Mensen met beroepsziekten moeten nog te lang wachten op erkenning

Mensen met een beroepsziekte moeten nog steeds te lang wachten op een beslissing van het Fonds voor de Beroepsziekten (FBZ). Dat stelt het Rekenhof in een nieuw rapport, nadat het de dienst in 2012 al eens op de vingers had getikt.

Het handvest van de sociaal verzekerde bepaalt dat iemand met een beroepsziekte binnen de 120 dagen duidelijkheid zou moeten krijgen. In 2012 stelde het Rekenhof echter vast dat de beslissingstermijn opliep tot 351 dagen voor aandoeningen die voorkomen op de lijst van erkende beroepsziekten en zelfs tot 397 dagen voor aandoeningen die er niet op vermeld staan.

Intussen is de situatie wat verbeterd, erkent het Rekenhof. Niettemin zijn de termijnen – gemiddeld 197 en 192 dagen – nog steeds “ruimschoots langer” dan de 120 dagen uit het handvest. Meer ambitie is dus nodig, vindt het Rekenhof. Het FBZ moet de inspanningen en hervormingen voortzetten om de beheerstermijnen verder te drukken.

Maar niet alle middelen zijn goed. Zo merkt het Rekenhof op dat de ‘chrono’ die het FBZ uitwerkt om de termijnen te meten niet helemaal strookt met het handvest. Zo wil het fonds de termijn bijvoorbeeld schorsen wanneer het aan de sociaal verzekerde inlichtingen vraagt die niet nodig zijn om te kunnen beslissen, of inlichtingen vraagt die al beschikbaar zijn bij andere instellingen binnen de sociale zekerheid.