Eco-driving: brandstof besparen bij het rijden

De brandstofprijzen blijven maar de hoogte in gaan. Een goede reden om zich de principes van eco-driving eigen te maken. Eco duidt daarbij niet enkel op economisch, maar ook op ecologisch!

Met deze nieuwe manier van rijden bespaart u niet enkel op brandstof, maar beperkt u bovendien de impact van uw autorit op het milieu. 10 tips om verstandiger en bewuster te rijden.

1. Zorg dat uw wagen goed onderhouden is
– De banden: een te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik. Banden waarvan de druk 0.5 bar te laag is, zorgen voor een brandstofverbruik dat 2,4% hoger ligt. Bovendien vermindert een te lage bandenspanning te wegligging en vergroot het de remafstand. Meet de bandenspanning daarom minstens één maal per maand na bij een wagen waarmee nog geen grote afstand gereden is. Indien de banden te warm zijn, is het beter een tiental minuten te wachten.
– Algemeen onderhoud: een slecht onderhouden wagen riskeert niet alleen meer te vervuilen en minder vlot te rijden. Zo’n wagen zal ook tot 5 % meer verbruiken ten opzichte van een wagen die goed onderhouden wordt. Bovendien zal de wagen een stuk langer meegaan, wat weer een hele besparing betekent.

2. Vermijd overtollig gewicht en extra luchtweerstand
Hou de koffer leeg en plaats fietsen bij voorkeur op een rek achteraan het voertuig en verwijder bagagerekken en skiboxen als je ze niet gebruikt. Een fietsdrager op het dak verbruikt 20 tot 30% meer brandstof. Skiboxen veroorzaken minimaal 10% meer brandstofverbruik.

3. Maak verstandig gebruik van uw airco en achterruitverwarming
Airco biedt ontegensprekelijk heel wat extra comfort op warme zomerdagen, maar het is ook een energieverslinder. Schakel de airco alleen aan als het echt warm wordt in de auto, of wanneer uw ramen beslaan. Een open raam bij een hoge snelheid geeft tot 5% meer brandstofverbruik, airco 10 tot 25% meer. Ook de achterruitverwarming is een energievreter. Zet deze daarom slechts korte tijd aan wanneer het nodig is.

4. Kies de kortste weg
Maak gebruik van een gps of stippel op voorhand uw route uit zodat u geen onnodige omwegen maakt.

5. Anticipeer en vermijd om te remmen
Kijk zo ver mogelijk vooruit. Wanneer u een obstakel of een kruispunt nadert of een afrit afgaat, laat het gaspedaal dan los. Blijf uitrijden in dezelfde versnelling, en schakel pas terug wanneer u opnieuw wilt versnellen. Als u remt, verspilt u de energie die u tevoren opgewekt hebt en dit lijdt tot onnodige slijtage. De energie wordt omgezet in warmte door de remmen of door de motor. Als u uitbolt zonder te ontkoppelen, wordt de brandstoftoevoer volledig afgesloten, en verbruikt u dus niets.

6. Zet de motor tijdig af
Ook bij korte stops zoals bij een openstaande brug, een gesloten spoorwegovergang, in de file, wanneer u iemand afhaalt, enz. legt en best de motor stil. Start u weer, doe dit dan zonder gas te geven.

7. Schakel tijdig naar een hogere versnelling.
Schakel bij een toerental tussen 1800 en 2500 toeren voor benzinewagens, en tussen 1500 en 2000 toeren voor een diesel. . Als u aan een constante snelheid rijdt, probeer dan in een zo hoog mogelijke versnelling te rijden. In een hogere versnelling draait uw motor minder rond, en aangezien bij elke omwenteling brandstof in de motor wordt geïnjecteerd, verbruikt u dus minder bij minder toeren. Let echter op: in een bergachtige omgeving, en zeker met een zware lading, kunt u de motor overbelasten als u te lang probeert om de hoogste versnelling aan te houden.

8. Laat tijdig de gaspedaal los, wanneer u een kruispunt, verkeerslicht, etc. nadert.
De brandstoftoevoer naar de motor wordt onderbroken en het verbruik is 0,0 liter. Dit onderbreken is mogelijk omdat de motor dan via de wielen wordt aangedreven, en de motor zichzelf dus niet ‘draaiende’ hoeft te houden, zoals dat bij stationair draaien of ‘in neutraal rijden’ wel het geval is.

9. Rij niet te snel!
Bij snelheden boven 100km/u is de snelheid de bepalende factor voor het brandstofverbruik.

10. Gebruik uw boordapparatuur
Toerenteller of boordcomputer helpen om de juiste versnelling te kiezen. Met cruisecontrol kunt u makkelijker een gelijkmatige snelheid aanhouden.