© Getty Images/iStockphoto

Hulp bij beslissing om zich te laten screenen op prostaatkanker

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

Moet ik mij laten testen op prostaatkanker? Het is een vraag die veel mannen vanaf de leeftijd van 55 jaar zich stellen, ook zonder specifieke klachten. Om hen te helpen, liet de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) een elektronische brochure maken. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelde van zijn kant een brochure voor de arts samen.

Over de voor- en nadelen van prostaatkankerscreening door PSA-meting bestaat nog steeds discussie. Op 1000 mannen die kiezen voor deze prostaatkankerscreening zijn er vermoedelijk 2 die binnen de 15 jaar een overlijden door prostaatkanker vermijden. Maar door voor een opsporing te kiezen, worden veel mannen geconfronteerd met een kanker waar ze anders nooit of pas veel later last zouden van hebben. Prostaatkanker evolueert immers meestal zeer traag. En de behandelingen die volgen op een diagnose kunnen zorgen voor gekende complicaties, zoals incontinentie en impotentie. De nieuw ontwikkelde hulpmiddelen willen de man helpen om deze moeilijke keuze te maken, op een beter geïnformeerde manier.

Vier op de tien 80-plussers hebben prostaatkanker, zonder enig symptoom

Hoewel prostaatkanker bij Belgische mannen de vaakst vastgestelde kanker is, overlijdt minder dan 4% van de mannen eraan. Dat komt omdat prostaatkanker meestal zeer traag evolueert. In de helft van de gevallen wordt hij slechts na de leeftijd van 75 jaar vastgesteld. Uit autopsieën blijkt dat vele oudere mannen deze aandoening hebben tot het einde van hun dagen, zonder dit te weten en zonder er enige hinder van te ondervinden. Zo hebben van de 80-plussers hebben meer dan 4 mannen op 10 prostaatkanker, zonder enig symptoom. Bij actieve opsporing waren deze mannen nodeloos behandeld geweest, met alle hinderlijke bijwerkingen.

PSA-test niet aanbevolen voor systematische screening

De PSA-test is niet 100% betrouwbaar. Prostaatkanker kan gepaard gaan met een verhoging van het PSA-gehalte (prostaat-specifiek antigeen) in het bloed. Een abnormaal PSA-testresultaat wijst echter niet altijd op prostaatkanker. Andersom is prostaatkanker ook mogelijk bij een normaal, niet-verhoogd, PSA-testresultaat. Dit betekent dat mannen zich ten onrechte bezorgd of opgelucht kunnen voelen.
De praktijkrichtlijnen raden systematische PSA-screening niet aan, en de PSA-test wordt in dat geval ook niet meer terugbetaald. Dit belet mannen echter niet om toch om de test te vragen. In dat geval is het de rol van de arts om hem goed te informeren over de voor-en nadelen en de onzekerheden die er mee gepaard gaan, zodat hij een weloverwogen keuze kan maken, toch een fundamenteel patiëntenrecht.
De VLK en het KCE ontwikkelden hiervoor elk een wetenschappelijk gevalideerd hulpmiddel: enerzijds een beslishulp voor mannen ontworpen door het Leuvense onderzoekscentrum LUCAS in opdracht van de VLK in samenspraak met de wetenschappelijke vereniging voor huisartsen Domus Medica en de Belgische Vereniging voor Urologie (BVU), bedoeld voor de patiënt zelf, anderzijds een informatiedocument voor artsen dat tijdens de consultatie met de patiënt kan worden besproken (ontwikkeld door het KCE samen met Domus Medica, en zijn Franstalige collega’s van SSMG, die het ook uittestten).

2 sterfgevallen minder op 1000 door screening

De wetenschappelijke studies over het effect van screening op mortaliteit zijn niet van zeer goede kwaliteit en de resultaten zijn niet eenduidig te interpreteren. Daarom moeten ze met de nodige omzichtigheid worden gebruikt. Toch kunnen we besluiten dat binnen de 15 jaar na de screening van 1000 mannen tussen 55 en 69 jaar, ongeveer 2 mannen minder zullen sterven aan prostaatkanker. Zodra er meer betrouwbare studieresultaten beschikbaar zijn, moeten deze cijfers worden bijgestuurd.

Reëel risico op te vroege of overbodige behandeling

De risico’s van PSA-screening zijn wel beter in kaart gebracht. Meer testen leidt zeker tot meer invasieve behandelingen (biopsie, chirurgie, radiotherapie), met de gekende complicaties van impotentie en incontinentie, terwijl deze behandelingen niet altijd iets wezenlijks veranderen aan de levensduur van de patiënt.
Door screening worden kleine prostaatkankers gemiddeld 7 jaar eerder ontdekt dan wanneer er geen opsporing zou plaatsvinden. Dit betekent dat de man vroeger in zijn leven als “kankerpatiënt” wordt beschouwd. Hierdoor leven patiënten dus langer met de nadelen en de nasleep van de behandelingen dan patiënten die pas na klachten worden gediagnosticeerd en behandeld.
Daarnaast worden bij ongeveer 25 van de 1000 gescreende mannen tumoren opgespoord die heel langzaam groeien en die zonder opsporing tijdens de rest van het leven bij de grote meerderheid nooit problemen zouden gegeven hebben. Zonder screening zou deze man nooit “kankerpatiënt” zijn geweest, en nu wel.
Laat je je als man testen en kies je daardoor voor een iets betere overlevingskans en neem je er de aanzienlijke risico’s op nutteloze behandelingen en vervelende bijwerkingen bij? Of laat je je niet testen, met een kleine kans dat je een behandelbare kanker zal missen, maar zonder risico op een nutteloze behandeling? De nieuw ontwikkelde hulpmiddelen geven geen pasklaar antwoord op deze vraag, maar ze helpen elke man wel om op een beter geïnformeerde manier zelf of in overleg met zijn arts een keuze te maken die het best aansluit bij zijn waarden en voorkeuren.
U kunt de patiëntenbrochure van de VLK hieronder downloaden.

brochureprostaatkankerscreeningvoordepatintvlk.pdf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content