Nieuwe hoop bij auto-immuunziekten

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

De TNF-alfa-remmers, wekken nieuwe hoop voor patiënten met auto-immuunziekten bij wie eerdere behandelingen onvoldoende resultaten opleverden.

Inhoud:

Al te ijverige afweer
Beschadiging van eigen weefsels
Geen eenvoudige diagnose
Drieledige behandeling
TNF-alfa, een nieuwe ontdekking
TNF-alfa-remmers

Ons afweersysteem, ook immuunsysteem genoemd, is een bijzonder vernuftig verdedigingsmechanisme dat ons lichaam beschermt tegen ziekteverwekkers die onze gezondheid van buitenaf bedreigen (virussen, bacteriën, schimmels,...), tegen abnormale cellen in ons lichaam (zoals kankercellen) of cellen die door veroudering gedegenereerd zijn.

Het immuunsysteem gaat pas in de aanval wanneer het wordt geactiveerd. Dat gebeurt wanneer het lichaamsvreemde cellen herkent aan eiwitten die voorkomen op het oppervlak van deze cellen, de zogenoemde antigenen.

De afweerreactie bestaat uit twee delen. Zodra het afweersysteem lichaamsvreemde antigenen herkent, worden bepaalde bloedcellen aangezet tot de aanmaak van antilichamen. Dit zijn ook eiwitten en ze gaan de indringers te lijf door zich aan de antigenen te binden en zo de vreemde cellen uit de weg te ruimen. Dit gedeelte van onze afweer noemt men de humorale immuunreactie. Andere gespecialiseerde witte bloedcellen, de T-lymfocyten, vallen de lichaamsvreemde cellen rechtstreeks aan. De reactie van deze afweercellen wordt de cellulaire immuunreactie genoemd.

Ons immuunsysteem bezit de capaciteit om de antigenen van indringers als het ware te onthouden zodat bij een volgend contact de reactie sneller op gang komt. Op dit principe is de vaccinatie gebaseerd.

Al te ijverige afweer

Soms is het afweersysteem te ijverig. Dat kan bijvoorbeeld het geval bij orgaantransplantaties, wanneer er afstoting optreedt. Om dit te voorkomen worden geneesmiddelen gebruikt die de werking van het immuunsysteem onderdrukken, de zogenaamde immunosuppressiva.

Bij allergische reacties reageert het afweersysteem overgevoelig op stoffen uit de buitenwereld die normaal als onschadelijk worden beschouwd.

Bij auto-immuunziekten treedt een afweerreactie op tegen eigen cellen, weefsels of organen. Er worden antilichamen en T-lymfocyten aangemaakt tegen cellen van het eigen lichaam. Waarom dat gebeurt, is nog niet precies gekend. Er zou een genetische voorbeschiktheid bestaan om een bepaalde auto-immuunziekte te ontwikkelen, maar niet iedereen die zo’n afwijkend(e) gen(en) bezit, ontwikkelt een ziekte. Vooraleer dat het geval is, zouden er allerhande uitlokkende omgevingsfactoren een invloed uitoefenen: infecties met bepaalde bacteriën en virussen, bepaalde geneesmiddelen, zonlicht, stress...

Wél weet men met zekerheid dat auto-immuunziekten niet besmettelijk zijn.

Terug naar begin

Beschadiging van eigen weefsels

Auto-immuunziekten gaan steeds gepaard met een uitgesproken chronisch ontstekingsproces dat te wijten is aan een voortdurende overproductie van ontstekingsbevorderende eiwitten, die in het vakjargon cytokines heten. Het resultaat is de beschadiging van één of meerdere soorten lichaamscellen of -weefsels, de abnormale groei van of een gestoorde werking van bepaalde organen.

Sommige auto-immuunziekten treffen slechts één orgaan of weefsel. Ze worden de gelokaliseerde auto-immuunziekten genoemd: diabetes type I, de ziekte van Graves en de ziekte van Hashimoto (ze treffen de schildklier), coeliakie, de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa (treffen de darmen), psoriasis en vitiligo (de huid), multiple sclerosis (het zenuwstelsel),.... Bij de andere groep, de systemische auto-immuunziekten richt het afweersysteem zijn pijlen op meerdere weefsels en organen: reumatoïde artritris, lupus erythematosus, sclerodermie,...

Er zijn op dit ogenblik meer dan 80 verschillende ziektes gekend die als auto-immuunziekten bestempeld worden. Eenzelfde persoon kan bovendien meer dan één auto-immuunziekte ontwikkelen.

Terug naar begin

Geen eenvoudige diagnose

Vaak zijn de eerste tekenen van een auto-immuunziekte vermoeidheid, spierpijn, vage gewrichtspijn... Maar aangezien deze kwalen zowat alle weefsels van ons lichaam kunnen treffen, is de waaier van mogelijke ziektetekens enorm uitgebreid. Dat maakt de diagnose er niet eenvoudiger. De dokter zal in de eerste plaats aandachtig luisteren naar het verhaal van de patiënt en nagaan of er in de familie mensen zijn met gelijkaardige klachten. Hij zal een nauwgezet lichamelijk onderzoek verrichten (zwellingen, huiduitslag, stijfheid van gewrichten,...) en meestal ook een bloedanalyse. Dit kan aanwijzingen geven, maar zelden zekerheid. Zo kunnen er in het bloed antilichamen tegen bepaalde weefsels teruggevonden worden maar dat is niet het geval bij alle mensen met een auto-immuunziekte. Bovendien worden er bij sommige mensen die geen auto-immuunziekte hebben, toch auto-antilichamen teruggevonden.

Terug naar begin

Drieledige behandeling

Gezien de uiteenlopende vormen van auto-immuunziekten bestaan er ook diverse behandelingen. Zij hebben drie gemeenschappelijke doelstellingen:

  • de klachten verminderen. Dit kan op diverse manieren gebeuren: van het innemen van een pijnstiller en ontstekingsremmer tot een heelkundige ingreep.
  • de werking van het orgaan vrijwaren om verdere schade te beperken, bijvoorbeeld door de toediening van insuline bij patiënten met diabetes type I. Deze aanpak geneest de ziekte niet, maar kan wel de werking van bepaalde organen in stand houden
  • de ziektemechanismes aanpakken door middel van geneesmiddelen die inwerken op bepaalde aspecten van het afweersysteem.

De ontdekking van de sleutelrol die de ontstekingsbevorderende cytokines bij auto-immuunziekten spelen, leidde tot de ontwikkeling van nieuwe behandelingen die specifiek moeten verhinderen dat deze stoffen hun werking uitoefenen. Deze doelgerichte behandelingen worden gegroepeerd onder de noemer biologische behandelingen of biologicals. Het gaat in de meeste gevallen om uiterst specifieke antilichamen die worden aangemaakt, vertrekkende van celculturen van absoluut identieke cellen, aangezien deze ge-kloond worden van éénzelfde cel (vandaar hun naam: monoklonale antilichamen). Zij werken ofwel rechtstreeks – door zich te binden aan het geviseerde cytokine, waardoor dit zich niet meer aan zijn specifieke receptoren kan vasthechten-, ofwel onrechtstreeks – door de specifieke receptoren te bezetten zodat deze niet meer vrij zijn voor het cytokine.

Terug naar begin

TNF-alfa, een nieuwe ontdekking

Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat één van de cytokines dat een duidelijke rol speelt bij een aantal auto-immuunziekten de Tumor Necrosis Factor Alfa is, afgekort TNF-alfa. De overproductie van TNF-alfa ligt aan de basis van:

  • een activering van de immuunreactie
  • een verhoogde aanmaak van zogenoemde adhesiemoleculen die ervoor zorgen dat de geactiveerde immuuncellen in het bloed gemakkelijker naar de ontstoken weefsels overgaan en daar hun vernietigende werking kunnen uitoefenen
  • de versterking van het ontstekingsproces door de productie van andere ontstekingsbevorderende cytokines, zoals interleukines.

Terug naar begin

TNF-alfa-remmers

Een nieuwe groep geneesmiddelen, de TNF-alfa-remmers, remt dit proces af of blokkeert het zelfs volledig en gaat zo de ontsteking tegen. Tot deze groep behoren op dit ogenblik drie geneesmiddelen: etanercept, adalimumab en infliximab. Ze worden toegediend via een infuus of via een injectie.

Aanvankelijk werden deze geneesmiddelen gebruikt tegen bepaalde vormen van reuma. Maar intussen hebben ze hun doeltreffendheid bewezen bij heel wat meer aandoeningen. Zo is infliximab tegenwoordig in ons land erkend voor de behandeling van bepaalde vormen van reumatoïde artritis, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, de ziekte van Bechterew (ook spondylitis ankylosans genoemd), artritis psoriatica en psoriasis.

Helaas heeft het gebruik van deze medicatie ook een keerzijde: als het immuunsysteem te veel wordt onderdrukt, neemt de gevoeligheid voor infecties toe. Wie dus TNF-alfa-remmers neemt, zal makkelijker een luchtweg, urineweg- of andere infectie oplopen. Dat risico weegt voor de meeste patiënten die onvoldoende reageerden op eerdere behandelingen en die daardoor vaak erg gehandicapt waren, niet op tegen de voordelen!

Terug naar begin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content