooit beschouwd als werk. Ik ben gewoon continu bezig. Als ik twee keer per avond dingen zou moeten doen die mij niet aanstaan, zou dat niet lukken. Ontbijten doe ik trouwens altijd met mijn vrouw ( lacht).

Ik heb een fantastische band met mijn kinderen Alexander en Ariane. Wij onderhouden een ongelooflijke vriendschap.

Dat ritme hou je nog altijd aan?

Inderdaad. Ik zal je nog meer vertellen. Ik vertoef 1.500 uur per jaar in de auto, maar heb gelukkig een chauffeur waardoor ik kan werken in de wagen. Dat zijn 1.500 uren die ik anders kwijt ben. Want ik ben 3 tot 4 uur per dag onderweg. Toen Alexander partijvoorzitter werd heb ik meteen gezegd: je hebt een chauffeur nodig. Je moet natuurlijk kunnen werken op de achterbank. Dat klinkt nu eigenaardig maar ik ken een gewezen premier die dat niet kon. Hij werd misselijk. Dan verlies je veel tijd. Gelukkig hebben Alexander en ik daar geen last van.

En hoe kom je tot rust?

Paardrijden is voor mij mentale rust. Het maakt je geest leeg. Je kan gewoonweg aan niets anders denken. Als je met zorgen in je hoofd paardrijdt, zal dat niet lukken, want het paard weet het. Een keer per week rij ik samen met Alexander. Dat is dus anderhalf uur dat ik werkelijk aan niets denk. Ik koester die momenten. Eigenlijk zou ik geen paard meer mogen rijden, want het is best een gevaarlijke sport. Ik heb al een keer mijn nek gebroken. Maar ja, er mag zo veel niet. En we hebben zo’n wondermooie streek, daar in de Vlaamse Ardennen. Er is geen enkel paadje in een straal van 15 km dat ik niet ken.

Ik zwem ook twee keer per week. Alexander en ik wonen naast elkaar en hebben samen in een oude schuur een zwembad geïnstalleerd. Vroeger ging ik elke zondag naar het gemeentelijkz wembad. Maar dat was niet te doen! Ik moest aan politiek dienstbetoon doen in zwembroek. Dan sta je daar als burgemeester, druipend nat in de hoop dat je eerst je lengtes kan zwemmen, terwijl mensen je vanalles vragen. Nu kan ik rustig alleen zwemmen en om het even hoe laat.

Geef je je zoon goeie raad?

Enkel als hij het vraagt. Wij komen zeer goed overeen, Alexander en ik. We hebben discussies over vele onderwerpen. Mijn kinderen en ik hebben meer dan een relatie vader-zoon of vader-dochter. Wij onderhouden ongelooflijke vriendschappen! Ook broer en zus hebben een fantastische band. Ik kan Ariane niks vertellen of Alexander weet het en omgekeerd.

Als je zo terugblikt, waar ben je dan het meest trots op?

Dat ik deel uitmaak van een familie waarin men altijd het algemeen belang heeft gediend. Ook mijn vader was burgemeester. Hij zei altijd: als je talenten hebt, moet je ze niet begraven: je moet ze delen. Als je kansen hebt in het leven, fysiek, mentaal, karakterieel, dan mag je die niet voor jezelf houden. Dat zit bij ons diep ingebakken. Je moet wat afstand nemen van materiële dingen, al is het makkelijk dat te zeggen wanneer je ze hebt. Maar het leven is toch meer dan egoïstische noden. Zonder algemeen belang, gaat de maatschappij niet vooruit.

Als kind was ik tenger en vaak ziek. Ik had veel last van astma-aanvallen en nierontstekingen. Bij de jezuïeten in Bergen noemden ze mij de microbe. Toen ik 16 was, heb ik tegen mezelf gezegd: ik wil niet meer ziek zijn. Het was een beetje autosuggestie, maar ik ben in 65 jaar nooit meer ziek geweest. Daar ben ik trots op.

Tot in 2009.

In 2009 heb ik stembandkanker gekregen. Dat had ik niet verwacht. Ik noem het altijd een arbeidsongeval, want ik praat te veel. Dat is echt een drama hoor, de diagnose kanker.

Heeft die ziekte jou veranderd?

Helaas niet. Ik ben op dezelfde manier doorgegaan, blijven werken. Ik heb wel het geluk gehad dat de ziekte ontdekt is in een vroeg stadium. Maar ik heb ook gereageerd met stoute actie. Na een week vroeg ik de professor die mij behandelde: “Waarom kom ik enkel op weekdagen?” En ik kreeg als antwoord: “Dat is te lastig in het weekend, we hebben niet genoeg apparatuur en personeel.” Ik zei: “En mijn kankercellen dan? Groeien die niet tussen vrijdag en maandag? Gaan zij op weekend of zo?” Ik heb toen een campagne ontketend in de pers, niet meer voor mezelf, want mijn afspraken lagen vast, maar voor andere patiënten, om de bestralingen op zijn minst toch met één dag te verhogen. Een aantal ziekenhuizen heeft dat uit eerlijke schaamte ook aangepast.

Maar ik besef heel goed dat ik een sterveling ben. Ik ben 81 en weet dat ik morgen kan overlijden. Het familiegraf van de De Croo’s bevindt zich links van de kerktoren in Michelbeke. Al meer dan 200 jaar staan de namen van mijn voorouders erin gebeiteld. Mijn moeder liet bij de dood van mijn vader een nieuw monument oprichten waar ze zonder mijn medeweten mijn naam liet opzetten. Dat was wel even slikken: mijn naam op een grafmonument. Maar bang ben ik niet. Niemand is de eeuwigheid gegeven.

En daarom heb je je autobiografie geschreven.

Nu heb ik nog de volle capaciteit om te denken, te praten, mij te herinneren. Leo Tindemans ( n.v.d.r. voormalig premier) zei ooit: Als je je biografie te laat schrijft, heb je geen lezers meer, als je ze te vroeg schrijft geen vrienden meer. Dus ik dacht: dit is het moment. Maar ik heb mij wel mispakt. Ik ben daar een jaar mee bezig geweest. Ik wilde alles dicteren maar zo makkelijk ging dat niet! Ik ben een paar keer om 4 uur opgestaan om er aan te werken.

Dicteren?

Zo werk ik al 40 jaar. Ik dicteer alle opdrachten en nota’s in mijn dictafoons. Mijn medewerkers typen alles uit.

Je blikt ook vooruit. Wat vind je de grootste uitdaging in de toekomst?

Verdraagzaam zijn! Zelf ben ik een man van vele werelden: ik ben Vlaming, heb in het Frans gestudeerd, naar 31 landen gereisd en meer dan 30 keer in Congo geweest. Ik ben van het noorden en het zuiden, de stad en het platteland. Ben katholiek opgevoed, nu ongelovig. Verdraagzaamheid is voor mij de hoogste waarde. Dat vraagt elke dag een inspanning. En die zal nodig zijn. Want op korte termijn is migratie en de demografische explosie in Afrika de grote uitdaging waar wij voor staan.

Kom je op bij de verkiezingen in 2019?

Dat weet ik nog niet. Maar als ik op een lijst sta, word ik zeker verkozen.

Pensioen is hoe dan ook niets voor jou.

Nooit! Maar ik betaal er wel al 50 jaar voor!

Geworteld in het leven. Mijn autobiografie — Herman De Croo — Lannoo — 39,99 euro — isbn 9789401455183

Herman De Croo
Herman De Croo© FRANK BAHNMÜLLER

TIJDLIJN

12/7/1937

Geboren in Opbrakel

Studies

Politieke wetenschappen en rechten, ULB, Brussel Rechten aan University of Chicago Law School (VS)

Loopbaan 1964-1971

Burgemeester Michelbeke

1968

Verkozen als liberaal volksvertegenwoordiger, sinds dan onafgebroken parlementslid.

1974-1988

Ministerposten: Nationale Opvoeding, Pensioenen en PTT, Verkeerswezen en Buitenlandse Handel

1995-1997

Partijvoorzitter van de VLD

1999-2007

Kamervoorzitter

2001-2012

Burgemeester Brakel

2014-heden

Vlaams parlementslid

Privé

Getrouwd met advocate Françoise Desguin. Vader van Ariane en Alexander De Croo

Partner Content