Werkt mijn schildklier te traag of net te hard en hoe herken ik dat?

In Plus Magazine van oktober vind je een handige illustratie van de schildklier en de symptomen waaraan je problemen kan herkennen. Hier gaan we aanvullend dieper in op de werking van de schildklier.

Ze is amper een paar centimeter groot maar fungeert als dé orkestmeester van ons metabolisme. “De schildklier is zoals het toerental van de motor. Bij een te lage afstelling, raakt de wagen onvoldoende vooruit. Bij een te hoge stand verbruikt je auto onnodig veel benzine. Als onze schildklier begint te haperen, dan laat zich dat voelen in de stofwisseling,” vertelt schildklierspecialist dr. Bert Bravenboer, endocrinoloog in het UZ Brussel.

Een ontregelde stofwisseling heeft gevolgen voor het hele lichaam. Voor de meeste problemen zijn doeltreffende behandelingen voorhanden.

Welke schildklieraandoeningen?

“De meest voorkomende problemen zijn een te traag (hypothyroïdie) of een te snel (hyperthyroïdie)werkende schildklier. Daarnaast zijn er ook een aantal ’tussenvormen'”, Schildklieraandoeningen zijn grotendeels erfelijk bepaald. Schildklierproblemen (vooral te traag werkende schildklier) nemen sterk toe met de leeftijd. Vrouwen worden beduidend vaker getroffen dan mannen. Mensen met een schildklieraandoening hebben echter geen verhoogde kans op schildklierkanker.

Wat zijn de oorzaken?

Hyperthyroïdie wordt voornamelijk veroorzaakt door de ziekte van Graves. Dat is een auto-immuunziekte, waarbij het lichaam antistoffen aanmaakt die naar de schildklier gaan. Die antistoffen stimuleren daar de werking van de schildklier. Dat leidt tot een overmatige productie van het schildklierhormoon. Een aantal typische symptomen zijn gewichtsverlies (ondanks verhoogde eetlust), uitpuilende ogen, een krop in de keel en snellere hartslag.

Hypothyroïdie (te trage schildklier) is in ongeveer 90 % van de gevallen te wijten aan de auto-immuunziekte van Hashimoto, waarbij antistoffen worden aangemaakt tegen het schildklierhormoon. Andere mogelijke oorzaken zijn problemen met de hypofyse (het deel in de hersenen dat de schildklier aanstuurt), medicatiegebruik (bepaalde hartmedicatie), of radiotherapie op de hals. Soms kan de exacte oorzaak niet aangewezen worden. Typische symptomen zijn oa. vermoeidheid, gewichtstoename, droge huid, kouwelijkheid, vertraagde hartslag.

Een derde auto-immuunziekte die een rol speelt bij schildklieraandoeningen is de ophtalmopathie (oogafwijkingen gekenmerkt door bolle ogen). Dat is een variant op de auto-immuunziekte van Graves. “Tussen die drie schildklier-gerelateerde auto-immuunziekten komen er overlappingen voor. Bij sommige mensen is er bijvoorbeeld sprake van een combinatie van twee auto-immuunziekten wat ook een mix van symptomen kan geven. Daarnaast zien we dat sommige mensen migreren. Ze switchen van schildklieraandoening. Iemand die bijvoorbeeld eerst een te sterk presterende schildklier heeft door de ziekte van Graves, kan na verloop van tijd evolueren naar een ondermaats presterende schildklier, of specifieke oogproblemen (Opthalmopathie) ontwikkelen. Dit switchen komt niet vaak voor.

Hoe kan je het opsporen?

Via een eenvoudige bloedafname wordt het TSH gemeten. Dat is de stof in de hypofyse die aanspoort tot aanmaak van schildklierhormoon (T4). Ook de aanwezigheid van dat schilklierhormoon zelf wordt gescreend. Hele subtiele afwijkingen kunnen vandaag al worden in beeld gebracht.

Hoe kan je het behandelen?

Hyperthyroïde (snelle)

“Een over presterende schildklier maakt teveel schildklierhormoon aan. Dat kan behandeld worden met geneesmiddelen die de schildklierwerking afremmen zodat die weer tot rust wordt gebracht. Welke therapie gekozen wordt, hangt grotendeels af van de oorzaak van het schildklierprobleem. De behandeling die meestal eerst wordt ingezet is medicatie om de werking terug te dringen (anti-thyroïde middelen). Het kan soms even duren om de exacte dosis op punt te stellen.

Als die medicatie onvoldoende aanslaat of als er geopteerd wordt voor een meer permanente oplossing, dan komt een therapie met radio-actief jodium in het vizier. Hierbij wordt een beperkte hoeveelheid radio-actieve straling toegediend aan een deel van de schildklier. Die werkt nadien trager. Dat geeft een veel langduriger resultaat dan levenslange schildklierafremmende medicatie, die soms bijwerkingen geeft. Vandaag is er een trend om meer te opteren voor permanente oplossingen. Nadeel is dat zo’n behandeling met radio-actief jodium soms kan leiden tot een te traag werkende schildklier op den duur en er nadien schildklierhormoon moet worden genomen.

Een derde stap is een operatie waarbij de schildklier deels wordt weggehaald. Het resterende deel dat overblijft volstaat dan voor de schildklierhormoonproductie. Ook dat kan soms leiden tot onderproductie van T4, zodat substitutie met schildklierhormoon noodzakelijk is. De ideale oplossing is nog niet voorhanden.”

Hypothyroïde (trage)

De behandeling gebeurt door de dagelijkse inname van synthetisch schildklierhormoon (levothyroxine). De dosis wordt bepaald aan de hand van het bloedonderzoek. Op die manier wordt het tekort gecompenseerd. Via regelmatige controles van het bloed wordt opgevolgd of de dosis goed is afgesteld.

Waarom slaat behandeling soms niet aan?

“De juiste afstelling van de schildklier is niet zo eenvoudig als het lijkt, omdat de schildklier een belangrijke invloed heeft op alle lichaamsfuncties. . Bij een gezond iemand die in een stressvolle situatie verkeert of die ziek wordt en koorts maakt, zal het lichaam uit zichzelf de aanmaak van schildklierhormoon van dag tot dag lichtjes aanpassen, naargelang de behoefte van het lichaam. Met medicatie zoals schildklierhormoon krijg je elke dag dezelfde dosis en is zo’n fine tuning dus niet haalbaar. Dat kan sommige mensen wel parten spelen.”

Partner Content