Wat gebeurt er als je je antibiotica niet helemaal uitneemt?

Dokters en apothekers drukken het ons steevast op het hart. Een gestarte antibioticakuur moet je tot het laatste pilletje nemen, zelfs als je je intussen al lang beter voelt. Waarom toch?

Twee redenen spelen hierbij een grote rol. In de eerste plaats is een volledige antibioticakuur nodig om de infectie die wordt behandeld, succesvol te bestrijden en ervoor te zorgen dat je weer beter wordt. De symptomen van je longontsteking of urineweginfectie kunnen al sterk verminderen na enkele dagen antibiotica maar de volledige dosis is nodig om de infectie er helemaal onder te krijgen.

Een tweede belangrijker argument is om te voorkomen dat een aantal hardnekkige bacteriën achterblijven in je lichaam. Die kunnen ervoor zorgen dat de symptomen van de infectie terugkeren en dat er een nieuwe sterkere uitbraak volgt. Deze wordt een heel stuk lastiger om te genezen. De achtergebleven bacteriën zijn immers wijzer en sterker geworden na hun eerste confrontatie met antibiotica. Zij leerden daarbij hoe ze dit middel te slim af kunnen zijn, en ontwikkelden zo resistentie tegen deze specifieke antibiotica. Dat is het begin van een hele kettingreactie.

De bacteriën zijn bovendien in staat om hun nieuw verworven resistentie kennis door te spelen aan andere types bacteriën. Die worden op hun beurt ook ongevoelig voor antibiotica. De antibioticaresistentie kan zelfs van mens tot mens worden overgedragen.

Wie overmatig antibioticagebruik wil vermijden, past dus beter een andere strategie toe. Zo kan je in bepaalde gevallen de dokter vragen om aan ‘watchfull waiting’ of waakzaam wachten te doen bij een milde infectie. In sommige gevallen kunnen de symptomen na verloop van tijd vanzelf verdwijnen. Kan dit niet, engageer je dan toch om een begonnen kuur uit te nemen.