Waartoe dienen additieven?

Zonder additieven zou onze voeding niet zijn wat ze is. Maar waartoe dienen deze voedingsadditieven nu daadwerkelijk?

Inhoud:

Additieven zoals zout, azijn en salpeter worden sinds mensenheugenis gebruikt om eten langer te bewaren. En koks van weleer gebruikten ook kleur-, bind- en rijsmiddelen om hun maaltijden te bereiden. Maar door de industriële voedselbereiding hebben de voedingsadditieven een forse ontwikkeling doorgemaakt. Zonder deze producten is het uitgebreide aanbod aan voedingsmiddelen dat we vandaag in de winkel vinden ondenkbaar.

De Europese definitie

Op elke verpakking staan de additieven vermeld bij de ingrediëntenlijst. Het betreft hier de letter E (Europa) gevolgd door drie of vier cijfers. Wat op zich niet veel zegt natuurlijk. De Europese richtlijn 89/107 EEG definieert additieven als volgt: “elke stof met of zonder voedingswaarde die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt, en die om technische redenen bij het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen bewust aan deze levensmiddelen wordt toegevoegd, met als gevolg of redelijkerwijs te verwachten gevolg dat de stof zelf dan wel de derivaten ervan, direct of indirect, een bestanddeel van die levensmiddelen worden.”

Geur- en smaakstoffen worden gezien als ingrediënten van producten en worden aroma’s genoemd. Omdat aroma’s niet als additieven worden gezien, hebben ze geen E-nummer. Voor aroma’s, stoffen die als voedingsstoffen aan levensmiddelen worden toegevoegd (bijv. mineralen, vitaminen en spoorelementen), stoffen die gebruikt worden voor de bescherming van planten en plantaardige producten en technische hulpmiddelen waarvan residuen of derivaten in het eindproduct kunnen voorkomen, gelden andere specifieke regels.

Terug naar begin

Verschillende doeleinden

Voedingsadditieven worden onderverdeeld in verschillende categorieën al naargelang hun nut: kleurstoffen, conserveermiddelen, antioxidantia, emulgeer-, verdikkings-, bind-, geleer-, rijs- en stabiliseermiddelen, smaakversterkers, zoetstoffen, voedingszuren, bakverbeteraars, antiklontermiddelen, zuurteregelaar, antischuimmiddelen, glansmiddelen, meelverbeteraars, verpakkingsgassen, drijfgassen, zoetstoffen en enzymen.

“Sommige additieven zijn onmisbaar bij de bereiding van voedingsmiddelen of bij de bewaring ervan: smeltzout wordt gebruikt bij de bereiding van smeerkazen en rijsmiddelen dan weer bij gebak, cakes enz”, legt Christine Vinkx uit, deskundige in voedingsadditieven bij de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Waartoe dienen additieven?

“Zonder additieven zouden deze producten niet bestaan. Kleurstoffen hebben dan weer totaal geen invloed op het bereidingsproces maar worden gebruikt omdat het eindproduct zonder kleurstoffen niet aantrekkelijk zou worden gevonden door de consument. Enkele jaren geleden wilde een brouwerij cola verkopen zonder karamel. Dat liep faliekant af.”

Bepaalde viseitjes die qua uiterlijk kunnen doorgaan voor kaviaar, verkopen uiteraard beter wanneer ze zwart of rood gekleurd zijn, en een snoepje dat naar aardbei smaakt dankzij smaakstoffen heeft de fabrikant ook maar beter een rood tintje dan groen of blauw.

Terug naar begin

De lijst met uitzonderingen

Het idee is simpel: additieven zijn verboden tenzij ze voorkomen op een lijst met uitzonderingen. Alleen de voedingsadditieven van deze lijst zijn dus toegelaten en dat geldt eveneens voor alle producten die in de Europese Unie worden ingevoerd. Op deze manier kan u er zeker van zijn dat het gebak dat u koopt in uw plaatselijke supermarkt enkel toegelaten voedingsadditieven bevat, ongeacht het in België, Spanje of Afrika gemaakt werd.

Waartoe dienen additieven?

Het instituut dat op Europees niveau op de naleving hiervan toeziet is de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Zij onderzoekt de dossiers omtrent mogelijke schadelijke invloeden van voedingsadditieven en geeft vervolgens haar advies daaromtrent. Dit kan dan een volledig verbod zijn, een toelating ofwel een toelating waarbij de zogenaamde toegelaten dagelijkse hoeveelheid (ADI: Acceptable Daily Intake) niet mag worden overschreden.

Terug naar begin

Toegelaten dagelijkse hoeveelheid (DAI)

Veiligheid

De toegelaten dagelijkse hoeveelheid (DAI) is de hoeveelheid van een voedingsadditief die we dagelijks mogen innemen zonder dat dit in de loop van ons leven een risico voor onze gezondheid meebrengt. Zij wordt uitgedrukt in mg/kg/dag.

Harmonisatie

De DAI verzekert de gezondheid van de consument op internationaal niveau en maakt een harmonisering van de controles mogelijk. Op Europees vlak worden de additieven beoordeeld door de EFSA en wanneer ze toegelaten zijn, krijgen ze een E nummer.

Veiligheidsmarge

Om de DAI te bepalen, wordt eerst de dosis zonder effect (DZE) onderzocht bij het meest gevoelige proefdier. Dit is de dosis waaronder geen enkel ongunstig effect werd waargenomen. Deze wordt eveneens uitgedrukt in mg/kg/dag. De DAI is dan de DZE gedeeld door een veiligheidsfactor, meestal 100.

Mag het een beetje meer zijn?

De consumptie van een bepaald additief boven de toegelaten dagelijkse hoeveelheid is doorgaans helemaal niet gevaarlijk, juist dankzij die veiligheidsmarge. Daarbij komt nog dat deze overdosis meestal gecompenseerd wordt in de daaropvolgende dagen. Er worden regelmatig studies in verband met onze voedingsgewoontes uitgevoerd om na te gaan of de DAI niet moet worden bijgesteld.

Terug naar begin

Enkele nuances

Alle risico’s uitsluiten is geen eenvoudige zaak. Van sommige additieven wordt gedacht dat ze allergieën, voedselintoleranties of zelfs kanker kunnen veroorzaken, vaak op basis van allerhande tegenstrijdige onderzoeken. Enkele voorbeelden:

  • Amarant (E123) een kleurstof aanwezig in sommige wijnen, aperitiefdrankjes en sterke drank
  • Erythrosine (E127) een rode kleurstof gebruikt bij gekonfijte kersen
  • Karmijnzuur (E120) afkomstig van Cochenille schildluizen en aanwezig in cider, honing, azijn, gedroogde gezouten vis, ijs, snoep, enz
  • Aspartaam (E951) lag de laatste jaren ook vaak onder vuur. Deze populaire zoetstof bleek volgens een Italiaanse studie in 2005 een verhoogd risico op kanker te veroorzaken. Na een onderzoek besloot de EFSA dat het niet nodig was haar visie op aspartaam te herzien of de ADI (vastgesteld op 40mg/kg lichaamsgewicht) te verlagen. In Europa verbruiken we gemiddeld 10mg/kg aspartaam per dag volgens het EFSA.

Bedenk wel dat bij studies naar schadelijkheid elk additief afzonderlijk wordt onderzocht zonder er rekening mee te houden dat we in onze voeding alle additieven door elkaar binnenkrijgen.

Terug naar begin

Minder voedingsadditieven op ons bord?

Om minder voedingsadditieven op te nemen via de voeding, geeft u best de voorkeur aan verse producten. Vermijd ook voedingsmiddelen met bedenkelijke omschrijvingen zoals: chocoladeproducten zonder chocolade, suikerproducten zonder suiker... Voedingsmiddelen “zonder kleurstoffen” of “zonder bewaarmiddelen” zijn dan uiteraard weer ten zeerste aanbevolen.

Terug naar begin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content