1ste prijs: Luce Rutten

Rosanne tilde het pakje voorzichtig op. Het woog beslist meer dan een paar schoenen. Waszij nu vooral nieuwsgierig naar de inhoud, of verontrust omdat zij geen flauw vermoedenhad wie de geheimzinnige schenker kon zijn? Zij dwong zichzelf eerst een kop koffie tezetten en dan pas het pakpapier open te scheuren. De stevige, karamelkleurige doos dietevoorschijn kwam rook vaag naar lavendel. Waar ooit een koppeltje schoenen of pantoffelsop zijn zij te rusten had gelegen, stonden nu tien glazen kruidenpotjes netjes per twee in derij, omhuld met vloeipapier. In elk potje telde Rosanne precies tien muntjes van twintig cent,als een rolletje dropjes in een wikkel gedraaid. Dat moest het werk zijn van een vrouw, dachtRosanne. Het getal dat op de zijkant van de schoenendoos nog vaag leesbaar was, versterktehaar vermoeden. Zevenendertig, een damesmaat. Uit de stevigheid van de doos leiddeRosanne af dat het om een zevenendertig van gedegen afkomst moest gaan.In het gebouw was zij nog geen enkele dame tegengekomen. De bovenbuur had nog steedsgeen behoeft aan nadere kennismaking getoond. Een veertiger met eenautismespectrumstoornis, concludeerde Rosanne. Zij bleef hem vriendelijk goeiemorgen ofgoedenavond wensen als ze toevallig de lift deelden, maar de enige respons die zij kreeg waseen nauwelijks merkbare hoofdknik. Volgens de man van het kantoor dat voor de verhuringzorgde, werd de andere flat boven haar betrokken door een jonggepensioneerd koppel datslechts een paar weken per jaar in het land was. Met dat echtpaar deelde Rosanne eenopslagruimte in de kelder, daarom kreeg zij van de makelaar wat informatie over hen los.

Over de andere bewoners bewaarde hij strikte discretie.In het weekend ving Rosanne een paar keer een vage glimp op van haar naaste buur: eenleeftijdloos, gedistingeerd heertje dat ’s morgens erg vroeg vertrok en wellicht in devooravond al onder de wol kroop. Hij gebruikte zijn warme maaltijden buitenshuis ofwelleefde hij op boterhammen, meende Rosanne. Haar gevoelige neus kon immers geen vleugjeetensgeur detecteren op hun gemeenschappelijke overloop. Wie in de twee flats onder haarwoonde, bleef vooralsnog een compleet raadsel. Af en toe was er wat geschuifel te horen of,heel vaag, een flardje klassieke muziek. Het leek ook alsof zij de enige was die bezoek kreeg:haar ouders en broer die hadden geholpen bij het inrichten van de flat, een paar vriendinnendie een keer overgekomen waren uit haar geboortedorp om samen met haar de stad teverkennen. Als pasafgestudeerde kon zij aan de slag op een notariskantoor, een kans die zijniet wou laten schieten al kende zij geen levende ziel in de hoofdstad. Dat het zo stil was inhaar nieuwe woonst verwonderde haar, maar als plattelandskind hield zij wel van rust. Zijhad zich mentaal voorbereid op exotische buren en nachtlawaai. En nu belandde zij in eenheel ander decor: grijze muizen, stilte, afwezigheid en afstandelijkheid, en in schril contrastdaarmee: geheimzinnige generositeit. Enerzijds vond Rosanne die pakjeshistorie bestspannend, maar anderzijds had die ook een spooky kantje. Wat was de bedoeling? Werd eriets van haar verwacht? En vooral: iemand eigende zich een rol toe in haar leventje zonderopen kaart te spelen. Wat wist die onbekende van haar? En hoe ver zou hij – nee, wellicht zij- gaan?

Zes dagen gingen voorbij zonder pakje voor deur. Misschien had het uitblijven van commotieervoor gezorgd dat de geheimzinnige pakjesleverancier het opgaf, dacht Rosanne. Op hetnotariskantoor beschouwde men haar intussen als ingewerkt en zij kreeg steeds meerverantwoordelijkheid toegeschoven. Met haar gedachten nog bij de dossiers stapte zij opvrijdagavond uit de lift en pas toen zij er vlak voor stond merkte zij het uit de kluitengewassen pak dat tegen de deur aanleunde als een kat die binnengelaten wenst te worden.Als ik verstandig was zou ik dit niet openmaken, dacht Rosanne. Wie weet waren de vorigepakjes bedoeld om haar vertrouwen te winnen en zou er zo dadelijk een bom ontploffen alszij deze verrassing openmaakte. Haar nieuwsgierigheid won het echter van het sprankeltjeachterdocht in haar brein. Dit keer prijkte niet alleen haar naam op het pakpapier.’Bovenkant’, in sierlijke hoofdletters stond het daar, met een knipogend uitroeptekenerachter. Rosanne nam niet eens de tijd om haar mantel uit te trekken. Zij schoof de doosover de drempel naar binnen en sneed ze in enkele halen open. ‘Te gek’, was haar reactie enzij schoot in de lach. In een zinken bloempot gevuld met wit zand waren zeven groenestokjes geplant. Op het uiteinde van elk stokje zat een papieren roos. Elke bloem bleekgeplooid uit een briefje van vijf euro met eentje van tien euro eromheen. Een creatievegeest die dit had verzonnen... Zij voelde zich uitgedaagd om een tegenzet te doen. Iemanddie je bedacht met meer dan honderd euro kon je toch niet blijven negeren. Misschien wasde gever wel geestelijk gestoord, maar het zag er niet direct naar uit dat zij in levensgevaarverkeerde. Af en toe moest een mens toch een berekend risico durven nemen?

Op maandagochtend liet zij een enveloppe achter voor haar deur, ‘Voor X, van Rosanne.’Binnenin stak een handgeschreven briefje. ‘Bedankt voor de attenties en de bloemen.Zaterdag om 14 uur staat de koffie klaar.’ Een week lang verzon haar verbeelding de gekstescenario’s. Zij had in haar jonge leventje al honderden films gezien, van romantischekomedies tot staalharde actiefilms, en die leverden nu brandstof voor haar fantasie. In denacht van vrijdag op zaterdag deed zij van opwinding haast geen oog dicht. Hoe zou zijreageren op een weirdo? Wat zou zij aanvangen met een geheime bewonderaar? Moest zijuit veiligheidsoverweging toch maar haar mobieltje aanzetten en iemand vragen om mee teluisteren?

Dertig minuten voor het uur van de waarheid posteerde Rosanne zich in de portiek van eenflatgebouw schuin tegenover haar woonst. Van daaruit kon zij zien wie er bij haar aanbeldezonder zelf opgemerkt te worden. Gelukkig had zij zich warm ingeduffeld want bijna een uurlater was er nog niemand opgedoken. Dit was zo’n film die veelbelovend begon maar in detweede helft uitdoofde als een kaars, dacht Rosanne. Zij snakte naar koffie om de spanningweg te spoelen en trok naar boven. Maar nauwelijks had zij deur achter zich dichtgetrokkenof de bel ging. Het spelletje had nu lang genoeg geduurd, vond zij, licht gepikeerd. Zeroffelde de trap af en gooide de statige voordeur open. Niemand te bespeuren... toch niet opstraat. De deur van de rechtse flat op de benedenverdieping stond op een kier en ginglangzaam open. Een oude, magere man met ingevallen wangen verzocht haar zachtjes ombinnen te komen. “Ik ben X,” bekende hij met een verontschuldigende glimlach, “het is tezeggen: de helft van X.”

Mijnheer X bleek niet goed te been te zijn. Een nog kranige dame van naar schattingvijfenzeventig serveerde koffie met cake en schoof stilzwijgend bij aan tafel. “Ik ben GustaveCollier,” stak Mijnheer X van wal. “Samen met mijn vriend Karel had ik een kledingzaak in destad. Rosa is de jongere zus van Karel.” De oude man knikte minzaam in de richting van dedame. “Zij is de andere helft van het verbond dat jij X hebt gedoopt. Rosa is de enige die hetwist, maar Karel en ik waren niet alleen zakenpartners. Wij waren een koppel. In onze tijdkon je daar nog niet mee naar buiten komen. We woonden hier als buren naast mekaar. Vijfjaar geleden is Karel overleden. Omdat zij begreep hoe eenzaam ik achterbleef, is Rosa in zijnflat komen wonen.” De oude man streek heel even vermoeid over zijn ogen maar glimlachtedan alweer. “Dit herenhuis kochten Karel en ik samen, vele jaren geleden. Rosa heeft Karelshelft geërfd, maar die aan mij verkocht. Sinds kort weet ik dat ik niet lang meer te leven heb:longkanker met metastasen. Rosa heeft nu een flatje in De Panne op de kop getikt. Zij neemtme mee om mijn laatste maanden van de zeelucht te genieten. Nou ja, genieten... Mijnpapieren liggen klaar voor als het te lastig wordt. Eén zaak moet ik nog regelen. Dit huismoet een nieuwe eigenaar krijgen, eentje die het een warm hart toedraagt. En het lot heeftprecies op het goede moment zo iemand hiernaartoe geleid.”

Mijnheer Gustave keek Rosanne nu vastberaden aan. “Ik kon de gesprekken horen die jij hieraan de voordeur en in de hal voerde met je familie en vrienden. Je appreciatie voor dit huisviel me op. Ik ving ook op dat je bij een notaris werkt, je bent vertrouwd met testamenten.”De blik van de oude man werd dromerig. “Je hebt bovendien dezelfde naam als mijnbeschermengel Rosa, dat alles kan geen toeval zijn. Rosa heeft ons plan uitgewerkt om jeongemerkt nog wat beter te leren kennen. Je blijkt wel van een uitdaging te houden. Je geeftonbekenden het voordeel van de twijfel. Jij bent de kleindochter die ik mezelf toewenstemaar door mijn geaardheid nooit zou krijgen.”

Auteur: Luce Rutten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content