© Frank Bahnmüller

Jan Fabre: ‘Kunst moet tegelijk troosten en verwonden’

Al ruim 35 jaar is Jan Fabre (58) een van onze meest vernieuwende en belangrijke kunstenaars. Wellicht heb je al werken van hem gezien, want hij creëert vaak voor de openbare ruimte. Wij zochten hem op in Venetië voor zijn expo Glass and Bone Sculptures.

De Dogenstad ligt Fabre even nauw aan het hart als zijn geboorte- en thuisstad Antwerpen. De innemende kunstenaar stelt er al voor de negende keer tentoon. Ditmaal in de Abbazia di San Gregorio, een voormalige abdij aan het Canal Grande. Een rustige haven, waar Fabres werk in glas en been van de voorbije 40 jaar tot zijn recht komt. Een sacrale plek ook, die zich leent tot een gesprek over kunst en het leven.

Plus Magazine: Je hebt een speciale band met Venetië.

Jan Fabre: Ik kom hier al lang en vaak. In 1984 stelde ik hier als jonge kunstenaar voor het eerst tentoon, in het Belgische paviljoen op de Biënnale. Ik werk ook dikwijls samen met de glasblazers in Murano. Heel intrigerend is zo’n glasoven, een grote open mond waarin het glas wordt gevormd, zoals in de baarmoeder van een vrouw het skelet van een baby gestalte krijgt. De afgelopen 30 jaar heb ik deze stad dan ook goed leren kennen.

Mijn moeder zei altijd: overschat jezelf niet. Vergeet niet vanwaar je komt.

Klopt het dat je ooit postbode of wetenschapper wilde worden?

Ik had een oom die postbode was. Het was de periode dat een postbode langs de straten liep, overal binnenmocht en geen baas had, tenminste in mijn verbeelding. Dus ik dacht: fantastisch, dat wil ik worden! En dan was er die andere droom, wetenschapper. Wetenschappers zijn mijn helden. Toen ik een jaar of zeven was, kreeg ik van mijn vader een chemiedoos. Ik had een klein laboratoriumpje in de kelder, met een microscoop en buisjes. Ik experimenteerde, deed dingen ontploffen. Dat doe ik nog altijd. Ik kies nog altijd voor het experiment. En ik loop de wereld rond zoals een postbode. Ik breng mijn werk rond. Dus ik ben een onderzoekende postbode (lacht)!

Ben je nog altijd de jongen uit de volkse Seefhoek?

Mijn theaterlaboratorium is er nog. Voel ik mij nog zo? Toen ik 19 was vertrok ik naar New York, naar de School of Visual Arts. Mijn moeder heeft mij toen dit gegeven. (n.v.d.r. toont halsketting met uiltje). Die uil staat voor jezelf niet overschatten. Mijn moeder zei: verloochen jezelf nooit. Vergeet niet vanwaar je komt. Ik ben een soort vagabond de luxe geworden. Ik zit nu in Venetië, volgende maand in Wenen, daarna in Chicago en Tokio. Maar ik moet dankbaar zijn dat ik kunstenaar mag en kan zijn. Dus ik denk nog vaak aan de woorden van mijn mama. Als kunstenaar is het belangrijk dicht bij jezelf te blijven, je niet te laten meenemen in het spel van kapitalisme en economie. Je moet altijd blijven kiezen voor de schoonheid.

Lukt dat in jouw positie?

Eigenlijk valt het me niet zo zwaar. Want ik ben niet verblind door protocol, macht of geld.

Toch wordt gezegd dat je ook een slimme zakenman bent.

Ik ben blij dat ik nu werken verkoop en internationaal bekend ben. Want dit geeft mij de vrijheid voor nieuwe projecten. Vergeet niet dat kunst en kapitalisme altijd zeer sterk hand in hand zijn gegaan. Denk maar aan Brugge in de 15de eeuw. Alle belangrijke kunstenaars zaten daar omdat er veel rijkdom was. Het Lam Gods is geschilderd dankzij veel geld, in dit geval van de Kerk. Van Eyck werd altijd betaald om zijn werken te maken. Hij was een goede kunstenaar en deed niets gratis. Dat is in principe niet veranderd.

Een goeie kunstenaar weet ook hoe het er in de wereld aan toe gaat. Je moet een beetje zakelijk zijn. En als je dat zelf niet kunt – ik ben zelf niet zo met geld bezig – dan moet je je omringen met mensen die dat wel kunnen.

Je hebt geen metamorfose ondergaan? Het is een van je favoriete thema’s.

Ik onderga voortdurend een metamorfose! Het lichaam is altijd een thema geweest in mijn werk. Als jonge kunstenaar begin je met in de spiegel te kijken, want je bent je eigen goedkoopste model. Je kijkt naar je lijf, je huid. Je lichaam verandert elke dag. Ik ben grijs geworden, dikker, mijn huid is anders. Da’s allemaal prachtig. Ken je mijn 18 hoofdstukken? Dat ben ik, als jonge gast van 20 tot man van 80. Een mens verandert voortdurend. Er is altijd weer een andere ik. Iedereen is schizofreen. En als je fysiek verandert, verander je mentaal.

En ons brein is het meest sexy gedeelte?

Het brein is nog terra incognita, er is nog zoveel te ontdekken. Dat maakt het spannend en sexy. Alles gebeurt ook in ons brein. Denk aan de liefde bedrijven: zonder verbeelding heb je geen goede seks. Dus ja: het meest sexy gedeelte van het lichaam is het brein.

Je gebruikt ook vaak je eigen beeltenis. Is dat ijdelheid?

In de spiegel kijken is moeilijk. Je ziet altijd iets wat je denkt te zien, of hoopt te zien. Een zelfportret maken is dus eigenlijk ook een portret van iemand anders. Ik haal de inspiratie altijd dicht bij mezelf. Eigenlijk ben ik een zeer provinciale kunstenaar. Alles wat ik maak is beïnvloed door mijn vader, mijn moeder, mijn nonkel, mijn vrienden in Antwerpen.

De schildpad van Fabre, aan de Citadel van Namen.
De schildpad van Fabre, aan de Citadel van Namen.© Frank Bahnmüller

Is er voor jou ook nog leven buiten de kunst?

Ik ben een soort hedendaagse mystieker: ik ben 48 uur per dag met mijn werk bezig en altijd onderweg. Wanneer ik straks op mijn hotelkamer kom, begin ik te schrijven of te tekenen. Daar geniet ik van. Alles wat ik doe, doe ik graag. Als je beeldende kunst maakt, schrijft of regisseert, ben je elke dag bezig met het leven. Er is geen scheiding tussen werk en leven.

Toch is de dood nooit ver weg in wat je maakt.

Uit respect voor het leven! Je loopt rond met de dood in je. Ons inwendige skelet is de dood. Stel dat je een uitwendig skelet hebt. Dan kan je niet gewond raken. Denk aan de scarabee, die overleeft al 40 miljoen jaar dankzij haar uitwendige skelet.

Ben je daarom geïntrigeerd door insecten?

Als jonge gast experimenteerde ik met vliegen in de tuin van mijn ouders. In mijn familie was er bovendien Jean-Henri Fabre, een bekend entomoloog. En mijn vader nam mij vaak mee naar musea, waar ik op de Vanitas-schilderijen overal insecten zag. Zo zijn de dieren organisch tot mij gekomen. Insecten en skeletten staan voor de dood, maar tegelijk voor het eeuwige leven.

Dat klinkt religieus. Is geloof iets wat je meedraagt?

Ik denk het wel. Mijn papa en mama vormden een heel sexy koppel (kijkt schalks). Hij was een arme communist, zij bourgeois katholiek. We mochten niet naar de kerk, maar elke dag kreeg ik van mijn mama verhalen uit de bijbel. Ik heb later veel kerken bezocht. Ik geloof dat alle grote avant-garde haar wortels heeft in de traditie. Je kunt alleen vernieuwen door de traditie goed te beheersen.

Geloof je ook echt in een leven na de dood?

Ik heb met de notaris al vastgelegd dat met mijn brein en delen van mijn skelet werken moeten worden gecreëerd na mijn dood. Ik geloof dus dat mijn werk met zijn eigen spelregels en raadsels zal verder leven. Mijn energie en ziel zullen blijven bestaan.

Wat hoop je dat iemand ervaart als hij of zij over een eeuw naar een werk van je kijkt?

Dan hoop ik dat ik de wonden in zijn hoofd kan genezen. Je wil als kunstenaar mensen beroeren en vervoeren, fysiek en mentaal anders laten denken en voelen. Mijn eerste werk in 1977 was een fopspeen met stukjes glas op. Het is een metafoor voor hoe ik denk over kunst en schoonheid: troosten en verwonden. Kunst moet je troosten, maar tegelijkertijd ook wakker maken, raken... Ik hoop dat mijn kunst altijd soeverein zal blijven, het altijd zijn juiste publiek zal vinden en dat ik mensen blijvend kan inspireren, ook binnen 50 jaar of 200 jaar. Op mijn grafzerk mag staan: je moet alles serieus nemen, maar niets tragisch.

Tijdlijn

1958: Geboren in Antwerpen, studeert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Stedelijk Instituut voor Ambachten en Sierkunsten

Theater (selectie)

1982: Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was

1984: De macht der theaterlijke dwaasheden

2012: Drugs kept me alive

2015: Mount Olympos

Publieke kunst (selectie)

De man die de wolken meet (1998), S.M.A.K Gent.

Searching for Utopia (2003), Nieuwpoort (tijdelijk verwijderd).

Heaven of Delight (2002), Koninklijk Paleis Brussel.

De man die het kruis draagt (2015), kathedraal Antwerpen

Partner Content