Waarom je beter niet achter het stuur kruipt met hooikoorts

Een opstoot van hooikoorts en een wagen besturen is geen geslaagde combinatie. Een Nederlandse studie stelde vast dat het effect zelfs vergelijkbaar is met het drinken van twee à drie glazen alcohol (of 0,5 promille in het bloed).

Voor het onderzoek, waarvan de resultaten gepubliceerd werden in het wetenschappelijke tijdschrift Eos, voerden twintig hooikoortspatiënten onder verschillende omstandigheden een rijvaardigheidstest uit en dit buiten het pollenseizoen. De vrijwillige deelnemers kregen eerst een placebo neusspray toegediend, en vervolgens werden allergische reacties opgewekt met een tweede spray. De onderzoekers gingen na hoe goed hun stuurkunst standhield tijdens een hooikoortsopstoot en wanneer er antiallergische medicatie werd toegediend.

De test zelf verliep met een lesauto waarin speciale meetapparatuur was geïnstalleerd om na te gaan hoezeer de chauffeurs van hun rechte lijn afweken. Toen er symptomen van hooikoorts werden opgewekt, weken ze veel meer van hun rechte lijn af, dan wanneer een placebo was toegediend. Die afwijking was vergelijkbaar met de consumptie van 1 à 2 glazen alcohol, wat ongeveer overeenstemt met de wettelijk toegestane norm van 0,5 promille.

Toch betekent dat niet dat hooikoortspatiënten het stuur sowieso aan anderen moeten overlaten. Het toedienen van hooikoortsmedicatie bleek de rijvaardigheid in grote mate te kunnen herstellen. De onderzoekers benadrukken dan ook het belang van therapietrouw, zeker wanneer er ook sprake is van andere invloeden die het rijgedrag kunnen beïnvloeden. Het is de eerste maal dat de impact van hooikoortssymptomen zoals tranende ogen, niesbuien, lopende neus en jeuk op stuurvaardigheid wordt aangetoond.

Partner Content