© FRANK BAHNMULLER

HENDRIK DEVRIENDT (58) Naar je stoelgang kijken mag geen taboe meer zijn

De kanker en de bijhorende behandelingen zijn als een sneltrein over me heen gewalst. De psychologische wonden die dat heeft geslagen, daar herstel ik nog steeds van. Ik heb mijn ziekte zelf ontdekt door eenvoudigweg naar mijn stoelgang te kijken en daarin rode stukjes te ontwaren. Buikklachten had ik totaal niet, maar toen ik aan mijn vrouw, die verpleegkundige is, vertelde wat ik had gezien, reageerde ze meteen geschrokken. Het bloed- en stoelgangonderzoek bracht niets aan het licht, maar dat stelde mij niet gerust. We hebben onze vakantie geannuleerd omdat ik wilde weten wat er aan de hand was. Achteraf ben ik blij dat ik heb doorgezet, want bij de coloscopie kwamen vier poliepen aan het licht die positief testten op kanker. Omdat ik er tijdig bij was, konden de artsen de kanker weghalen door 30 cm dikke darm te verwijderen. Maar recupereren van die ingreep was niet alleen fysiek een opdoffer. De veel intensere mentale dreun volgde achteraf. Ik herbeleefde door die anesthesie een medisch jeugdtrauma. Ik ben geboren met een schisis waardoor ik als kind talloze pijnlijke ingrepen heb moeten ondergaan. Twee dagen na de darmingreep tastte ik ’s nachts naar mijn gelaat. Het voelde alsof ik daar weer lag als kleine jongen die pas geopereerd was aan de mond. Een deel van de onderlip werd toen naar de bovenlip verplaatst. Dat was heftig. Als sociaal assistent besefte ik dat ik nood had aan een psycholoog. Voor mijn vrouw en dochter was dat erg zwaar omdat ik me toen raar gedroeg en bijvoorbeeld telkens bleef herhalen wat ik allemaal voelde.

Mijn vrouw en ik zijn elkaar in die periode wat verloren. Dat is blijven doorwerken, want niet veel later heeft zij voorgesteld om apart te gaan wonen. Na 33 jaar huwelijk een hele klap. Ik heb een poos heel diep gezeten, al zou ik het geen depressie noemen, eerder een dal waar ik weer uit ben geraakt. Dat ik kon blijven werken – eerst deeltijds, nadien weer voltijds -, heeft me recht gehouden. Die structuur en de collega’s waren mijn houvast.

De impact van kanker op mijn leven reikt veel verder dan het puur medische. Voor mij voelt het alsof ik op 56 een tweede leven heb gekregen. Een kans om oude dromen waar te maken. Zoals acteren. Als jongeman had ik die wens opgeborgen omwille van mijn schisis. Intussen volg ik een cursus toneelopleiding en stond ik zelfs al mee op de planken. Ook de relatie met mijn broers en zussen is door wat ik heb meegemaakt veranderd. We hebben heel fundamentele gesprekken kunnen voeren maar dat zorgde soms ook wel voor spanningen, omdat we niet altijd dezelfde kijk deelden. De sterkte van mijn familie is gelukkig dat we elkaar niet loslaten.

Intussen ben ik drie jaar vrijgesteld van coloscopie maar ik blijf zelf natuurlijk waakzaam voor mogelijke signalen. Door de kanker heb ik met mijn lichaam een nieuwe relatie moeten opbouwen. Wij gaan goed voor elkaar zorgen, zeg ik tegen mezelf: de psyche gaat voortaan voor het lichaam zorgen en vice versa. We kennen elkaar nu beter dan ooit.

Sinds de ingreep moet ik mijn voeding in de gaten houden. Ik ben geëvolueerd van ‘wat zullen we eten ‘ naar’ wat kan ik best eten om mij goed te voelen’. Dat lijstje is voor iedereen anders. Ik moest stap voor stap herontdekken wat ik nog kan verteren. Van sinaasappels verdraag ik zelfs de geur niet meer. Ook de volgorde van mijn toiletgebruik is sindsdien anders. Naar je stoelgang kijken mag niet langer een taboe zijn. De artsen die me behandelden, hebben me aangeraden om mijn verhaal rond te bazuinen. Want net door te durven kijken, was ik er tijdig bij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content