© ISTOCK

50 + en je werk beu!

Heb je op maandagochtend altijd lood in je schoenen? En ervaar je elke vrijdag als een ware bevrijding? Geen nood, je kan proberen anders tegen je werk aan te kijken en er opnieuw plezier aan beleven!

Volgens een recente enquête van uitzend- en rekruteringsbureau Tempo-Team is een op de vijf werknemers in ons land ronduit ontevreden op het werk. Dat zorgt voor een verhoogd risico op depressie, burn-out en apathie, waarbij je nog wel je werk doet, maar daar geen greintje plezier meer aan beleeft.

Voor die werknemers is de verleiding groot om er de brui aan te geven, hun baan op te zeggen en elders helemaal opnieuw te beginnen. Maar zo’n radicale beslissing is niet altijd de verstandigste optie. En al helemaal niet als je een ervaren werknemer bent die al vele jaren meedraait. Je pleegt professionele zelfmoord als je opnieuw helemaal onder aan de ladder moet beginnen, een kruis moet maken over een comfortabel of broodnodig salaris en moet verzaken aan de bescherming die jaren anciënniteit nu eenmaal bieden. Bovendien is het risico groot dat je niet meer aan de bak komt in een arbeidsmarkt die resoluut de voorkeur geeft aan jongere krachten.

Wat kan je dan wel doen? Die vraag stelden we aan een aantal specialisten. En het goede nieuws is dat ze het er allemaal over eens zijn dat, op enkele zeldzame gevallen na, je je ontevredenheid op het werk altijd kan bijsturen of tot een minimum herleiden. Omdat elke situatie anders is, hebben wij een lijst opgesteld van de meest courante zaken waar werknemers tegenaan hikken en hun mogelijke oplossingen. Pik er gewoon uit wat op jezelf van toepassing is!

Probleem. Je bent de files van en naar het werk spuugzat!

Oplossing. Neem nu en dan een ander vervoermiddel.

Je woont dicht bij je werk. Uit een enquête van rekruteringsbureau PageGroup bij werknemers in Europa blijkt dat “wie te voet of met de fiets naar het werk gaat, minder gestrest is tijdens het woon-werkverkeer en ook minder gestrest op het werk aankomt, dan wie de auto of het openbaar vervoer neemt”. Waarom bij mooi weer dus niet met de fiets of de benenwagen naar het werk gaan? Probeer het uit: het verschil in tijd tussen te voet gaan en met de auto is in de stad vaak miniem. En de fiets is (bijna) altijd sneller.

De Belgische wetgeving voorziet trouwens in tal van faciliteiten voor bedrijven die in een systeem van bedrijfsfietsen stappen die ze gratis ter beschikking stellen van hun werknemers. Waarom dit niet een keer aankaarten op het werk?

Andere suggestie van PageGroup: zit de metro waarmee je elke dag naar het werk gaat altijd eivol en begin je daardoor vaak slechtgeluimd aan je werkdag, stap dan gewoon een halte vroeger af en leg de rest van het traject te voet af. Zo gun je jezelf wat tijd om stoom af te laten.

Je woont verder van je werk (en je hebt een bedrijfswagen). Praat eens met je werkgever over Railease, een abonnement waarmee je, afhankelijk van de formule die je kiest, 20, 40 of 60 dagen per jaar onbeperkt gebruik kan maken van het openbaar vervoer (NMBS, De Lijn, MIVB, TEC) zonder dat je de voordelen van je bedrijfswagen verliest. Zo kan je de auto thuis laten als er weer eens monsterfiles staan of als je even geen zin hebt in de auto. Je bespaart jezelf een hoop stress en je doorbreekt de sleur. Is je werkgever sceptisch, beklemtoon dan vooral dat Railease 100% aftrekbaar is en het bedrijf dus niets kost.

Probleem. Je hebt het gehad met dat helse ritme, die strakke deadlines, de dagelijkse stortvloed aan mails!

Oplossing. Focus op jezelf en luister naar je lichaam.

“De nieuwe technologieën hebben ons arbeidsritme flink opgedreven”, erkent Dominique Lelubre. Zij is psychologe gespecialiseerd in arbeidsgerelateerde problemen en ook psychosociaal preventieadviseur. “We moeten vandaag veel sneller reageren en veel meer onder tijdsdruk werken dan 20 jaar geleden. Werknemers dreigen in een spiraal terecht te komen waarin ze zichzelf niet meer kunnen vinden en waarin ze niet meer kunnen nadenken over waar ze eigenlijk mee bezig zijn.” Het risico op een burn-out is dan groot, maar gas terugnemen is niet altijd evident. “In een evenwichtig leven zijn plezier en inspanning in balans. Kan je de inspanningen niet terugschroeven, dan moet je je leven proberen te verrijken met kleine dingen waaraan je plezier beleeft: gezellig samenzijn met je gezin, sporten of een hobby waarin je je helemaal kunt uitleven. Die verminderen de stress en maken je problemen op het werk draaglijker.”

Wil je niet dat het uit de hand loopt, dan moet je ook leren luisteren naar je lichaam. “De meeste mensen zijn op het werk helemaal losgekoppeld van hun eigen behoeften. Ze blijven de hele dag op hun stoel zitten, zonder zelfs maar naar het toilet te gaan”, aldus Laetitia Alandry, career consultant bij Daoust en verantwoordelijk voor het project 50+ in het Brussels Gewest. “Je moet leren aanvoelen wanneer je lichaam nood heeft aan een pauze. Zit je naar je scherm te turen en heb je al drie keer dezelfde zin gelezen zonder te weten wat er staat, dan is het zinloos om nog door te gaan. Je werk zal even niet meer opschieten en dus gun je jezelf beter een echte pauze, al was het maar een kwartiertje. Luister naar je ademhaling, zet wat muziek op, maak een ommetje. Vaak volstaat dat om er weer tegenaan te gaan.”

Ook mindfulness, ademhalingstechnieken en autohypnose kunnen nuttig zijn om alles weer in balans te brengen. Je bent immers niet verplicht om elke nieuwe mail meteen te lezen. Schakel het geluidssignaal voor inkomende mails uit en check je inbox hooguit twee keer per uur. Zo kan je aandachtiger werken zonder dat je om de haverklap bent afgeleid en heb je niet langer het gevoel dat het werk zich opstapelt. Breng je collega’s hiervan op de hoogte: wie echt met een dringende vraag zit, kan jou bellen of naar je toe komen!

Probleem. Je hebt het gehad met die incompetente / ondankbare / luidruchtige / antipathieke chef/collega (schrappen wat niet past).

Oplossing. Ga de dialoog aan.

Wellicht weet je het niet, maar in je arbeidsreglement staat een nummer waarmee je een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk kan contacteren. Deze organisatie staat los van het bedrijf waar je werkt. Ze beschikt over een afdeling die zich met de preventie van de psychosociale aspecten van arbeid bezighoudt en die voortdurend met relationele problemen te maken krijgt. “Elke werknemer kan rechtstreeks, zonder de hiërarchie te volgen, contact met ons opnemen als hij/zij zich niet erkend voelt, het maar niet wil klikken met de baas of een collega, het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden,...”, benadrukt Alexandre Lelakis, preventieadviseur psychosociale aspecten bij spmt arista. “Wij zijn gebonden door het beroepsgeheim en komen pas in actie als de appellant ons daar uitdrukkelijk toe machtigt.”

Preventiediensten kunnen formeel en informeel te werk gaan. “Soms beperkt die informele interventie zich tot naar de werknemer luisteren en hem tips op maat geven om het probleem aan te pakken. Maar we kunnen ook met alle partijen aan tafel gaan zitten en bemiddelen, voor zover iedereen daarmee instemt.” Meer formeel zijn er onder meer collectieve audits mogelijk om de dialoog op gang te brengen. In de ergste gevallen kan er formeel ook om een interventie worden gevraagd. In dat geval wordt er een verslag opgesteld van de feiten die ten laste worden gelegd, met het verzoek maatregelen te treffen. “We raden mensen aan om in een zo vroeg mogelijk stadium bij ons aan te kloppen en het zeker niet zo ver te laten komen”, aldus nog Alexandre Lelakis. “Hoe eerder het probleem wordt aangepakt, hoe meer manoeuvreerruimte we hebben om acties uit te werken.”

In de overgrote meerderheid van de gevallen wordt er een passende oplossing gevonden. “Hoe groter het bedrijf, hoe makkelijker: je kan ervoor zorgen dat iemand op een andere dienst aan de slag kan, of in een andere ruimte...” De preventiedienst stelt zich bij een geschil altijd neutraal op. “Het is niet onze rol om te oordelen, om te bepalen wie gelijk heeft en wie niet, wel om een klimaat te creëren waarin weer sereen kan worden gewerkt!”

Wil je het probleem liever eerst zelf proberen op te lossen? Dan zijn dit de tips van de preventieadviseur.

Je kan natuurlijk rechtstreeks met de betrokkene gaan praten, maar in almaar meer bedrijven kan je vandaag bij een vertrouwenspersoon terecht als er iets niet snor zit. Het kan zinvol zijn om de kwestie met die vertrouwenspersoon te bespreken.

In principe moet je alles wat op je lever ligt kunnen zeggen, maar wel op een beschaafde manier.

Elke discussie moet tot doel hebben een oplossing te vinden.

Stap niet op de andere af wanneer je erg geëmotioneerd bent. Je kan een probleem maar sereen bespreken, als je zelf rustig bent.

Probleem. Alle dagen zijn identiek. Je hebt genoeg van die routine! Oplossing. Doorbreek de sleur.

Aan een zekere routine valt er op het werk niet te ontkomen. “Ons brein is het meest luie orgaan van ons lichaam”, bevestigt Laetitia Alandry, career consultant bij Daoust. “Als we alles voortdurend moeten heruitvinden, haakt ons brein af. Vandaar onze neiging om procedures te bedenken en gewoonten aan te kweken.” Maar als die routine te sterk wordt, kan dat voor problemen zorgen. “Ons brein gaat zich dan vervelen”, legt ze uit. “We worden minder alert, minder waakzaam. Geleidelijk aan schakelen we over op automatische piloot.”

Er bestaan tal van trucjes om die routine te doorbreken. Ga bijvoorbeeld eens aan een andere bureau zitten, naast andere collega’s. Of zoek een andere werkplek, gebruik andere tools, volg een bijscholing. En komen de belegde broodjes van de bedrijfskantine je de strot uit, spreek dan met je collega’s af om elk om beurt een zelfbereid gerecht mee te brengen. Vaak volstaan deze trucjes echter niet om het probleem blijvend op te lossen. Daar moet grondiger over worden nagedacht. “Het komt er eerst en vooral op aan om opnieuw aansluiting te vinden bij jezelf en bij je werk”, licht Laetitia Alandry toe. “Wie sinds jaar en dag dezelfde functie uitoefent, stelt zich niet langer essentiële vragen als ‘waarom doe ik dit werk?’, ‘welke voldoening haal ik eruit?’ Nochtans is het juist erg belangrijk dat we ons die vragen stellen. Niet alleen om weer grip te krijgen op onze behoeften en waarden, maar ook om zicht te krijgen op wat ons drijft.”

Ben je op een punt aanbeland dat je werk routine is geworden, dan is de kans groot dat je onbewust je competentieplafond hebt bereikt. Zolang je nieuwe competenties ontwikkelt, krijg routine geen kans. De routine neemt het pas van je over wanneer je voldoende ervaring hebt opgebouwd. “Je geeft je er dan geen rekenschap van dat de zaken blijven evolueren en dat je zelf niet meer mee bent”, benadrukt Laetitia Alandry. Vandaar dat het zo belangrijk is dat je je blijft afvragen of je nog wel top bent, ook al heb je op het eerste gezicht de indruk van wel. De conclusie is doorgaans dat er ruimte is voor verbetering.

Je bewust worden van al deze elementen volstaat meestal om de automatische piloot uit te schakelen, het roer weer in handen te nemen en, in overleg met het management, een lijst op te stellen met nieuwe uitdagingen: een opleiding volgen, je functie laten evolueren... “Je kan ook een lijst maken van de dingen die je mist in je werk en een actieplan uitdokteren om ze te realiseren. Maar een lijst maken van alles wat je tegensteekt, is zinloos: dan focus je enkel op het negatieve.” En naast die nieuwe wensen en doelstellingen, is het zinvol om ook op persoonlijk vlak nieuwe uitdagingen aan te gaan. Aan de slag!

Partner Content