© Getty Images/iStockphoto

Zo doe je yoga thuis: 4 tips

Yoga kan altijd en overal. Natuurlijk is het ontzettend fijn om een lesje in een yogaschool te volgen, maar in de zomer worden ook regelmatig lessen op het strand of in het park gegeven. Thuis is eveneens een prima plek, of in de tuin.

  • Als je net begint met yoga is het misschien fijn om eerst een paar lesjes onder begeleiding te doen, maar maak je tijdens het beoefenen niet druk of je houdingen perfect volgens het plaatje (of de video of app) uitvoert. Het doel is voelen en niet iets nadoen. Natuurlijk is het belangrijk dat je de houdingen veilig uitvoert, dat je je niet bezeert en dat je ontspannen beweegt, maar je moet je lichaam niet dwingen iets te doen waar het niet aan toe is. Probeer ook niet te oordelen over wat je doet, blijf in het moment en zet door.
  • Hoewel yoga overal kan, is het ook fijn om er een speciaal plekje voor te maken. Je hebt niet veel ruimte nodig. Kies bij voorkeur een hoek waar je je even terug kunt trekken. Je omringen met waardevolle spulletjes, kaarsen of wierook kan hierbij helpen, maar dat hoeft natuurlijk niet. Houd afleiding (van mensen of dingen) even buiten de deur. Op die manier wordt yoga echt een moment voor jezelf, waarin je tot jezelf en tot rust kunt komen.
  • Tijd maken voor de yoga is ook belangrijk. Je yogabenodigdheden in het zicht zetten, kan hierbij helpen. Als je matje ergens achterin de kast staat, zul je minder snel geneigd zijn om je oefeningen te doen. Probeer yoga op vaste momenten te doen – bijvoorbeeld direct na het opstaan of voor het slapen gaan – of zet het daadwerkelijk in je agenda.
  • Maak niet alleen tijd, maar neem ook de tijd. Begin bijvoorbeeld met een aantal minuten zitten (op een dekentje of meditatiekussen) met de focus op je ademhaling. Eindig ook thuis een yogasessie met de shavasana (lijkhouding). Deze laatste houding wordt thuis nog wel eens overgeslagen, terwijl dit rustmoment juist zo belangrijk is. Rond je yogamoment af en laat het effect van de houdingen op je inwerken.

Bron: gezondheidsnet.nl/Annemieke Hoogland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content