© IPS

Tony Geeraerts, de Vlaamse vuilnisman in Cambodja

Een Vlaams project op het Cambodjaanse platteland heeft iets bereikt waar de overheid nooit in geslaagd was: huisvuilophaling organiseren. Waar een paar maanden geleden nog bergen stinkend afval lagen, kan het groen opnieuw ademen. Daarvoor was wel een drastische mentaliteitsverandering nodig op het vlak van gezondheid en milieu.

Ochtendspits op de Mekong. Veerboten met daverende motoren steken de rivier over. Motorfietsen, auto’s, tuktuks en karren overladen met handelswaar worden naar de overkant gebracht. Het is een drukke veerverbinding tussen de hoofdstad Phnom Penh en het platteland, twee verschillende werelden gescheiden door de brede stroom.

Op het dek staat Tony Geeraerts, manager van weeshuis Little Hearts, met zijn mountainbike. “Zie je dat? Het vuil drijft gewoon op de rivier”, zegt hij. In zijn 4.900 kilometer lange loop door zes landen verzamelt de Mekong alles wat zijn bewoners er in kwijt willen. Piepschuim, blikjes, verpakkingen, plastic bekers en zakken dobberen op het water.

“Mensen gooien alles in het water, ze denken daar niet over na. Het gaat nog lang duren om hun mentaliteit te veranderen.” En dat is precies wat Tony probeert klaar te spelen met zijn afvalproject CAKE. Hij is begonnen aan de grote schoonmaak van vier dorpen rond het weeshuis. CAKE organiseert niet alleen huisvuilophaling, de inwoners worden ook ingelicht over de milieu- en gezondheidsproblemen van sluikafval.

Aanwezigheidspolitiek

Het logo van CAKE is overal te zien in het dorp Arey Ksat. Op de veerboot staan vuilnisbakken en aan wal wordt iedereen verwelkomd met grote infoborden met geboden en verboden. De nieuwe vuilnisbakken worden geleegd door schoonmakers met groene t-shirts en petjes. Sommige winkels hebben een poster met nuttige afvaltips.

Tony Geeraerts, de Vlaamse vuilnisman in Cambodja
© IPS

De stoffige hoofdstraat van Arey Ksat is een groot contrast met de boulevards en de torens van Phnom Penh die zichtbaar zijn vanuit het dorp. Maar dit is het vertrekpunt van Tony’s pilootproject. “Dat is hier proper, hè. Je had dat vijf maanden geleden moeten zien, dat was hier een stort. Onze weeskinderen die in Phnom Penh naar school gaan, moesten elke dag langs hopen afval. De stank was niet te harden. Tot vijf maanden geleden wisten de mensen niet beter dan hun vuil te verbranden of in de grachten te dumpen. Er moest iets veranderen.”

Een brommer hobbelt traag door de putten in de aarden weg, de vrouw achterop gooit het papiertje van haar kauwgum op de grond. “Bong, som toh!” Sarath is alert. “Sorry mevrouw, maar dat mag niet.” De opzichter legt haar uit dat het strafbaar is en toont haar de halve olieton met het logo van CAKE. Gehoorzaam raapt de vrouw het papiertje op en deponeert het in de vuilnisbak. Een ongewoon beeld in Cambodja.

Communicatie staat centraal

Sarath was net op weg naar een winkel waar hij zwerfvuil voor de ingang zag liggen. Het 15-koppige team van CAKE maakt niet alleen vuilnisbakken leeg, de teamleden gaan ook van deur tot deur om de dorpsbewoners tot meer netheid aan te manen. Soms met een politieman er bij, zoals nu. “Het is simpel. Als het proper is voor uw winkel, heeft u meer klanten,” zegt Sarath tegen de kruidenierster.

Expats maken soms de fout om de situatie hier te vergelijken met België. Dat mag je niet doen. Je moet in de huid van de mensen kruipen.

“Herhaling, herhaling, herhaling. We moeten onze boodschap voortdurend herhalen,” zegt Tony over de informatiecampagne, een leerproces. “In het begin hebben we moeten zoeken naar de juiste manier om te communiceren met de mensen. Expats maken soms de fout om de situatie hier te vergelijken met België. Dat mag je niet doen. Je moet in de huid van de mensen kruipen.”

“Gaandeweg heb ik geleerd dat we de mensen hele concrete voorbeelden moeten geven. Het milieu is te ver van hun bed, de mensen zijn bezig met overleven. Daarom leggen we hen uit dat kinderen ziek worden als ze giftige dampen inademen of in afval spelen. Dan moeten ze naar de dokter. En dat kost geld. Dat begrijpen ze.”

Tony Geeraerts, de Vlaamse vuilnisman in Cambodja
© IPS

Maar afval moet ergens naartoe, beseft Tony. Daarom heeft CAKE grote kooien geplaatst waar de dorpsbewoners hun vuilniszakken kunnen dumpen. Die worden verschillende keren per week leeggemaakt. CAKE betaalt de vuilniswagens. “Op deze manier verzamelen we maandelijks 200 ton afval. Dit hadden we vijf maanden geleden nooit durven hopen. Dat is 200 ton die elke maand niet in de gracht of op straat wordt gegooid. Er ligt nu niks meer. We moeten het zelfs niet meer gaan ophalen, de mensen komen zelf naar de kooien met hun vuil.”

“De bevolking reageert er positief op. Onlangs reed ik in het donker met de fiets naar de veerboot. Een man kwam met zijn brommer naast me rijden om de weg te verlichten. Dat was zijn manier om mij te bedanken voor dit project.”

Geduld, veel geduld

Het is een maandelijks ritueel geworden. De weeskinderen van Little Hearts en enkele vrijwilligers organiseren een grote ‘clean-up’. Een vervuild terrein wordt opgeruimd, CAKE verovert nieuw territorium. Enkele dappere jongens staan tot aan hun middel in het stinkende water. De vijver is door de jaren in een drijvend stort veranderd. “Degoutant werk, maar iemand moet het doen,” zucht Tony. Vuilniszakken, flessen, bouwafval en ander puin worden uit het water geschept. Enkele buurtbewoners komen spontaan hun hulp aanbieden, ook twee monniken steken de handen uit de mouwen. Na zes uur opruimen heeft zich naast de vijver een indrukwekkende berg afval gevormd die door een vuilniswagen wordt opgehaald.

Je kan niets forceren, ze moeten zelf inzien dat een propere leefomgeving belangrijk is.

“Zo, een nieuw paradijs op aarde, echte natuur,” zegt een tevreden Tony. “Nu moet het ook zo blijven. Dat is een uitdaging, want je moet de mentaliteit van mensen veranderen. Je kan dat niet forceren, ze moeten zelf inzien dat een propere leefomgeving belangrijk is. Dat vraagt geduld en het eerste wat je in Cambodja leert is geduld. Beetje per beetje is het aan het lukken. We zijn begonnen in één dorp, dan twee, drie en nu vier. Ik blijf gewoon aan de weg timmeren.”

Nu de overheid overtuigen

“Hellooo.” Tony wordt begroet door kinderen in uniform. In de lagere school van Arey Ksat bestaat de speelplaats uit zand en dor gras, maar er ligt geen vuiltje op de grond. “Het is leuk om hier aan te komen. Een paar maanden geleden zaten ze in hun eigen vuil te spelen. Wij hebben vuilnisbakken geleverd en een rotatiesysteem uitgedokterd. Nu zijn de kinderen zelf verantwoordelijk om hun school proper te houden. Dat werkt.”

Tony Geeraerts, de Vlaamse vuilnisman in Cambodja
© IPS

“Kinderen begrijpen het snel. Dat geeft me hoop voor de toekomst. Maar we hebben een betere samenwerking nodig met de overheid.” Binnenkort heeft Tony een gesprek met de minister van Milieu. Hij wil hem duidelijk maken dat CAKE dit niet alleen kan blijven doen. Weeshuis Little Hearts financiert nu het hele pilootproject. “We hebben fantastische resultaten geboekt. De mensen van Arey Ksat participeren in het project, nu moet de overheid ook zijn verantwoordelijkheid nemen. Het zou zonde zijn als we ermee zouden moeten stoppen. Dan blijft het vuil liggen. Maar het kost ons te veel centjes, het weeshuis blijft onze prioriteit. Wij hebben geen sponsors of subsidies voor CAKE.”

Een veerboot braakt zijn lading uit op de oever. Luid toeterend rijden de pendelaars na hun werkdag terug naar het platteland. Voor hij de eeuwige rivier weer oversteekt, controleert Tony nog even of de vuilnisbakken in orde zijn. “In het begin zei iedereen “Tony, je bent gek”. Maar je moet je omringen met positieve mensen en er gewoon voor gaan. In bed blijven liggen kan ook. Wij zorgen voor positieve energie. En dat werkt.”

IPS/Pascal Laureyn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content