Waarom een koude neus sneller kou vat

Het rhinovirus, de boosdoener achter heel wat alledaagse verkoudheden, heeft een voorkeur om zich te nestelen in een koude neus. Bovendien blijkt onze weerstand ook minder goed te functioneren wanneer de thermometer de diepte induikt.

Rhinovirussen zijn een van de voornaamste groepen virussen die vandaag verantwoordelijk zijn voor loopneuzen en gesnotter. Een team van de Amerikaanse Yale University wilde achterhalen waarom we sneller hiermee besmet raken bij koudere temperaturen. Ze testten rhinovirussen bij neuzen met een normale lichaamstemperatuur (37°) en met een koudere temperatuur (33°).

Daaruit bleek dat het immuunsysteem verzwakte naarmate de temperatuur daalde. Daardoor kon het virus zich makkelijker repliceren in koude omstandigheden en maakte het minder kans bij een normale warme neus. Twee belangrijke factoren van het immuunsysteem lieten het bij koele temperaturen meer afweten: de sensoren waarmee infecties worden opgespoord en het vermogen om de immuunrespons te coördineren.

Wegblijven uit koude wind en de neus warm houden, kunnen helpen om een verkoudheid te voorkomen.

Longinfecties

Dit verklaart volgens de wetenschappers waarom we tijdens de koude maanden van het jaar meer vatbaar zijn voor verkoudheden maar tegelijk waarschuwen ze ervoor dat dit zeker niet de enige oorzaak is.

De link tussen immuniteit en koude temperaturen zou ook uitleggen waarom rhinovirussen vooral de neus treffen en veel minder de warmere delen van het lichaam infecteren, zoals de longen. Vandaar allicht dat rhinovirussen minder in staat zijn om ernstige longinfecties te veroorzaken, wat het influenza virus (dat griep geeft) wel kan doen.

Partner Content