© Getty Images/iStockphoto

Kankerscreening werpt vruchten af

De Vlaamse bevolkingsonderzoeken naar borst-, baarmoederhals- en darmkanker werpen hun vruchten af. Dat blijkt uit cijfers van het jaarrapport 2016 van het Centrum voor Kankeropsporing (CvKO). Kleine kanttekening is wel dat de participatiegraad nog hoger kan, en dat ook de vervolgonderzoeken beter kunnen.

De Vlaamse bevolkingsonderzoeken voor borst-, baarmoederhals- en darmkanker lopen al enige tijd. Mannen en vrouwen met een verhoogd risico op die kankers, voornamelijk bepaald door leeftijd, krijgen twee- of driejaarlijks een uitnodiging in de bus om zich te laten testen. Bedoeling is om mogelijke gevallen van kanker zo vroeg mogelijk op te sporen, om de behandeling snel te kunnen starten en de genezingskans te verhogen.

En dat lijkt te lukken. “Nog nooit zijn er zoveel kankers in een vroeg stadium opgespoord”, verklaart Dr. Luc Colemont van de vzw Stop Darmkanker.

“Steeds meer mensen laten zich screenen, en de totale dekkingsgraad (het aantal mensen dat zich, binnen of buiten het bevolkingsonderzoek, laat screenen, nvdr) bedraagt gemiddeld 60 procent of meer. Hierdoor wordt ontzettend veel onnodig lijden vermeden”, klinkt het.

Vooral het onderzoek naar darmkanker doet het opvallend goed. Dat startte pas in oktober 2013 op, maar de gezondheidsdoelstelling voor 2020 -een dekkingsgraad van 60 procent- wordt nu al ruimschoots gehaald.

Kanker steeds vaker ontdekt in vroeg stadium

Voor alle bevolkingsonderzoeken geldt bovendien dat er steeds meer kankers in een vroeg stadium worden ontdekt, wat de genezingskans sterk verhoogt. Volgens dokter Colemont zou dit binnenkort dan ook te zien moeten zijn in de sterftecijfers van de verschillende kankers. “De mensen bij wie dankzij het bevolkingsonderzoek kanker in een vroeg stadium wordt vastgesteld, worden adequaat behandeld en zullen in de meeste gevallen genezen en hopelijk veel later aan iets anders sterven”, klinkt het.

Minister Vandeurzen is tevreden. “De onderzoeken slagen erin mogelijke kankers in een vroeg stadium op te sporen, zodat de mensen een betere genezingskans hebben”, klinkt het.

Toch zijn een aantal zaken voor verbetering vatbaar. “Een dekkingsgraad van 60 procent is goed, maar het kan natuurlijk altijd nog beter”, zegt Dr. Patrick Martens, directeur van het CvKO. Ook zijn er sterke regionale verschillen. Het aantal mensen dat zich tijdig laat screenen ligt het hoogst in de provincies Limburg en Antwerpen. De inwoners van West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant presteren gemiddeld wat minder.

Niet altijd het juiste gevolg

Daarnaast worden afwijkende resultaten niet altijd gevolgd door de juiste behandeling. “Een afwijkend darmstaal wordt in 82 procent van de gevallen gevolgd door een coloscopie, terwijl dit eigenlijk altijd moet gebeuren”, aldus Martens. Ook baarmoederhalskanker wordt niet altijd op de correcte manier opgevolgd.

“Er liggen een aantal plannen op tafel om de tekortkomingen te verhelpen”, verduidelijkt de minister. “Dokters zullen er extra op worden gewezen dat een afwijkende darmtest altijd tot een coloscopie moet leiden”. Bovendien werkt het CvKO ook aan een nieuw sensibilisatieplan voor 2017, “met nieuw en beter campagnemateriaal, om alle bevolkingsgroepen efficiënt te kunnen bereiken”.

Op de website www.bevolkingsonderzoek.be kunnen patiënten via de Patient Healthviewer zien wanneer ze zich het laatst hebben laten testen, wat het resultaat van die test was en wanneer er een volgende uitnodiging voor een bevolkingsonderzoek komt. Dat kan nu al voor dikkedarm- en baarmoederhalskanker, eind november zullen ook de gegevens van het borstkankeronderzoek online te vinden zijn.

Partner Content