VAB vreest sociaal isolement voor Antwerpse ouderen

Nu het Antwerpse stadsbestuur binnenkort de tarieven wil vastleggen voor te vervuilende wagens die toch nog de geplande lage-emissiezone willen inrijden, trekt mobiliteitsorganisatie VAB aan de alarmbel rond de situatie van bepaalde ouderen. Aangezien die groep vaak de oudste wagens bezit en niet meer (kan) investeren in nieuwe exemplaren, dreigt er een vorm van sociaal isolement te ontstaan, aldus VAB.

Op 1 februari 2017 gaat in de Antwerpse binnenstad de eerste fase van de lage-emissiezone in. Benzine- en lpg-wagens moeten dan aan Euronorm 1 beantwoorden om de zone nog in te mogen, dieselwagens aan Euronorm 3 met roetfilter. Voor Euro 3-dieselwagens zonder roetfilter kan een toelating aangevraagd worden waar prijzen van 20 euro (dagtarief) tot 350 euro (jaartarief) aan vasthangen. Nog oudere wagens zijn niet meer welkom, al zijn er enkele uitzonderingen voorzien. In 2020 en 2025 gaan nieuwe fases in en worden de normen nog strenger.

VAB berekende dat 4,2 procent van de huidige Antwerpse benzinerijders vanaf februari 2017 het stadscentrum niet langer kan inrijden, en liefst 30,4 procent van de huidige dieselrijders. Een deel van die laatste groep kan wel nog betalen voor een toelating of een roetfilter installeren, maar vanaf 2020 zal ook dat niet langer voldoende zijn. In totaal zouden 15.137 inwoners vanaf de eerste fase niet langer (gratis) met hun wagen hun woongebied mogen binnenrijden.

VAB vraagt zich af of al die eigenaars wel voldoende financiële middelen zullen hebben om een nieuwer model aan te kopen en of er geen bijsturingen mogelijk zijn voor met name bepaalde ouderen. “Zij rijden in verhouding meer met zeer oude wagens”, klinkt het. “Vaak is dit hun laatste grote aankoop geweest en rijden ze met deze wagen tot hij de geest geeft. Senioren zijn trouwens geen ‘veelrijders’, waardoor hun impact op het milieu kleiner is.”