Hoffelijkheid aan het stuur

Ons gedrag aan het stuur is soms niet zo hoffelijk, maar gelukkig beseffen we dat ook. Volgens een enquête van OIVO geven we zelf toe dat onze hoffelijkheid in de wagen best wel beter kan...

Naar aanleiding van het autosalon hield OIVO, de koepel van consumentenverenigingen, een enquête bij automobilisten over hun eigen rijgedrag en over hun houding tegenover het rijgedrag van anderen.

Ook al oogt het resultaat niet fraai, eerlijk zijn we wel: een kleine meerderheid van de ondervraagden (56 %) geeft volmondig toe dat hun rijgedrag vaak onhoffelijk of zelfs onverantwoord is. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid, zullen we maar denken. Slechts één derde (33 %) van de chauffeurs vindt van zichzelf dat ze hoffelijk zijn in het verkeer. De overige 11 % kan zichzelf moeilijk beoordelen.

Onze mening over het rijgedrag van anderen

? In Brussel lijken de meest wegpiraten te rijden: ruim 80 % van de ondervraagden ergert zich hier aan het rijgedrag van anderen.
? Wie in een landelijke gemeente in Wallonië of in een Vlaamse stad woont, klaagt dan weer minder over het gedrag van andere chauffeurs.
? In het algemeen denken we dat vrouwen, gezinnen met kinderen en 65-plussers beter de wegcode volgen en meer eerbied voor andere weggebruikers aan de dag leggen dan de doorsneechauffeur.

Of dit alles overeenkomt met de realiteit, is een andere zaak. Het gaat in deze enquête alleen om onze perceptie van andermans rijgedrag.

Wat echt beter moet

Als we het voornemen zouden maken meer verantwoord achter het stuur te zitten, dan zouden we vooral op de volgende punten moeten letten:
? Door het oranje licht rijden. Volgens de OIVO-enquête doet één op twee chauffeurs dat systematisch.
? Bellen of sms’en terwijl we rijden. We weten dat het gevaarlijk is, maar we blijven het doen. In het OIVO-onderzoek blijft 26 % van de ondervraagden doorrijden terwijl ze telefoneren zonder handenvrije kit. Andere enquêtes geven zelfs hogere percentages. 19 % (één op vijf!) zegt zelfs dat ze al rijdend sms’jes versturen.
? Ons opwinden over een voorligger die in onze ogen te traag rijdt. Vier op tien bestuurders geven ootmoedig toe dat ze dat doen (in Brussel: zeven op tien).
? Toeteren zonder echte reden. Eén op vijf chauffeurs doet dit stelselmatig om zijn ongeduld te ventileren – en alweer doen ze dat in Brussel meer dan elders.
? Parkeren op een hinderlijke plaats. Gemiddeld bezondigt één op vijf automobilisten zich aan deze weinig hoffelijke praktijk. Eén op de tien aarzelt zelfs niet om op een gereserveerde plaats voor gehandicapten te parkeren.
? Verhinderen dat iemand ons inhaalt. 13 % van de ondervraagden hebben het er moeilijk mee als iemand hen inhaalt en gaan dan versnellen.
? Rijden op fiets- of busstroken. Ook hier kan 13 % het niet laten.
? Te snel rijden. Eigenlijk doen we dat bijna allemaal, maar we geven het niet altijd toe. In de enquête van OIVO is 34 % zo eerlijk te zeggen dat ze geregeld met meer dan 20 km/uur boven de toegelaten snelheid rijden. Het bekende fenomeen van 110 km per uur waar het maar 90 mag. Veelrijders (meer dan 25.000 km per jaar) zijn nog eerlijker: 62 % zegt geregeld de snelheidsbeperkingen te overschrijden.
? Links blijven rijden op de autoweg en bumperrijden. Hier zijn ze, de linkerbaanvakklevers. 17 % van de ondervraagden zegt dat altijd te doen, ook als ze niet inhalen. Bij jongere chauffeurs (18 tot 29 jaar) is deze praktijk nog meer “ingeburgerd”. 12 % geeft van zichzelf toe dat ze wel vaker bumperrijden.
? Fout inhalen. Rechts inhalen op de snelweg, een volle witte lijn negeren, heel snel inhalen aan een verkeerslicht... 12% van de ondervraagden heeft hiermee geen probleem.

En toch is er hoop!

Er is dus nog werk aan de winkel om ons allemaal wat hoffelijker (en veiliger) achter het stuur te krijgen. Toch laat de enquête ook een aantal positieve ontwikkelingen zien. De overgrote meerderheid van de bestuurders bijvoorbeeld stopt vandaag om een voetganger te laten oversteken (bij de Waalse ondervraagden zegt zelfs 100 % dit te doen). Dat zou een jaar of twintig geleden niet het geval zijn geweest.

Ook mooi: het aantal rokers achter het stuur is gedaald tot één op tien (maar die 10 % werpt nog wel de peuken uit het raam). Acht op tien ondervraagden heeft er een gewoonte van gemaakt hoffelijke chauffeurs te bedanken met een handgebaar. Bijna even veel mensen houden zich goed rechts om een motorfiets door te laten. En de voorrangsregels lijken nu wel stevig verankerd te zijn in onze hoofden, vooral dan in de kleinere dorpen in Vlaanderen.
Ook het gescheld achter het stuur naar andere chauffeurs, fietsers of voetgangers valt al bij al mee. 14 % van de ondervraagden geeft weliswaar toe dat ze dit doen. Maar vaak is dat eerder een soort van zelfverzekerde houding (ik ben een betere chauffeur dan jij!) dan echte kwade wil.

Partner Content